Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hier, in zijn Amsterdamse keuken, nam Joep Beving Solipsism op, een album vol ingetogen, intieme pianostukken. "In de avonduren, heel soms 's ochtends vroeg, gewoon met twee microfoons aan de laptop", vertelt hij.
Je hoort het, als je goed luistert naar de plaat. Vogels, adem en het gekraak van de pedalen en kruk. Op 'Saturday Morning' hoor je zelfs op de achtergrond de dvd die een van zijn dochters aan het kijken is. "Dat stuk is puur improvisatie", vertelt Beving. "Ik ging gewoon zitten en spelen, toevallig had ik mijn iPhone-recorder aangezet. Die versie hoor je op de plaat."
Thuis opnemen op zijn eigen piano deed Beving bewust. "Het is bizar, deze piano", vertelt de boomlange, bebaarde pianist. "De klank heeft enorme diepgang. Als je een noot aanslaat lijkt het wel alsof er vier lagen onder zitten." De Schimmel hielp hem om de stemmige muziek te spelen die op zijn album staat. "Deze piano zingt, daardoor is dit album mogelijk geweest. Een stuk als 'Etude' is compositorisch supersimpel, maar door die versmelting van klanken wordt het een soort dromerig stuk."
Pak die piano nou maar
Het was niet vanzelfsprekend voor Beving om die dromerige stukken, ergens tussen Erik Satie, Philip Glass, Yann Tiersen en Chilly Gonzales in, te gaan schrijven. "Het was een lang proces, een puzzel die pas op het einde in elkaar viel", blikt hij terug. Beving was gewend jazz te spelen op de piano, en aanvankelijk was zijn plan zelfs om een elektronica-album te maken. "Ik wilde een betere producer worden. Dat leek me de ultieme hobby. Dus bouwde ik hier beneden in een kamertje een studio. Toen mijn tweede dochter werd geboren had zij die kamer nodig, dus moest ik elders een studio zoeken."
Aan zijn elektronische muziek werken kon toen alleen nog van twaalf tot drie 's nachts, op zondag. Toch wilde hij een plaat uitbrengen. "Alleen al ter verantwoording van de vele uren die ik erin had gestoken." Maar het schoot niet op. "Ik liet wat muziek horen aan mensen, maar ik wist dat het nog niet goed genoeg was. Een paar mensen zeiden toen: 'pak die piano nou maar, dan komt het wel goed.'" Beving begon te experimenteren op de piano en zijn spel ontwikkelde zich van jazz en fusion tot meer klassiek beïnvloed, introspectief spel. Er ontstond een eigen klank, een idioom. "Dat had ik niet verwacht, maar dat voelde best wel vet."
Opgeschoven op de pianokruk
De ontwikkeling van Bevings nieuwe idioom was niet enkel het gevolg van muzikaal experiment. Na een aantal heftige, persoonlijke ervaringen moest er ook iets uit. "Ik liep tegen een burn-out aan, waar ik net op tijd bij was", vertelt Beving. "Ik besefte dat mijn drukke leven, gezin en werk niet in balans waren. Dat knakt op een gegeven moment. Dat zette mij enorm aan het denken, in combinatie met het overlijden van een vriend. Hij was juist iemand die energie gaf en mensen om hem heen in staat stelde hun stem eruit te laten komen."
"Ik kreeg dus twee klappen die zo hard waren dat het eigenlijk een no-brainer was dat ik daar iets mee moest. Dat deed ik met de piano. Ik heb het gevoel dat ik daar hulp bij heb gehad. Alsof ik opgeschoven ben op die pianokruk en dat er iets of iemand naast me is komen zitten en zei: 'we gaan het even zó doen nu.' Noem het inspiratie, flow. Maar het is bizar om mee te maken dat je opeens geen angst meer hebt, dat je weet dat het goed is. Dat wat er uitkomt iets is waarvan je niet wist dat het er überhaupt in zat. Die dingen bij elkaar gaven een gevoel van: holy fuck, what just happened!?"
Van binnen naar buiten
Dat die nieuwgevonden klanken ook andere mensen konden raken ontdekte Beving in een hotel in Frankrijk, waar hij voor zijn werk bij een reclamebureau verbleef voor het Internationale Reclame Festival. "Er stond een vleugel in de lobby", vertelt hij. "Aan het eind van die week had ik behoefte aan wat meditatie, even weer in touch komen met de piano. Ik wilde geen concertje geven, ik speelde omdat het nodig was. Mijn vriend uit de reclamewereld Mark Brounen kwam naderhand naar me toe: 'heb je wel gezien wat voor effect je spel had op de mensen daar? Als je hier iets mee wilt gaan doen, wil ik je manager worden!'"
Het was het duwtje in de rug dat Beving nodig had. Hij begon meer te componeren en op te nemen, in zijn keuken. "Dat paste heel erg bij het gevoel dat ik had. Het moest naakt zijn, intiem, puur."
Toen de puzzel in elkaar viel en de muziek kwam, kon Beving zijn ervaringen beter plaatsen en benoemen. De albumtitel reflecteert het proces dat hij doormaakte. Solipsisme is het filosofische idee dat alles en iedereen slechts bestaat in de geest van een waarnemend persoon. Voor Beving betekent dat de spanning tussen het vinden van zijn persoonlijke rust achter de piano en het effect op anderen. "Dit album gaat over mijn proces, mijn realiteit. Maar ik wil kijken of die realiteit van anderen ook zo is. Als ik iets kan maken dat mij beroert en dat over kan brengen op anderen, dan is er een verbintenis: als ik deze opeenvolging van noten speel, dan krijg jij óók kippenvel. Blijkbaar is er iets aan schoonheid dat een verbindende functie heeft. Ik wilde kijken of ik die verbintenis nog kon voelen. Met mijn muziek probeer ik het tegendeel van solipsisme te laten zien."
De goede kant van het spectrum
Wat is dat voor muziek, die er dan uitkomt? Solipsism klinkt warm, contemplatief, verhalend, triest maar nooit zwaarmoedig, hoopvol. Klassieke stijlfiguren gaan hand in hand met repetitief minimalisme en zich in je hoofd nestelende popmelodieën. Beving: "Het mooie aan dit idioom is dat het gemakkelijk in het gehoor ligt en eigenlijk al heel oud is, maar dat ik er nog steeds nieuwe dingen in kan ontdekken. Het is makkelijk te spelen, maar het heeft het gewenste effect op mij."
Introspectieve pianoklanken die je ziel proberen te kietelen, dat kan zich op een glijdende schaal bevinden. Aan de ene kant heb je artiesten als Keith Jarrett en Philip Glass, die het gebruiken om diepgevoelde, intense muziek te maken, aan de andere kant bevindt zich... "de massagesalon", maakt Beving de gedachte af. "Daar ben ik soms wel bang voor. Ik denk dat het verschil is dat er compositorisch echt een idee achter de muziek zit. Het heeft te maken met oprechtheid, authenticiteit, ook al is dat een doodgebruikt woord. Het is geen effectbejag, met zwemelige arpeggio's. Ik hoop echt ver weg te blijven van overromantische slappepiemelmuziek."
Waarom dan toch die angst? Beving: "Het zit ergens wel in het idioom verscholen. Hoe het opgenomen is, net een of twee akkoorden anders. Ik probeer niet te luisteren naar muziek die in die hoek zit, of eigenlijk naar pianomuziek in het algemeen, zodat ik niet te veel word beïnvloed. Voordat ik iets naar buiten breng laat ik het sowieso aan een vijftal belangrijke critici horen om even een reality check te krijgen: zit ik nog wel aan de goede kant voor het spectrum? Maar écht bang ervoor ben ik niet, omdat ik denk dat ik begrijp wat het verschil is."
Werken vanuit rust
Beving schrijft zijn stukken dus niet met effectbejag in het achterhoofd, maar zijn muziek vindt wel veel weerklank bij luisteraars. "Het effect van mijn optreden bij De Wereld Draait Door was extreem. De dag erna stond het album op nummer één bij iTunes. Een week later belde het Concertgebouw."
"Wat ik prettig vind, is dat alles vanuit een gevoel van rust tot stand is gekomen. De muziek heeft op zichzelf bestaansrecht. Dat kun je dan als een gek gaan maximaliseren, maar ik wil het rustig, zelf doen. Het zou kunnen, nu in één keer een grote stap maken. Ik heb gesprekken gehad met interessante partijen. Maar dan is die rust weg en heb ik de controle niet meer. Dat zou mij allemaal iets te snel gaan", lacht Beving. "Het zou natuurlijk jammer zijn als ik door die houding de kans mis om mensen in Japan kennis te laten maken met mijn muziek. Maar ik heb er vertrouwen in dat het uiteindelijk wel komt. En dan is het ook te combineren met mijn werk en mijn gezin. Als je het op je eigen tempo doet, kun je steeds weer met iets nieuws komen. Zo is er nu een muziekvideo uit voor 'The Light She Brings'."
Het is het stuk waarvan de bladmuziek op zijn piano staat. "Ik word heel veel gevraagd om bladmuziek. Aan de ene kant heb ik enorm veel zin om de muziek zo te delen, ook omdat dat past bij het idee van de plaat. Aan de andere kant wil ik het nog even beschermen." Op de vraag wát hij dan precies wil beschermen is Beving even stil. "Dat is een lastige. Ik denk dat als ik de muziek nu weggeef, de muziek gevoelsmatig losraakt van mij als persoon. Dat wil ik best accepteren, ik heb ook gewoon mazzel gehad dat dit is ontstaan terwijl ik achter de piano zat. Maar ik wil mezelf eerst de kans gunnen op een langdurigere carrière als componist, iets meer bekendheid genieten. En er dan een mooi boekwerk van maken. Het is eigenlijk gewoon heel ijdel, een gevoelsding. Als mijn tweede plaat dezelfde ontvangst heeft als Solipsism heb ik het idee dat het gelukt is, dat de missie is volbracht. Dan kan ik het loslaten."
Nieuwe puzzel
Die tweede plaat, daar is Beving dus al mee bezig. "Ik denk dat ik nog wat meer richting het klassieke idioom ga. Ook om niet in de buurt van die glijdende schaal te komen. Ik worstel wel met de vraag of de tweede plaat daardoor niet afstandelijker wordt dan de eerste. Voor de eerste plaat was ik nergens bang voor, ik had niks te verliezen. Nu is dat wel een beetje anders. Je gaat toch analyseren: waarom werkt het? Is dat vanwege de imperfectie, het intieme? Wat als ik nu nieuwe composities heb die klassieker van aard zijn, beter opgenomen, ga ik dan niet voorbij aan de dingen waarvan mensen zeggen dat het tof is? Dat is niet heel logisch. Aan de andere kant: ga ik nog een keer hetzelfde doen?"
"Ik probeer er nu achter te komen wat de nieuwe plaat als gemene deler heeft. Ik heb al elf stukken opgenomen, op een andere piano. Daar ga ik nu mee puzzelen. Misschien ben ik wel langzaam aan het uitzoomen. Ik ben heel klein begonnen, intiemer kan bijna niet, nu kan ik voorzichtig aan wat objectiveren. Ik ben al bezig om daar een passende titel bij te vinden. Binnenkort gaan we alles met mijn eigen piano opnemen. Die gaat dan wel mee naar de studio."
De nieuwe puzzel moet wel binnenkort opgelost worden, vindt Beving. "Dat heeft ook te maken met de vraag: hoe ziet mijn toekomst eruit? Als Solipsism een toevalstreffer is, dan was het een mooi avontuur. Als de tweede plaat bewijst dat ik echt iets te pakken heb, dan kan ik het serieuzer gaan nemen. Ik ga nu gewoon kijken wat het beste voelt en wat het dichtst bij me staat. Niet bang zijn. Als dit het dan niet is, dan heb ik in ieder geval twee keer in mijn leven in het Concertgebouw mogen spelen. Ik denk dat mijn opa en oma daar heel blij mee waren geweest."
http://www.kindamuzik.net/interview/joep-beving/joep-beving-zoeken-naar-verbintenis/26837/
Meer Joep Beving op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/joep-beving
Deel dit artikel: