Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie waren ze?
Josef K is de coolste groep van wat begin jaren ’80 The Sound of Young Scotland genoemd wordt. Geïnspireerd door de energie en attitude van de punkbeweging nemen bleke jongens met nette kapsels gitaren ter hand. Echter niet om frustratie met het systeem uit te schreeuwen, maar om melancholische en dansbare popmuziek te maken.
De Schotse scene groepeert zich rond Postcard Records en de popband Orange Juice. Josef K zijn hun existentiële neefjes. Met hun donkere, nauwzittende maatpakken tonen ze aan dat ze geen deel uitmaken van de zweterige massa. Zanger Paul Haig doet daar vaak nog een schepje bovenop door witte handschoenen te dragen, terwijl hij gitaar speelt en te croonen als een jonge Sinatra.
Geïnspireerd door de cerebrale houding van punkbands als Television en Pere Ubu richt de Edinburghse Haig in 1978 samen met gitarist Malcolm Ross en drummer Ron Torrance het bandje TV Art op. Hun eerste bassist is Gary McCormack, die later opduikt tussen de hanenkammen van betonpunkers The Exploited.
Begin 1979 treedt David Weddell toe als bassist. TV Art begint live te spelen en zo ontmoeten ze Orange Juice, een band uit Glasgow. Ze sluiten een verbond en beginnen samen op te treden; elke band is headliner in zijn eigen stad. Orange Juicedrummer Steven Daly overtuigt TV Art er van om hun naam te veranderen in Josef K, naar het hoofdpersonage in Franz Kafka’s roman Het Proces (1925), en brengt hun ‘Chance Meeting’ single uit, de eerste én laatste release op zijn label Absolute.
Wat deden ze?
Orange Juicezanger Edwyn Collins en hun manager Alan Horne besluiten om ook een label op te richten: Postcard Records. In september 1980 verschijnt Josef K’s ‘Radio Drill Time’ single: #15 in de Britse indie hitparade. Postcard brengt ook de debuutplaten van Schotse bands als Aztec Camera en The Go-Betweens uit en voor je het weet ontstaat er een scene.
Josef K neemt een album op voor Postcard, maar de release wordt op het allerlaatste moment geschrapt door Alan Horne, die vindt dat de opnames te proper klinken. Sorry for Laughing komt pas in 1990 uit op cd.
De titeltrack ‘Sorry for Laughing’ wordt heropgenomen en in april 1981 uitgebracht door het Belgische label Les Disques du Crépuscule. Horne eist dan dat ze ‘Chance Meeting’ voor hem opnieuw opnemen. Ze voegen blazers toe aan het origineel en scoren een #5 indiehit.
In juli 1981 verschijnt debuutalbum The Only Fun in Town. De poppy sound van hun vorige single is verdwenen. De plaat is in zes dagen gemaakt in een kleine Belgische studio en grijpt terug naar het gekapte en kurkdroge geluid van hun eerdere releases. Ze staat wekenlang op #1 in de dan nog belangrijke indiecharts.
Josef K begint aan een grote tournee, met Aztec Camera als voorprogramma. Na hun laatste optreden besluiten ze om te splitten. De redenen worden vaag gehouden. In een interview met Sounds in 1982 verklaart Haig: “Ik was het beu om te lijden voor mijn kunst. Ik wilde tekenen bij een major en een grote hit scoren en veel geld verdienen om dan later mijn eigen zin te kunnen doen.”
Waarom waren ze zo goed?
Josef Ks aanpak is gebaseerd op Amerikaanse intellectuele bands als Talking Heads, maar vertoont ook gelijkenissen met Britten zoals de vroege Buzzcocks of XTC.
Hoekige en scherpe gitaren zonder enige distortion en met veel galm domineren hun sound. Ze spelen snelle ritmes, waarbij de drummer de gitaren volgt in plaats van de bas.
De hypernerveuze dynamiek die ze zo creëren, gecombineerd met onderkoelde melodieën, is behoorlijk invloedrijk. Heel de zogenaamde C86-beweging – nerdy jongens met rinkelende gitaren en haar in hun ogen genre The Wedding Present circa 1986 - stoelt op dit geluid en recenter heeft ook bijvoorbeeld Franz Ferdinand één en ander van hen afgekeken.
Josef K heeft een zeer apart gevoel voor humor. Song- en platentitels als ‘It’s Kinda Funny’, ‘Sorry for Laughing’ en The Only Fun in Town getuigen van hun obsessie met dat eigenaardige begrip, waar ze maar geen grip op kunnen krijgen.
Het statige ‘It’s Kinda Funny’ is geïnspireerd door de zelfmoord van Ian Curtis, zanger van Joy Division. “Ik was geschokt door het idee dat het doodeenvoudig is om gewoon te verdwijnen. Het is geen vrolijk liedje, maar het zegt wel dat je het leven niet als deprimerend moet ervaren; je kan er ook een beetje om lachen.” (Haig, in Simon Reynolds’ boek Rip it up and Start Again)
Wat gebeurde er toen?
Ron Torrance en David Weddell beginnen The Happy Family met weirdo platenbaas Momus. Ze brengen een single en een album uit en verdwijnen in het niets.
Malcolm Ross loopt over naar Orange Juice tijdens hun meest succesvolle periode. Na de lp Rip it up (1982) stapt hij op en wat later speelt hij plots bij Aztec Camera. Hij doet ook mee op een plaat van Paul Haig en werkt samen met Barry Adamson (zie Magazine en Nick Caves Bad Seeds).
Paul Haig vormt de synthband Rhythm Of Life. Hij werkt samen met Bernie Worrell (Funkadelic), leden van Pere Ubu, van The Thompson Twins en van Cabaret Voltaire, maar ook met Bernard Sumner van New Order en gedurende lange tijd met Alan Rankine van The Associates. Begin jaren negentig gebruikt hij hippe producers als Lil’ Louis en Mantronix, maar zijn carrière komt nooit echt van de grond.
Doordat ze op het toppunt van hun roem zonder veel woorden uit elkaar gegaan zijn, spreekt de mythe van Josef K nog steeds tot de verbeelding. Het geheimzinnige en afstandelijke aura rond de band is ongeschonden gebleven. Voor hen geen reünietours en comebackplaten, maar een waardig stilzwijgen. Zeker gezien het feit dat de verdere loopbanen van de groepsleden op niet veel uitdraaien, is dat redelijk opzienbarend.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/josef-k/onvoltooid-verleden-tijd-josef-k-ofte-it-s-kinda-funny/14471/
Meer Josef K op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/josef-k
Deel dit artikel: