Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Janis Joplin maakte er haar debuut voor een groot publiek en soulzanger Otis Redding werd een ook bij blank Amerika geliefde ster dankzij Monterey dat tevens het decor vormde voor de eerste grote Amerikaanse optredens van Jimi Hendrix en The Who. Per dag trok het festival zo’n 50.000 bezoekers naar de Monterey County Fairground.
Eén van hen was de Amerikaanse filmmaker Donn Alan ‘D.A.’ Pennebaker (1925). Na de nodige afwijzingen van distributeurs had hij net zijn documentaire Don’t Look Back -over de Britse tournee van Bob Dylan in 1965- voor vertoning aan een pornobioscoop in San Francisco kunnen slijten.
“Ik kreeg een telefoontje: of ik interesse had in een film over een festival dat in Californië zou worden gehouden”, herinnert Pennebaker zich in december 1997, wanneer hij met zijn vrouw en compagnon Chris Hegedus te gast is op het Internationale Documentaire Filmfestival in Amsterdam.
“Ik zei ja, want ik wilde een poging wagen. Niet dat ik er echt over had nagedacht en rondliep met speciale ideeën, maar ik vond Californië interessant. Dus ben ik er naartoe gegaan en heb Lou Adler en John en Michelle Phillips ontmoet.”
Ongebruikelijke werkwijze
Platenproducent Adler en de twee Phillipsen, de helft van The Mamas and the Papas, behoren tot het selecte groepje initiatiefnemers van het festival. De afspraken met Pennebaker zijn snel gemaakt. Met een team van cameramensen, onder wie Albert Maysles die twee jaar later betrokken is bij de spraakmakende Rolling Stonesdocumentaire Gimme Shelter, en Richard Leacock, met wie hij in New York een productiemaatschappij vormt, neemt Pennebaker de registratie van Monterey ter hand.
Daarbij maken ze gebruik van nieuw ontwikkelde lichtgewicht 16mm kleurencamera’s die ook geschikt zijn om synchroon geluid op te nemen. “Niemand dacht er veel bij na,” vertelt hij over de voor die tijd tamelijk ongebruikelijke werkwijze. “We planden niks, deden niet aan scripts en maakten ook geen keuzes wat de muziek betreft. Toch verliep het allemaal vanzelfsprekend en vlot.”
Seks en drugs
”Goede seks, goed eten, het klonk mij als muziek in de oren,” zegt Pennebaker lachend als de hippie-idealen achter Monterey Pop ter sprake komen. “Maar de meeste tijd was ik druk bezig met filmen, dus kwam ik er niet aan toe. Ik had zelfs geen tijd om me met drugs in te laten, wat ik achteraf in hoge mate betreur. Want die drugs bezorgden iedereen natuurlijk een fantastische tijd.”
Hij herinnert zich de kwistig met tabletjes strooiende ‘acid koning’ Owsley, als geluidsman ook betrokken bij de Grateful Dead. “Die was daar met zijn nieuwste LSD-variant, de ‘Monterey Purple’ of iets dergelijks. En iedereen slikte het. Iemand vertelde me zelfs dat men het in de cola had gedaan, maar omdat ik dat niet drink heb ik, voor zover ik kan nagaan, nooit iets binnengekregen.”
Hoewel qua leeftijd flink afwijkend van de gemiddelde festivalganger, zegt Pennebaker daar absoluut geen problemen mee te hebben gehad: “Ze zagen me niet als een oude zak, eerder als iemand die een beetje achter loopt . Eigenlijk weet ik niet zo goed waarom ze me accepteerden, want meestal ben ik niet ouder dan twaalf in mijn doen en laten." (lacht)
Pornobioscoop
Aanvankelijk is het de bedoeling van het geschoten materiaal een televisiespecial te maken voor ABC, maar de bazen van die omroep schrikken terug, vooral als ze de beelden van het vlammende, tamelijk seksueel geladen optreden van Jimi Hendrix zien. Dus maken Pennebaker en zijn medewerkers het materiaal op maat voor de bioscoop.
“Voor een algemeen publiek was het in ieder geval te lang, dus hebben we in het materiaal gesneden en de lengte teruggebracht naar ongeveer negentig minuten, de gangbare tijdsduur van een bioscoopfilm.”
In 1968 is opnieuw een pornobioscoop, ditmaal in de New Yorkse Lower East Side, de eerste die iets ziet in vertoning. ‘Monterey Pop draait er vervolgens meer dan een jaar en trekt zijn eigen publiek dat de gelegenheid te baat neemt om eens flink op te steken.
Geldkwesties
Een tweede festival in Monterey zit er wegens tegenwerking van de autoriteiten niet in, maar in augustus 1969 vindt op het erf van boer Max Yasgur bij Bethel, New York de Woodstock Music & Art Fair plaats, nog altijd het beroemdste festival uit de popgeschiedenis.
“Dat hebben ze wel gedaan,” antwoordt Pennebaker met nadruk op de vraag waarom de organisatoren niet hem, maar Michael Wadleigh vroegen voor de filmregistratie die in de vorm van een drie uur durende bioscoopfilm vanaf 1970 onder de naam Woodstock-3 Days of Peace and Music de hele wereld over is gegaan.
Hij wilde echter niet. “Ik had net Monterey gedaan. Omdat ik de nodige managers kende, wist ik ook dat een aantal groepen niet mocht optreden. En als je niet de beste artiesten kunt krijgen, dacht ik bij mezelf, dan kun je ook geen goede muziekfilm maken. Maar ik had niet gerekend op het aantal mensen, dus dat Woodstock wat dat betreft zo’n gigantisch fenomeen zou zijn”.
Dat is op zich al een film waard, vindt Pennebaker. Toch is hij blij dat hij het niet heeft gedaan. “Het was een bende. Er waren ook zo ontzettend veel tegenstrijdige belangen en mensen die met elkaar overhoop lagen. Wat we in Monterey deden, vond ik goed: de opzet was simpel, de muziek leidde niet tot gedoe, de bezoekers waren gelukkig, de medewerkers…”
“En geld was er op geen enkel moment onderwerp van discussie”, voegt hij er aan toe. “Steeds weer slaagden John en Lou er in geldkwesties te vermijden. Bij Woodstock echter was er voortdurend strijd over geld. Dat is altijd zo gebleven, want er zijn er nogal wat die beweren dat ze genaaid zijn door Warner Brothers, de distributeur van de film. Sommige mensen hebben lange tijd ook nauwelijks met elkaar gesproken. Ik ben blij dat ik er destijds geen deel van heb uitgemaakt.”
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/monterey-pop/herinneringen-aan-monterey/15610/
Meer Monterey Pop op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/monterey-pop
Deel dit artikel: