Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Vergeet coryfeeën als Greet Op De Beeck of Chantal Pattyn! Als er in Vlaanderen namelijk één radiostem is waar wij helemaal ‘week’ van worden, dan behoort die beyond doubt toe aan Ayco Duyster. Aan boord van Studio Brussel verleende deze sympathieke dame haar fluweelzachte stembanden in het verleden reeds aan grof geschut als De Bom en Metalopolis, maar u kent haar natuurlijk als gastvrouw van Duyster, dat – vastgeankerd op zondagavond – in korte tijd uitgroeide tot een ware hype in radioland.
Samensteller van dienst is Eppo Janssen die, als zoon van de alomgevreesde Luc Janssen (beter bekend als de John Peel van de lage landen), de muzikale microbe met de paplepel werd ingegeven en twee decennia later nog steeds aan de wieg stond, al was het dan als stichtend lid van z’n emonoiseband Cornflames. Samen stonden ze de afgelopen vijf jaar garant voor talloze uren wonderbaarlijke oorgasmes en dat wordt binnenkort gevierd met een verjaardagsconcert van Low in de AB. Volgende maand ligt er ook al een Duyster-compilatie in de winkelrekken, dus hadden wij redenen genoeg om Ayco en Eppo voor onze microfoon te halen.
Een lustrum Duyster. Waarom wilden jullie deze gebeurtenis niet zomaar voorbij laten gaan?
Ayco: “Veel programma’s op Studio Brussel hebben een erg korte levensduur en als je dan plots beseft dat je reeds vijf jaar bezig bent, vonden we het wel de moeite waard om daar iets mee te gaan doen en er wat extra nadruk op te leggen. Zeker in de wetenschap dat dit zowat een eeuwigheid is in het moderne radiolandschap.”
Het is inderdaad opmerkelijk dat het zondagavondluik op Stu Bru – met voorafgaand aan Duyster nog Rock Bottom en Brussel Vlaams – al járen ongewijzigd blijft.
Ayco: “De opeenvolging van de programma’s op zondag werkt heel goed, dat komt ook steeds weer naar boven in onze halfjaarlijkse vergadering. Er worden weinig vragen over gesteld en ik denk dat dat een goed teken is.” (lacht)
Eppo: “Het is ook een ideaal moment voor een programma als Duyster. De week is voorbij, Duyster betekent een beetje de ‘overgang’. Mensen blijven meestal ook niet te lang wakker op zondag. Kortom, het perfecte moment.”
Duyster is door de jaren heen een begrip geworden in het Vlaamse muzieklandschap. Ik kan aannemen, Ayco, dat het in het begin wel even wennen was om je familienaam overal te zien opduiken.
Ayco: “Het was inderdaad vrij raar, zeker toen het programma net begon. Zelf zou ik er nooit aan gedacht hebben om mijn familienaam te linken aan een programma. Het was Jan Hautekiet die met dat idee kwam aandraven en het woord ‘Duyster’ paste wonderwel perfect bij het soort programma dat we voor ogen hadden. Ik ben er echter vrij snel in geslaagd om mijn persoon en het programma, dat toevallig dezelfde naam draagt, van elkaar los te koppelen. Als die naam valt, weet ik intussen wel dat het vooral aan het programma refereert en niet aan mij persoonlijk.”
Eppo: “En vaak ook aan de muziek. Er zijn zoveel verschillende genres, vroeger noemden ze het postrock, lo-fi, slowcore, indiefolk. Of zelfs de elektronica die we draaien, de mensen hebben er zowaar één noemer voor gevonden en dát vinden we wel leuk.”
Ayco: “Het omhelst een heel spectrum van dingen die éénzelfde atmosfeer of intensiteit in zich dragen, maar toch heel verschillend en uiteenlopend zijn. Het is tof dat het een begrip op zich geworden is en zelfs in sommige recensies wordt aangehaald.”
Eppo: “Toch heeft dat meer met een ‘gevoel’ dan met een welbepaalde ‘stijl’ te maken.”
Het hedendaagse muzieklandschap is sterk onderhevig aan veranderingen. In welke mate hebben die een invloed gehad op Duyster?
Eppo: “In de begindagen was ik bijvoorbeeld heel weinig met elektronica bezig. Geleidelijk aan leerde ik echter steeds meer bands kennen, die dan weer gelinkt werden aan andere bands. Na verloop van tijd ging ik ook in platenwinkels steeds gerichter zoeken. Ik herinner me dat ik vaak in JJ Records in Leuven kwam, waar Arne Van Peteghem werkte, die we intussen allemaal kennen als Styrofoam. Via hem kwam ik aan de eerste 7 inch van Lali Puna. Tegenwoordig zijn er ook veel meer samenwerkingen tussen artiesten uit de gitaarwereld en mensen die met elektronica bezig zijn. The Postal Service is daar recent het mooiste voorbeeld van. Er is ook weer wat meer ‘pop’ ingeslopen, wat ik alleen maar kan toejuichen voor de radio.”
Ayco: “Het toeval wil dat we Jimmy Tamborello in de studio hadden voor een sessie met Dntel en hij daarvoor Benjamin Gibbard (Death Cab For A Cutie) had uitgenodigd. We hebben een vermoeden dat daar de kiemen ontstaan zijn voor wat zou uitgroeien tot The Postal Service.”
Desondanks valt Duyster steevast terug op klassiekere namen als Pavement, Lambchop, Calexico, Blonde Redhead, et cetera.
Eppo: “Het blijft sowieso leuk voor onszelf om die dingen nog eens boven te halen. Ik zou het programma even goed kunnen vullen met dertig nieuwe, obscure nummers, maar ik denk dat de luisteraars het nog steeds appreciëren als we die afwisselen met een zogenaamde ‘klassieker’.”
Ayco: “Als referentiepunt of als start van het programma is het altijd fijn om met zoiets te beginnen. Ik vind het tof om nieuwe dingen een beetje terug te koppelen aan dingen of bands die er al waren. Het is bijvoorbeeld niet zo dat groepen als Mercury Rev of Tindersticks niet meer relevant zijn omdat ze al langere tijd meedraaien.”
Eppo: “Het is ook nooit onze bedoeling geweest om onze wil op te dringen aan de luisteraar, in de zin van ‘als je dít leuk vindt, moet je ook zeker en vast eens naar dát luisteren’. Ik maak de playlist meestal op vrijdag en die samenstelling gebeurt vaak heel intuïtief. Op die manier hebben we ons in vijf jaar tijd enkele klassiekers aangemeten, zonder dat die platen ooit gebrandmerkt zullen staan als ‘echte’ klassiekers in de popgeschiedenis.”
Anderzijds vraag ik me soms af waar je in godsnaam namen als Ostinato, Tunng of William Lazarus vandaan haalt.
Eppo: “Aanvankelijk vielen we voornamelijk terug op hetgeen we kenden uit onze privé-collectie en de platen uit het Stu Bru-archief die zelden de ether haalden. Daarna kwamen de platenzaken en als je een tijd bezig bent, vinden de platenfirma’s en de artiesten je gewoon vanzelf. Ostinato is nu wel een frappant voorbeeld, want we hadden tot voor kort zelf nog nooit van dat bandje gehoord. Een goede song is en blijft een goede song en als bijvoorbeeld Anouk morgen een fantastisch nummer maakt, wil ik dat misschien ook wel eens draaien. Alhoewel?”
Ayco: “Ze is trouwens ooit eens aangevraagd op Duyster.” (lacht)
Onlangs stuitte ik op KindaMuzik op een interview met Hitch, die jullie voluit loofden voor de airplay die jullie hun gegund hadden. Ook dát moet deugd doen.
Eppo: “Het schiet natuurlijk enigszins onze opzet voorbij, want we maken in de eerste plaats radio, maar als we groepen een zetje kunnen geven, waarom niet?”
Ayco: “Vooral voor Belgische groepen of bands die nog in de startblokken staan kan dat inderdaad erg belangrijk zijn.”
Eppo: “Een programma als Radar, dat we ook samen maken, heeft dan weer een ander doel en leent zich er ook beter toe. We hebben bijvoorbeeld de ‘Demopoll’ en daarnaast blijven we erop toezien dat de Belgische inbreng op peil blijft. Met Duyster is het echter een pak moeilijker om de Margriet Hermans-norm te halen.” (lacht)
Vergen programma’s als Radar en in een iets grijzer verleden ook De Bom en Metalopolis een ander soort inlevingsvermogen en voorbereiding dan Duyster?
Ayco: “Eigenlijk wel, je moet ook weten dat Radar viermaal per week in de ether gaat, dus daar zit sowieso wat meer routine in. Voor een programma als Radar kan ik – afhankelijk van nieuwe platen of singles – vooraf veel beter inschatten hoe de playlist er zal uitzien. Ook qua ritme en informatie is het compleet anders. Duyster vereist ook een veel grondiger voorbereiding, terwijl het bij Radar vaker aankomt op improviseren, eventueel afhankelijk van pas binnengelopen nieuwtjes.”
Eppo: “Een Duyster-playlist zou ik bij wijze van spreken twee weken van tevoren kunnen maken, terwijl die van Radar tot op de laatste minuut nog kan gewijzigd worden.”
Ayco: “Als we bijvoorbeeld pas de nieuwe single van Tool of Mars Volta binnenhebben, dan draaien we die gewoon. Bij Duyster gebeurt het wel vaker dat er dingen insluipen die ik echt niet ken. Eppo beoordeelt artiesten of bands vooral op hun muzikale kwaliteiten en niet op wie ze zijn of wat ze reeds gedaan hebben. Dat doe ik dan wel.”
Eppo: “Dat is het leuke eraan. Het gebeurt dat er songs of bands de playlist halen waarvan ik nog nooit de hoes gezien heb of ik totaal niet op de hoogte ben van de voorgeschiedenis. Dan luister ik vervolgens naar het programma en denk ik soms van ‘hmm, interessante artiest’. (lacht) Voor mij primeert altijd de muziek.”
Ayco: “Het is een hele toffe werkwijze om een programma samen te stellen dat vanuit de muziek vertrekt. Als dan nog blijkt dat daar een leuk verhaal aan vast hangt, is dat een bonus.”
“We weten ook perfect wat we van elkaar kunnen verwachten. We hebben een enorme vertrouwensband, al gebeurt het wel eens – één of twee keer per jaar – dat ik de wenkbrauwen frons en denk van ‘dat vond ik toch écht maar niks’ en daar spreek ik Eppo dan ook op aan. (lacht) Het groeit ook door het wekelijks te doen, want Eppo en ik kenden elkaar niet voor we met Duyster begonnen. Het toeval heeft ons samengebracht en dat werkte van meet af aan verbazingwekkend goed.”
Tot jullie stokpaardjes behoren de onvolprezen Duyster-sessies. Welke artiesten wisten jullie het meest te imponeren?
Ayco: (lacht) “Ik ben daar onlangs nog heel lang mee bezig geweest omdat we binnenkort een cd gaan uitbrengen. Het is een dubbel-cd, met enerzijds een aantal favorieten van de afgelopen jaren die we hebben verzameld. Met een erg hoog ‘kill your darlings’-gehalte tot gevolg, want van de tachtig nummers die we op de wishlist hadden, mochten we er maar veertien overhouden. De tweede cd bestaat alleen maar uit sessieopnames.”
“Ik was zeer verrast over het aantal artiesten dat we in die vijf jaar over de vloer gehad hebben en nog meer over de kwaliteit ervan. Er zitten superleuke dingen tussen: van een Jim James (My Morning Jacket, DC) die zonder enige voorbereiding aan z’n sessie begon tot recent nog Sufjan Stevens. Ik was ook verbaasd over de elektronicasessies, wat toch allesbehalve een evidentie is. Ik herinner me bijvoorbeeld Dntel, wat heel knap was.”
Eppo: “Wat ik nooit zal vergeten, is de Cat Power-sessie. Chan Marshall is nu eenmaal een heel uitgesproken figuur. Ze was ’s middags gearriveerd, moest meteen whisky hebben en het interview met haar heeft uiteindelijk nauwelijks een kwartier geduurd omdat ze nergens op wou antwoorden. Ik was heel erg teleurgesteld! Ik heb finaal wel nog een dikke knuffel van haar gekregen, maar toen had ik iets van ‘draai ik die ooit nog?’. Toen we onlangs echter haar sessie herbeluisterden, kwamen we tot de conclusie dat die dame toch wel een klasse apart is, dus dan ben je ook snel klaar.”
Nu ben ik natuurlijk wel nieuwsgierig welke artiesten de Duyster-cd effectief gehaald hebben.
Ayco: “Dat hing in de eerste plaats af van welke rechten we gecleard kregen van de respectievelijke artiesten en platenfirma’s.”
Eppo: “Sophia en My Morning Jacket staan in alle geval al op de sessies. Mogwai, Explosions In The Sky en Calexico staan dan weer op de ‘classics’-cd. Met Pinback zijn we nog aan het onderhandelen.”
Ayco: “GY!BE was de eerste band die geweigerd heeft, wat niet meteen als een verrassing kwam. Zij hebben nu eenmaal heel specifieke ideeën over hoe hun muziek aan de man gebracht moet worden en hadden hele slechte herinneringen aan compilaties.”
Eppo: “Will Oldham is nog zo iemand die niet meteen staat te springen, maar ik ben al ontzettend blij met de dingen die we wél hebben, waaronder ook enkele Belgische als de Portables, Styrofoam én Orange Black.”
Het verjaardagsfeest in de AB wordt opgeluisterd door Low. Een speling van het lot en gewillige tourschema’s of een ware must, omdat Low toch wel de perfecte personificatie is van waar het muziekprogramma Duyster voor staat?
Ayco: “We hadden sowieso het plan opgevat dat we iets wilden doen in de loop van dit seizoen, bij voorkeur tussen januari en de zomer. We hadden dat reeds lichtjes doorgefluisterd naar enkele concertorganisatoren en toen plots de naam Low viel, hebben we geen seconde getwijfeld. Vooral omdat het een groep is die we altijd gekoesterd hebben in het programma en ze net een heel goede plaat uitgebracht hebben. Qua groep en qua sfeer sluiten ze perfect aan bij ons en dat het een straffe band is, hebben ze met The Great Destroyer nogmaals bewezen. Toen dat eenmaal vastlag, hebben we er ook The Black Heart Procession bijgehaald. De dvd (The Tropics of Love, DC) die ze samen met Amore del Tropico hebben uitgebracht, is bijna niet te vinden in België en bovendien gemaakt met héél weinig middelen. Dus ook dat is iets om naar uit te kijken”
Eppo: “De bedoeling was aanvankelijk om ook de film van Low op groots scherm te brengen, maar daar waren zij niet echt voor te vinden.”
Ayco: “Zij voelden zich eerder wat ongemakkelijk, omdat ze vonden dat we hen die avond niet zonodig hoefden te verheerlijken. Bijgevolg hebben we het spectrum wat breder gemaakt en er ook nog Kid Dakota (bevriende band en tevens stadsgenoten van Low, DC) en Faun Fables bijgehaald.”
Op de Duyster-webpagina wordt er – naast een specifieke concertagenda – ook een hele rits essentials aangeprijst. Hoe en wanneer voldoet een plaat aan de eisen om het tot essential te schoppen?
Eppo: “Het zijn één voor één platen die we zelf erg goed vinden, maar die anderzijds ook van enig belang waren binnen de Duyster-context. Neem nu de laatste Iron & Wine-plaat (Our Endless Numbered Days, DC), die echt uit het niets kwam, dát is een echte essential. Daarnaast hebben we de ‘gevestigde waarden’ die ons om de oren geslagen hebben met een derde, vierde of vijfde plaat en die moét er dan ook tussen. Ik denk aan Blonde Redhead, Karate, Sophia, Pinback, et cetera.”
Ayco: “Het is een manier om platen die er echt bovenuit steken extra onder de aandacht te brengen. Als we dan na enkele maanden of zelfs een jaar terugkijken naar een bepaalde plaat, dan hebben we soms iets van ‘daar hadden we toch meer kunnen uithalen of daar hadden we écht gelijk in’. Dus die essentials hebben wel degelijk hun nut bewezen, al zijn we soms wat traag met het updaten ervan.” (lacht)
Doen jullie dit jaar iets rond All Tomorrow’s Parties bij Studio Brussel?
Eppo: “We zijn er allebei al eens geweest...”
Ayco: “…ik zou er aanvankelijk heengaan, maar heb uiteindelijk toch geen kaarten gekocht. ATP is typisch zo’n festival waar je ooit eens geweest moet zijn. Ten opzichte van de festivals zoals wij die kennen werken ze heel onafhankelijk, met een curator erbij en al bij al erg beperkte middelen. Het heeft echt iets weg van een aftands vakantieoord, een veredeld Center Parks uit de jaren zestig, zeventig. Na drie dagen heb je gewoon de indruk dat je ondergedompeld werd in een soort ‘commune’. (lacht) Maar om op uw vraag terug te komen: we houden dergelijke events bij Stu Bru wel in de gaten en als blijkt dat Slint plots een reünie doet om daar voor het eerst te spelen, dan gaan we dat wel vermelden. Om er echter nog eens extra op te focussen, lijkt ons niet zo zinvol. Het is ten eerste in een ander land en bovendien zijn er bij ons in Vlaanderen al voldoende interessante concerten en festivals.”
Eppo: “Wat ik dan wél doe, is stiekem een mailtje zenden naar de AB met de boodschap: ‘Is Slint nog niet in aantocht?’ (lacht) Ik ben niet zo tuk op reünies. Ik was blij met de terugkeer van The Pixies, maar voor mij hoeft het allemaal niet zonodig. Slint heb ik nooit gezien, nu zou ook My Bloody Valentine weer samenkomen, maar dan stel ik me altijd de vraag of die magie er nog wel is en of ik dat effectief nog wil zien.”
Ayco: “Het plezantste blijft toch om constant nieuwe dingen te ontdekken, wat niet wegneemt dat ik wel zou gaan kijken als dergelijke bands in de buurt komen spelen.”
Hoe schat je de toekomst van Duyster in?
Eppo: “Och, we gaan er nog honderd jaar mee door! (lacht) Nee, dat hangt af van in hoeverre Mark (Coenen, nethoofd van Stu Bru, DC) en de rest van de mensen achter ons blijven staan.”
Ayco: “Het hangt van een aantal factoren af. Je moet rekening houden met het klimaat binnen een zender als Studio Brussel en ook muzikaal is het altijd afwachten natuurlijk. Nu verloopt het heel gunstig, maar het zou kunnen dat dit binnen afzienbare tijd niet meer zo is en er geen interessante platen meer uitkomen in die genres. Het hangt ook van onszelf af, al denk ik er absoluut nog niet aan om ermee te stoppen.”
Duyster is er elke zondagavond van 22:00 uur tot middernacht op Studio Brussel. Het programma kan echter ook in uitgesteld relais beluisterd worden via www.stubru.be (//luister opnieuw!). De Duyster-compilatie wordt verwacht tegen half maart.
‘5 jaar Duyster’ vindt plaats op maandag 21 februari in de Ancienne Belgique, Brussel. De avond wordt in stijl geopend door DJ Eppo Janssen zelf, daarna is er de ‘screening’ van The Tropics of Love (The Black Heart Procession) en de concerten van Kid Dakota, Faun Fables en natuurlijk Low!
http://www.kindamuzik.net/interview/709/5-jaar-duyster-het-licht-in-de-ogen-van-ayco-eppo/8604/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: