Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Onze wegen kruisen elkaar in een Gentse taverne op de Kouter, waar ik word opgewacht door gitarist/arrangeur/duivel-doet-al Jean-Paul De Brabander en zangeres Lize Accoe. Gezien onze gemeenschappelijke achtergrond gaan we resoluut voor de primeur: een gesprek in het dialect! Dat was echter buiten onze sympathieke eindredacteur gerekend, die al guitig met mijn ontslagbrief stond te zwaaien. Uiteindelijk wisten we alsnog het volgende interview te distilleren:
Ik wil geen open deur intrappen, maar het is de laatste tijd verdomd moeilijk om De La Vega te ontlopen.
JP: “Je voelt goed dat er sinds kort echt iets aan het bewegen is. Er is veel aandacht in de pers, mensen in de straat stappen naar ons toe en in de zaal duikt er ook al eens iemand op met een t-shirt.”
Vreemd dat jullie (de drie heren van De Le Vega hebben een lange staat van verdienste in bands als Looplizard en Orgasmaddix, dc) niet vroeger op het idee gekomen zijn om met een zangeres in zee te gaan.
JP: “In de nadagen van Looplizard hebben we nog wel met een zangeres gewerkt, maar nu, met Lize erbij gaat het gewoon veel sneller. We werken een idee uit, Lize improviseert er iets op en binnen het halfuur weten we of het tot iets zal leiden of niet. Die methode werkt ongelooflijk goed.”
Lize: “Alles valt te herleiden tot de chemie tussen ons.”
Groepen met een vrouw in de vuurlijn hebben vaak het nadeel dat er meer op haar dan op de muziek gefocust wordt. Jullie daarentegen – en ook de platenfirma – doen er alles aan om jullie als ‘groep’ te profileren.
Lize: “Zonder hen sta ik nu éénmaal nergens en het omgekeerde is ook waar.”
JP: “Lize is inderdaad het speerpunt van de groep, maar onze kracht schuilt vooral in de wisselwerking tussen de leden onderling. Die zorgt ervoor dat we boven het niveau van de ‘confectiepop’ uitstijgen.”
“Bij sommige artiesten voel je gewoon dat àlles georchestreerd wordt. Je neemt een zangeres en bouwt er vervolgens een grote machine rond, die op een bepaald publiek gericht is. Daarna blijven ze ook op diezelfde formule verder borduren, anders zou een deel van hun publiek wel eens kunnen afhaken. Zoiets voel je. En hoor je ook! Lize is voor De La Vega veel meer dan louter de zangeres. Ze is een volwaardig bandlid en groeit mee in het creatieve proces van de nummers. Het is een manier waarop Lize volledig tot ontplooiing kan komen.”
Lize: “Er wordt te vaak vergeten dat een plaat opnemen het werk is van een volledig team, het management, etc... Daar zitten een hele rits mensen achter.”
Jullie zitten onderdak bij het vrij bescheiden label annex management Draaischijf. Desondanks wisten ze intussen wel al ‘namen’ als Biosphere en Ozark Henry te strikken. Fraai gezelschap, me dunkt!
JP: “De twee mensen van Draaischijf zijn hun gewicht echt in goud waard. (lacht) We weten dat die lui soms echt tot op het randje moeten gaan om het hoofd boven water te houden, maar ze hebben zo’n gedrevenheid en passie voor muziek! (stilte) Hun beweegredenen zijn bovendien van een andere orde dan die van, bijvoorbeeld, een grote major.”
Het is een steeds vaker voorkomend fenomeen: gevestigde bands die de kille aanpak van een major inruilen voor de geborgenheid van een ‘kleiner’ label.
JP: “Ik lag in het verleden onder contract bij Double T en BMG. Het contact dat we nu hebben is veel persoonlijker en intenser dan de samenwerking die ik vroeger had met andere mensen. We hebben beide een plicht te vervullen en als er één zijn taak niet vervuld, brengen we elkaar in de problemen. We zijn afhankelijk van elkaar en dat wéten we ook.”
Lize: “Ze gaan echt voor mensen met ambitie en als jonge artiest geven ze je een pak vertrouwen. We maken muziek voor een breed publiek. We hebben ons nooit bewust op de doelgroep van Studio Brussel of Radio 1 gericht, maar beide zenders draaien ons wél. In ons publiek staan vijftigers, maar ook mensen van twintig. We brengen een brede waaier aan stijlen en dat maakt het interessant.”
Daar wou ik net naartoe. De La Vega heeft zich nooit laten vastpinnen op één genre.
JP: “Dat is ook hetgene waar ik altijd naar gestreefd heb en het heeft me tot op vandaag nog geen windeieren gelegd.”
Lize: “Ik vind het bijvoorbeeld tof dat we bij sommige recensies nu plots onder ‘soul’ staan, terwijl dat bij de EP nog pop/rock was. Ik heb immers altijd de ‘soul’ willen behouden. Aspects of You gaat ook al die richting uit en dat is het voordeel van een tijd met elkaar samen te werken.”
JP: “Je leert naar elkaar toe te komen. Mijn muzikale verleden loopt totaal niet parallel met dat van Lize, maar door haar leerde ik intussen wel al een heleboel nieuwe dingen kennen.”
Lize: “Zij luisteren dan weer naar platen die ik nooit zou kopen.”
Bands die verschillende stijlen aanboren, zijn vaak een ware gesel voor critici. In Engeland zouden ze aan De La Vega een vette kluif hebben.
Lize: “Elk nummer is anders en degenen die zoeken naar een tweede ‘Surely’ zijn eraan voor de moeite. Veel bands hebben blijkbaar een heilige schik om even buiten de lijntjes te kleuren en zijn zò voorspelbaar. Waarmee ik nu niet wil zeggen dat wij zo vernieuwend zijn... maar toch.”
“Tenslotte heb je er weinig controle over hoe de mensen je gaan beoordelen, dat is voor iedereen erg persoonlijk en die meningen kunnen nogal uit elkaar lopen.”
JP: “Met de EP zag ik een bepaalde recensie waar ze ons vergeleken met Mory Kante. Toen keek ik naar Lize met een blik van ‘waar halen ze dat in godsnaam vandaan?’ (lacht) Onlangs werden we in een andere recensie op dezelfde lijn geplaatst van Sven Van Hees en Buscemi! Met alle respect voor wat die artiesten brengen – ik vind hen héél goed – maar onze muziek gaat puur gevoelsmatig veel dieper en is veel intenser. Uiteindelijk heb ik er geen problemen mee, want elke journalist heeft tenslotte recht op zijn mening.”
“Net daarom vind ik het zo frappant dat wij als mengelmoes van diverse genres en invloeden, nu wel platen verkopen, op radio gedraaid worden en recensies krijgen. Er zijn artiesten waar wij naar geluisterd hebben die nooit gerecenseerd werden, laat staan dat ze ooit een playlist gehaald hebben.”
Lize, van een jongedame van vijfentwintig verwacht je als invloeden niet meteen namen als Stevie Wonder of Ella Fitzgerald, laat staan dat het gros van jouw leeftijdsgenoten ooit al van Donnie Hathaway gehoord heeft.
Lize: “Toen ik veertien, vijftien was, ben ik samen met een vriend plaatjes gaan draaien. Op die leeftijd was ik bezig met soul, techno, drum ‘n’ bass en later ook hiphop. Automatisch leer je mensen kennen die ook verwant zijn met dat soort muziek. Zo leerde ik destijds Miles Davis en Sade kennen. Vorig jaar ben ik naar een festival geweest in Vienne (Frankrijk), ik heb er Roy Hargrove gezien, Herbie Hancock ... even later zag ik ook Jason Moran aan het werk. Kortom, het was een fantastische ervaring! Ella Fitzgerald vind ik – wie ben ik om dat te zeggen, maar soit – beter dan Billie Holiday. Verder heb ik inderdaad een grenzeloze bewondering voor Stevie Wonder en Donnie Hathaway. En Frank McComb, de zanger van Buckshot Lefonque, is ook ongelooflijk goed!”
Jean-Paul, jij heet dan weer een studiowonder te zijn. Ook op Falling Into Place heb je alle arrangementen – inclusief piano, strijkers en blazers – voor eigen rekening genomen. Spreek ik hier met een controlefreak?
JP: “Iedereen heeft zijn steentje bijgedragen. Ben (Van De Velde, dc), onze bassist, heeft een ongelooflijke technische bagage, was in het verleden studiotechnicus bij Hooverphonic en heeft massa’s ervaring. David (Van Belleghem, dc) is dan weer erg goed op zijn terrein, met name het knip- en plakwerk. Zij gaan verder waar ik de basis gelegd heb en mede door de vrijheid die hen gegund wordt, komen we tot mooie resultaten en ik kan mijn taken nét weer een niveau hoger hijsen.”
In het verleden is echter al dikwijls bewezen dat er een vloek rust op platen die door de band zelf geproduceerd zijn.
JP: “We weten allemaal hoe het moet klinken. We hebben met producers gepraat en de helft trok bleek weg toen ze onze songs hoorden, omdat ze niet wisten wat ze ermee moesten aanvangen. Wij kennen de songs tenslotte door en door en voor iemand die er pas in een later stadium bijkomt, is het een stuk moeilijker.”
“Dan hadden we ook nog een ander soort producers, die meteen de helft van ons materiaal overboord ging gooien, en dat was natuurlijk ook niet de bedoeling. Voor Falling Into Place hebben we ons die vraag niet meer gesteld. Het stond vast dat we alles zelf zouden doen. Met een producer werken zou ons toch alleen maar kop- en geldzorgen opgeleverd hebben.”
Jean-Pierre, hoe ben je er ooit in geslaagd is om een gerenommeerd iemand als Adrian Sherwood te strikken?
JP (wrijft zich in de handen): “Door ons contract met Double T konden we zelf bepalen met wie we zouden werken. Ik was al jaren gek op de N.E.W.S.-sound en het fraaie was dat Looplizard het enige project was dat Sherwood in lange tijd gedaan heeft, los van N.E.W.S. Achteraf is het eigenlijk een vrij triestig verhaal geworden, want Adrian moest een plaat mixen die – uit financiële overwegingen – iemand anders geproduceerd had. Het is uiteindelijk niet de plaat geworden die ik in mijn hoofd had, omdat de productie redelijk wat onherstelbare schade had opgelopen. Het neemt niet weg dat we er enorm veel uit geleerd hebben. In mijn geval was Sherwoord de perfecte leermeester. Mocht ik ooit de kans krijgen om opnieuw met hem samen te werken, dan teken ik direct.”
Lize, Lauryn Hill, een andere heldin van jou, zei ooit het volgende: “For some reason, women aren’t really taken seriously as far as being thinkers and creators and arrangers and producers.”
Lize: “Ik denk dat een vrouw sterker is en toch wordt haar rol nog altijd enorm onderschat. Ik heb grenzeloos veel respect voor Lauryn Hill. Zelf denk ik ook wel redelijk sterk in mijn schoenen te staan. Ik kom altijd uit voor mijn mening.”
JP: “Mochten wij Lize als vrouwelijk bandlid niet au serieux nemen, dan zaten we hier nu niet aan tafel. Persoonlijk vind ik het een groot voordeel om met een vrouw te werken, omdat ze zaken vanuit een totaal ander perspectief bekijken dan mannen.”
Lize: “Ik geloof enorm in yin en yang en dat gaat soms erg breed. Twijfel hoeft niet noodzakelijk negatief te zijn, want daardoor bereik je weer iets anders. Met na te denken kom je veel verder dan je blindelings aan iets over te geven.”
JP: “Stel dat je de keuze hebt uit een hele rits mogelijkheden, dan is het erg belangrijk dat je twijfelt vooraleer je een keuze maakt. Wie dat niet doet houdt geen rekening met de verschillende opties.”
Die twijfel schemert ook vaak door in je teksten: in ‘Beats Me’ zing je bijvoorbeeld ‘puzzling questions all night long’.
Lize: “Twee à drie jaar geleden was ik inderdaad iemand met ‘questions all night long’. Liggen tobben over van alles en nog wat. Het maakt gewoon deel uit van het proces om volwassen te worden... Groeien in jezelf, want ik gebruik het woord ‘volwassen’ niet graag. Groeien met mensen rondom u.”
JP: “Het is onmogelijk om het ‘goede’ te waarderen als je niet weet wat ‘slecht’ is.”
Lize: “Er zijn in deze wereld ook zoveel dingen die fout lopen. Ergens is het niet onlogisch dat er wrede dingen gebeuren, maar er wordt helemaal verkeerd op gereageerd.”
“Maar om nog even terug te komen op die quote van Lauryn Hill. Laatst hoorde ik nog een opmerking dat er een tekort is aan vrouwelijke frontvrouwen in de Belgische rock. Er zijn vaak nog teveel vrouwelijke artiesten die wel kunnen, maar zich niet dùrven profileren.”
In ‘Aspects of You’ klinkt het: ‘harmony is the only way for me’.
Lize: “Er schiet me net iets moois binnen: De La Vega is het perfecte evenwicht tussen man en vrouw. ‘De La’ is de vrouw en ‘Vega’ de man. De mannen in de groep zijn iets realistischer, terwijl ik alles op een spiritueler manier bekijk.
JP: “Aspects of You’ is de gedroomde symbiose van wat gangbaar is in de muziek tussen een mannelijke en een vrouwelijke helft. Als je dan bijvoorbeeld naar Queens of the Stone Age of Nine Inch Nails luistert – waar ik allebei erg fan van ben – dat is kracht, power, overduidelijk héél mannelijk! Wij verenigen een Baudelaire met een Zorro en dat zie ik niet meteen gebeuren in uitgesproken ‘mannelijke’ platen of songs die anderzijds door en voor vrouwen geschreven zijn, Jill Scott, Erykah Badu...”
De experimentele instrumental ‘Baudelaire’ is inderdaad wel de vreemde eend op de plaat.
JP: “Het was één van de eerste songs die ik geschreven heb en het is eigenlijk gebaseerd op een song van Nine Inch Nails, ‘La Mer’ uit The Fragile. Een wereldnummer, echt waar! Op Falling Into Place valt het misschien wat uit de toon, maar desondanks past het perfect bij De La Vega. We zullen nog instrumentale nummers schrijven en die zullen telkens weer afwijken van de songs die ik met Lize schrijf.”
Lize, om nog even terug te komen op ‘Surely’. De kans is reëel dat je eeuwig afgerekend zult worden op dat ene regeltje: ‘put your hands between my legs’.
Lize: “Als je er de hiphop-teksten van tegenwoordig op naleest, dat is klare bullshit! Wat er daar allemaal uitgekraamd wordt… Dan vind ik mijn tekst nog redelijk subtiel, een beetje sexy. Ach, ik ben er allemaal niet zo mee bezig.”
JP: “We hebben het ook snel afgeleerd om Lize aan te spreken op haar teksten. Er valt wel eens een opmerking, maar zolang het grammaticaal in orde is...”
Lize: “Ik zou het ook niet toelaten. Het is mijn gevoel en daar hoeft niemand een opmerking over te geven. Muziek is het perfecte medium om de mensen bewust te maken van bepaalde dingen.”
JP: “We zijn een band die erg inspeelt op het ‘gevoel’ en dat wil ik vasthouden.”
Lize, je liet je al dikwijls ontvallen dat muziek uw redding geweest is, baseer je je dan op woorden, een ritme, een pakkende melodie...
Lize: “Ik heb het gewoon nodig om op te treden. Vroeger danste ik ook héél graag, drum ‘n’ bass en zo, maar dat stadium ben ik inmiddels voorbij. Door op jonge leeftijd al teksten te schrijven en te zingen, kon ik allerhande zaken van me afzetten. Jezelf ontdekken, daar komt het op neer. Het is ook essentieel om je eigen lichaam en je eigen persoonlijkheid te leren kennen en dat geldt evenzeer voor de muziek. Vergelijk het gerust met masturbatie, muziek is masturbatie! (lacht) Toen ik deze morgen ‘Phoenix’ van Buckshot Lefonque hoorde, heb ik alles aan de kant geschoven en de tranen rolden me achter de wangen. De energie die muziek kan losmaken, de kriebels in de buik, het is onbeschrijflijk!”
JP: “Het zijn golven die zich verplaatsen. Binnen een beperkt segment van uw creativiteit kun je ontzettend veel bereiken. Neem nu ‘Smells Like Teen Spirit’ en welke gevolgen één luttel idee kan hebben voor de rest van de wereld! Met De La Vega is het heerlijk om weten dat we dergelijke gevoelens zowel kunnen losweken bij een vijftienjarige als bij iemand van vijfenzestig.”
De La Vega staat komende zomer op Folk Dranouter en is de eerstkomende weken ook te zien Antwerpen (Arenbergschouwburg, 1/5), Hoeselt (JH X, 6/5) en Kortrijk (Novarock, 7/5)
http://www.kindamuzik.net/interview/de-la-vega/de-la-vega-muziek-is-masturbatie/9341/
Meer De La Vega op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/de-la-vega
Deel dit artikel: