Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De man achter Lalalover vestigde zich vorig jaar in het zonovergoten Ronda in Andalusië. Het idyllische bergdorpje is voor Kestens zowel privé als professioneel een openbaring. Met dank aan Filip Eyckmans, die er reeds verscheidene jaren het artiestenhotel En Frente Arte runt. “Sinds Filip zijn project uit de grond heeft gestampt is het een broedplek geworden voor Belgische artiesten. Hij heeft er heel wat in gang gezet, maar het was in de eerste plaats interessant uit financiële overwegingen. Ik kon er immers een betere deal sluiten dan in eender welke Belgische studio.”
Dat Lalalover de afgelopen maanden nauwelijks uit de ether weg te branden is, zal je allicht niet ontgaan zijn.
“Het zijn doorgaans andere mensen die het me komen vertellen, bijvoorbeeld dat ‘Troubles & Fights’ veel gedraaid wordt. Ik merk het wél als ik terug in België kom. Het is fantastisch om tijdens de set bepaalde mensen woord voor woord te zien meezingen. Ik had dat niet verwacht, vooral omdat mijn muziek hier niet meteen voor de hand ligt. Toch ben ik blij dat ze opgepikt wordt.”
Waar Gent jarenlang het mekka van de betere rockmuziek was, staan vandaag vaker bands op die een gezonde dosis soul uitvaardigen. Zie ook het succes van bands als DeLaVega, Bolchi en Skeemz
“Het is aan het veranderen, da’s juist. Ik zie dat aan mijn leeftijds- en generatiegenoten. We zijn allemaal geboren in de jaren zeventig, in gezinnen waar de platen van Stevie Wonder of Marvin Gaye voor het grijpen lagen. Mensen die nu rond de veertig draaien – zeg maar de Luc De Vos’en van deze wereld – zijn opgegroeid met rockmuziek. Geef mij maar onze generatie, waarin het spectrum toch een heel pak breder is. Anderzijds moet het ongelooflijk opwindend zijn om vandaag teenager te zijn. Er is zoveel om uit te kiezen, pop, rock, jazz, hiphop, noem maar op. Ideaal om veel indrukken op te doen.”
Heb je Transit Ostend ooit gezien, de verbijsterend mooie en aangrijpende documentaire rond Marvin Gaye?
“Niét te doen! Het knappe aan zo’n artiesten – los van of je van het genre houdt of niet, en ook aan een Otis Redding, is dat zij quasi schaamteloos sentiment en gevoelens durven tonen. Dat gegeven zie je nu éénmaal veel meer bij zwarte dan bij blanke artiesten. Wij dùrven dat nog te weinig. Op Heliotropic heb ik me zoveel mogelijk gebaseerd op de essentie van wat ik eigenlijk wil zeggen. Met de buik schrijven en niet met het hoofd, niet rond de pot draaien. De guts, weet je! Neem ‘Ain’t No Sunshine’ van Bill Withers, man, wat een lef, helaas zijn dergelijke figuren zo zeldzaam.”
Zonder Clarence Avant van Sussex Records had allicht niemand ooit van Bill Withers gehoord. Toeval wil dat ook hij zelf zijn eerste songmateriaal gefinancierd heeft, net als jij dus.
“Ik heb nu de plaat gemaakt die ik al jaren wilde maken en dat idee is me erg dierbaar. Ik ben dan wel een lening aan het aflossen, maar dat vind ik nog het minste. Ik ben tenslotte eigenaar van mijn tapes en dat is vandaag al heel wat. Het probleem dat zich nu echter stelt: ik heb al zoveel geïnvesteerd dat ik het wel cool zou vonden mocht het nu worden overgenomen. Het houdt ook niet op met de release van de plaat hé, ik moet nog vele duizenden cd’s verkopen vooraleer ik iets recupereer van mijn investering.”
In een interview tijdens Eurosonic, afgelopen januari in het Nederlandse Groningen, kon je nauwelijks verhelen dat je geen hoge pet op hebt van showcases en de platenindustrie.
“Klopt, ik ben dat zo moe en zo beu. Het heeft gewoon geen zak met muziek te maken. Als ik daar sta weet ik opnieuw exact waar ik twee jaar geleden van weggelopen ben. Ach, ergens is het onvermijdelijk en moet je erin meegaan. Ik doe het voor de mensen die komen kijken en platen kopen omdat ze van muziek houden. Al de rest is quatsch! Van die lui die met een pint in de hand al lullend naar uw optreden staan te kijken, - met permissie - maar daar doe ik het dus niét voor.”
Anderzijds stonden zij er waarschijnlijk ook al toen je met Das Pop in 1998 Humo’s Rock Rally won?
“Inderdaad, maar toen was ik ook nog een pak jonger. Mocht ik echter kunnen zonder … meteen, hoor! De Rock Rally is een zeer tof concours, omdat jonge groepen de kans krijgen om op een podium te staan. Mààr, het idee wedstrijd is in de muziek iets héél onnatuurlijks. Het gaat toch helemaal niet om wie de beste is. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het Humo soms meer om een soort profilering dan om de artiest zelf te doen is. Het is en blijft een moeilijk onderwerp. Er moeten tenslotte vehikels zijn voor jonge groepen om te vertrekken. Soit, de Rock Rally heeft ons indertijd met Das Pop géén windeieren gelegd.”
Ik kan het me niet voorstellen, maar krijg je nog wel eens kwade reacties op je vertrek bij Das Pop?
“Wees daar maar zeker van, het mes snijdt aan twee kanten. Toen de eerste recensies verschenen en Das Pop daar telkens weer in opgedist werd, heb ik hen meteen gebeld en hetzelfde verteld. Ze zullen het altijd blijven vergelijken. Kijk, er zijn mensen die naar me toekomen en vragen ‘waar ik in godsnaam mee bezig ben’ en me als uitsmijter nog meegeven dat Das Pop ‘tien keer beter is’. Er zijn er ook die zeggen: ‘Eindelijk Tom, nu maak je goede muziek!’. Ik vond de gasten van Das Pop super, maar ben er uitgestapt omdat ik mij niet 100% in het resultaat kon vinden.”
Als je weet wat je nu weet: wringt het niet dat je niet vroeger met dat solodebuut op de proppen bent gekomen?
“Dat is een erg moeilijke vraag. Op mijn achttiende is me door een platenfirma reeds een pak geld geboden, ik schreef toen vooral Nederlandstalige nummers. Ik ben blij dat ik toen rechtuit gezegd heb dat ik er helemaal niet klaar voor was. Weet je, ik vind dat veel artiesten te snel iets uitbrengen en te snel tevreden zijn. Ik heb nu pas het gevoel dat wat ik te zeggen heb er ook daadwerkelijk toe doet. Acht jaar geleden had ik dat niét. Platen hebben te vaak twee à drie goede nummers en de rest is niet rijp genoeg. Neem dan, zoals ik gedaan heb, gewoon je tijd en schrijf liever tien nummers die aan elkaar gewaagd zijn.”
De melodieën op Heliotropic mogen dan wel zonnig en opgewekt klinken, jouw teksten zijn dat overduidelijk niet. Het is allesbehalve een vrolijke plaat!
“Juist. Ik ben geen zwartkijker, maar heb wel een melancholische natuur. Ik loop fluitend door de dag, maar tegelijkertijd draag ik een soort onrust mee. Mijn vriendin zegt dat ook altijd: ‘jij loopt iedereen liefde te geven en vast te pakken, maar als je even neer gaat zitten in de zetel begin je altijd na te denken van wat er allemaal fout loopt tussen de mensen.’ Ik word daar inderdaad melancholisch van, je kunt bijna niet anders als je ziet wat er gebeurt. Zowel in het dagelijkse leven als op wereldvlak.”
Dan verzandt melancholie al snel in een soort bitterheid.
“Iedereen, zo zie ik het toch, wil zoveel mogelijk liefde geven om er zoveel mogelijk terug te krijgen. Alleen, soms loop je daarin zware teleurstellingen op. Het verhaal van de afgelopen twee jaar is voor mij geweest dat ik heel veel mensen écht heb leren kennen. Ik heb vijf jaar bij Das Pop gespeeld en dan heb je vrienden op overschot. Het gaat allemaal goed, je staat in de spotlights, je wordt alles het ware gelééfd. Iedereen weet tenslotte waar je mee bezig bent. De afgelopen twee jaar was ik echter vooral met film en theater bezig en dan merkte ik dat bij veel mensen de interesse gewoon wég is. Dan heb ik iets van: ‘shit, dat waren vrienden van mij!’ Plotseling hadden die aan mij niks meer te vragen. Dat stemde mij wel tot nadenken. Nu weet ik wie mijn echte vrienden zijn en op wie ik kan bouwen.’
http://www.kindamuzik.net/interview/lalalover/het-buikgevoel-van-lalalover/12109/
Meer Lalalover op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/lalalover
Deel dit artikel: