Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Ik doe dat niet bewust", beweert de bebaarde man uit de kleine gemeenschap Karns bij Knoxville, in het zuidelijkste zuiden van de VS. "Maar ik snap dat mensen denken dat ik voornamelijk over het verlangen naar vroeger schrijf en zing. Voor stadsmensen zijn de plekken die ik in mijn nummers aanstip exotisch. Ze herbergen veel sentiment. Het zijn melancholische plekken, juist omdat het plekken zijn waar het zwaar is voor de inwoners om rond te komen, waar armoede en alcoholisme op de loer liggen."
Daarmee kunnen we Richard Stooksbury overigens in thematiek niet zomaar in het verlengde van americanaband Richmond Fontaine plaatsen: "Ik maak de dingen graag wat mooier en hoopvoller. Ik weet niet in hoeverre ik het bewust doe, maar ik probeer de luisteraar een positief gevoel mee te geven. In mijn hoofd is het meer glamoureus dan in de werkelijkheid. Veel van mijn nummers zijn fictief. Ik schrijf over waargebeurde feiten, die ik vervolgens enigszins aanpas. Daarbij schrijf ik niet altijd vanuit de eerste persoon, ik gebruik ook personages in mijn liedjes."
Voor dromers en drivers
Eén van Stooksburys personages staart in het dromerige en weemoedige nummer '23rd Street' troosteloos en eenzaam uit het raam van zijn hotelkamer. "Dat nummer is van origine van de folkzanger Bill Morrissey uit New Hampshire. Mijn liedjes zullen dromers zeker aanspreken. Ik denk echter niet dat mijn muziek beperkt is tot dromerige luisteraars. Het album leent zich ook goed voor een draaibeurt onder het autorijden."
Naast het opvoeren van personages in zijn teksten lijkt Stooksbury ook graag op een andere manier te spelen met taal. Een voorbeeld daarvan is de dubbelzinnigheid van de liedregel "Moss (gras/stilstand) don't grow on a rolling stone (steen/zwerver)" in 'Headin' Home'. "Niet alleen die zin, maar het hele vers is een taalspelletje. Ik probeer simpel en tegelijk open te schrijven. Bij veel popliedjes is het overduidelijk waar het over gaat. 'I Wanna Hold Your Hand' van The Beatles: iedereen weet waar dat over gaat. Ik combineer directe zinnen met meer abstracte. Door directheid kan de luisteraar sleutelelementen in het liedje vinden, terwijl abstracte zinnen hem zijn eigen conclusies laten trekken."
WildWest-feesten
De muzikant verhuisde naar Nashville om bluegrass te leren spelen. "Ik heb dat tien jaar gedaan, maar merkte dat het wereldje te conservatief naar mijn smaak was. Bluegrass wordt hier gespeeld door zwaar religieuze, straight edge-mensen. Op een gegeven moment ben ik naar een avondje voor singer-songwriters gegaan. Dat was veel meer in de sfeer van Townes van Zandt en Guy Clark. Van die WildWest-feesten met veel drank en maffe mensen. Daar pas ik beter tussen. Op South wordt geen échte bluegrass gespeeld. We gebruiken geen drums, maar een hobo en een mandoline. We refereren eerder naar The Band en ‘rockier’ acts als The Flying Burrito Brothers."
Richard Stooksbury sluit zijn South af met een zuidelijke snack, 'Corn Dog', het meest olijke nummer van het album. "Live eindigen we altijd met dat nummer. Luisteraars vroegen me wanneer dat op plaat zou komen, dus hiermee geef ik in aan het publiek. Het liedje is niet echt een politiek statement. Het is geen parodie op oude, Amerikaanse radiocommercials. Het is gewoon een grappig liedje, oorspronkelijk van een punkband uit Knoxville waar ik bevriend mee ben." Daarmee toont Stooksbury aan hoe je je wortels kunt inzetten om tot een hartverwarmend muzikaal resultaat te komen.
http://www.kindamuzik.net/interview/richard-stooksbury/richard-stooksbury-en-de-hang-naar-vroeger/16375/
Meer Richard Stooksbury op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/richard-stooksbury
Deel dit artikel: