Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Je komt het waarschijnlijk niet veel tegen, maar heel af en toe stijgt het voorprogramma boven de hoofdact uit. Deze avond was er zo een. Je kan zeggen dat beide groepen eenzelfde stijl hanteren, ze spelen beiden een soort van vette tachtigerjaren bluesrock. Maar aan wat het The Flaming Stars wel eens ontbrak, hadden The Black-Eyed Snakes in overvloed: ziel.
Alan 'Low' Sparhawk, of "Chicken Bone George", zoals hij zichzelf in deze band durft noemen, en zijn kompanen speelden zo ontzettend passioneel, zo ontzettend gedreven en met zoveel ziel. Het leek wel alsof Alan zijn demonen, die hij bij z'n andere groep Low in toom weet te houden, hier allemaal tegelijk wou loslaten.
Al vanaf het moment dat The Black-Eyed Snakes het podium beklommen, het moment dat Big House, de kettingrokende gitarist, zijn eerste sigaret opstak, het moment dat Smokin' Brad zijn drumsticks ter hand nam, het moment dat The Doctor zich achter zijn grote bassdrum zette. Maar vooral het moment waarop George zijn '70s-microfoon tot zijn lippen bracht, zijn publiek alvast bedankte -vrij onverstaanbaar omdat het eerder klonk als een gedempte megafoon- en toen de boel liet uitspatten met zijn eerste schreeuwende gitaarakkoorden. Alsof er een bom losbarstte, begon de drummer er in een hels tempo op los te slaan, verschroeiend toverde de gitarist de ene zinderende noot na de andere uit zijn instrument en onheilspellend weerklonk de bassdrum. Een groots begin dat enkel gevolgd werd door een Sparhawk die waanzinnig op zijn stoel zat te schuiven, rechtstond en half het podium afdonderde. Er werd vernietigend geroepen, gekeeld, geschreeuwd. Zware dreunen werden naar ons hoofd geslingerd en ongecontroleerde drumsolo's het publiek ingejaagd. Lang geleden dat deze reporter zo'n intensieve band zien jammen heeft. Langgerekte instrumentale stukken gevolgd door beklijvende teksten. Als een stoomtrein raasde de band door haar nummers, hevig zwetend, om zich heen briesend, en dit alles zich houdend aan de wetten van de blues. Tot slot bracht de zanger een ode aan de vrouwen, en vooral aan de twee Nederlandse fans die zwoel voor hem tussen het publiek stonden te dansen. Hij bedankte de 4AD voor de overnachting en het ontbijt en liet het vuur nog eenmalig kolken met de afsluiter 'Good Woman Blues'.
Wetende dat het half uur voordien uitzinnige publiek in spanning stond te wachten op iets dat minstens de helft meer zou stomen dan wat er zich voorheen had afgespeeld, maakten The Flaming Stars bij hun opkomst een zenuwachtige indruk. Max Décharné en de zijnen spelen gewoonlijk iets meer ingetogen, en dit was ook nu het geval. Ze speelden muziek waarbij de tijd stil leek gestaan te hebben. Garageblues die doet denken aan Jon Spencer Blues Explosion, maar dan zonder de charismatische Jon Spencer, of aan The Birthday Party zonder de enigmatische Nick Cave. Waar deze groep gebrek aan heeft is uitstraling. De zanger, Max Décharné, ex-drummer en deels schrijver, lijkt eerder op een karikaturale versie van Morrissey, maar mist diens arrogantie. Deze jongens zijn te vriendelijk, niet sleazy genoeg om de essentie van de bluesrock uit te stralen. Heel soms braken ze los, maar meestal sleepten de nummers aan zonder enige intensiteit. De echte fans gingen naar het einde toe wel duchtig uit de bol en onthaalden de oudere hits zoals 'Kiss Tomorrow Goodbye' en 'Some Things You Don't Forget' met applaus, maar het overige publiek bleef toch vrij terughoudend.
» Bezoek de Black-Eyed Snakes' website
» Bezoek The Flaming Stars' website
http://www.kindamuzik.net/live/709/flaming-stars-black-eyed-snakes/5612/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: