Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ok, mijn kompas is al wat langer gericht op het Noorden. Vroeger had ik zoals veel generatiegenoten "Sehnsucht nach Süden". Frankrijk, Spanje en Italië: talloze keren ben ik daar alleen, met ouders, vriendin of vrouw naar toe getrokken. Op zoek naar de zon en vertier trokken we als trekvogels naar het zuiden. Boven Terschelling was letterlijk en figuurlijk het grote grijze niets. Maar nu ga ik als een "uit het lood geslagen windroos" zelfs met wielrennen automatisch richting noorden.
Waar komt die fascinatie met het noorden ineens vandaan? Het moet zoals alles in je leven iets met mijn jeugd te maken hebben. En ook iets met verloren onschuld, naïviteit en eerlijkheid, en vooral het gebrek eraan in Nederland waar we met 16 miljoen mensen moeten overleven op een klein stukje land dat eigenlijk de zee toebehoort.
Voor het eerst in mijn leven ga ik naar Scandinavië. Om precies te zijn naar het vijfdaagse Quartfestival 2003 in Kristiansand, Noorwegen. Tot mijn stomme verbazing komt er half juni een mailtje binnen dat ik dinsdag 1 juli een perskaart kan ophalen in het Ernst Hotel in Kristiansand. Ik moet de Grote Bosatlas er even bijpakken om te kijken waar Kristiansand ligt. Ik droom ervan om samen met Nina Persson van The Cardigans in een tentje wijn te drinken en over het leven te filosoferen.
Ik haat reizen. Ik ben een bange schijtluis. Als ik het vliegtuig neem, moet ik iets slikken om de angst te onderdrukken. Maar alles gaat beter tegenwoordig, zélfs reizen naar het noorden gaat mij beter af!
Per auto naar het Noorden:
Bremen
Hamburg
Kiel
Flensburg
Een mooi rijtje. Klinkt als een rijtje uit Celine's laatste boek Nord. Toen de antisemitische Franse schrijver na de tweede wereldoorlog berooid met kat en vrouw door het platgebombardeerde Noord-Duitsland en Denemarken zwierf, op zoek naar een richting waarop hij zijn tomeloze woede zou gaan richten. Uiteindelijk zou hij toch naar Frankrijk terugkeren om te sterven.
De eenzaamheid is het ergste, lees ik op de talloze internetforums van geëmigreerde Nederlanders in Noorwegen. Wat wil je met vierenhalf miljoen mensen in een land dat in het noorden grenst aan de Poolcirkel en in het zuiden aan de Noordzee. Nooit files, nooit lawaai, nooit drukte, nooit meer slapen.
De portier is een invalide, schreef W.F. Hermans als eerste zin in Nooit meer slapen. Nog zo’n vrolijke Frans die de eenzaamheid van Noorwegen gebruikte voor zijn roman over een expeditie waar vanaf het begin een doem op lijkt te rusten.
Waar begin ik aan? Ook aan een hopeloze expeditie? Maar het geluk lacht me toe. Want de zes flessen whisky en vier flessen wijn om het ijs te breken komen ongezien door de Noorse douane.
Op het campingterrein Eg net buiten Kristiansand waar ik vijf dagen zal bivakkeren, zwalken talloze jongeren "stomdronken" rond. Het is twaalf uur in de nacht maar nog zo licht dat ik zonder zaklamp mijn tent kan opzetten. Tussen de dronkemansgezangen door zoemt één woord als een mantra rond: Turbonegro. De dronken Noren die ondertussen bij mijn tent komen staan, verzekeren mij dat ik niet terug kan naar Nederland zonder deze Noorse rockband gezien te hebben. Later die nacht hoor ik ze in mijn halfslaap huilen als wolven naar een denkbeeldige maan die hier niet te zien is omdat de zon vandaag niet onder gaat.
Overvloed en onbehagen
Wat me de volgende dag vooral opvalt aan Noorwegen is dat het zo'n modern land is. Iedereen heeft breedband internet en een piepklein mobieltje met kleurenscherm om zijn nek hangen. Alles is schoon en fris en de mensen zijn vrolijk, netjes en modern gekleed. Een bierglas met veel geld staat op de bar van het festivalterrein en belangrijker: het blijft daar staan. Cd's staan in hun hoesjes buiten op straat. Als experiment gooit een krant tijdens het festival tien portemonnees op het festivalterrein met een hoop geld erin. Vijfennegentig procent van de beursjes wordt ook weer volledig bij de organisatie teruggebracht.
Iedere Noor die je hier spreekt kent Nederland alleen van de coffeeshops en het Red Light district. Genotsmiddelen & hoeren zijn ons voornaamste exportproducten geworden. Muziek uit Nederland kent niemand. Alleen de schaatser Rintje Ritsma is bekend in Noorwegen. Ook al zo'n exponent van fris- en fruitigheid.
De Noorse groep Madrugada verklaarde vorig jaar in een interview dat ze nooit een album als Grit hadden kunnen maken in Noorwegen. Een verhuizing naar Berlijn was noodzakelijk om het lieve en onschuldige kwijt te raken.
The Flaming Lips: knuffelbeesten op het podium creëren een kinderwereld zoals Alice in Wonderland. Geen wonder dat de vlammende lippen hier veel succes hebben. Ondanks de stortregen blijven duizenden geboeid kijken naar de wondere, onschuldige wereld van The Flaming Lips.
Bij het concert van The Cardigans is het razend druk. De Scandinavische lucht heeft Nina Persson zichtbaar goed gedaan. Zo uitgelaten als hier, op Scandinavische grond, heb ik haar nog maar weinig gezien. Ze is goed bij stem, wat in Nederland (Pinkpop 2003 en recentelijk Barend en van Dorp) nog wel eens anders is. Ze praat veel met het publiek in een taal die ik niet kan verstaan maar het publiek wel. Veel nummers van de laatste cd Long Gone Before Daylight worden met luid gejuich ontvangen. Er bestaat zoiets als een Scandinavisch oergevoel dat de natuur altijd sterker is dan jezelf en dat herkennen de mensen blijkbaar in de melancholie van The Cardigans.
Drank en vrouwen
De vrouwen in Noorwegen zijn mooi. Ze zijn over het algemeen slank, blond, koel en ze drinken veel. Niets is mooier dan voor je tent zitten en kijken hoe een stoet grote mooie trotse vrouwen zo goed mogelijk en ongenaakbaar in een rechte lijn probeert te lopen. Maar vaak kunnen ze de rechte lijn niet houden en zwalken ze als een op drift geraakt schip in zware storm van de rechte lijn, om dan net niet te vallen.
In Noorwegen doen ze zichtbaar weinig aan lichamelijkheid. De "Latijnse" gewoonte van het elkaar aanraken hebben ze niet, elkaar kussen doen ze zelden. Men kijkt dan ook gek op als je iemand de hand wil schudden. Laat staan dat je begint te kussen. Dan eindig je in een Noorse politiecel wegens ongewenste intimiteiten.
Overdag heb je weinig aanspraak maar in de nacht komen ze als bijen naar de honingpot, richting de tent van de Nederlander. Ik heb vuurwater en de flessen whisky en wijn zijn na enkele dagen op. Het ijs is dan al gebroken. Maar de volgende dag moet je wel weer van voor af aan beginnen om het muurtje dat gereserveerdheid heet, af te breken.
Drank is duur. Voor een pilsje betaal je 45 Noorse kronen, omgerekend ongeveer 6 euro. Toch smaakt het er niet minder om. En de Noren om me heen trekken zich zo te zien ook weinig van de prijs aan want iedereen is dronken en de tapinstallaties lopen constant door. Je kunt hier twee dingen drinken: appelcider of bier, allebei 45 kronen en ook getapt in hetzelfde glas. Meer keus is er niet. Regelmatig vallen hier doden door drank. Illegale Russische wodka met methanol eiste vorig jaar oktober nog zeven slachtoffers.
Chris Martin van Coldplay heeft 'er zin an'. Hij klimt zelfs als een tweede Bono (U2) in een hoge lichtmast waar hij vervolgens uitvalt. Het stel bleekneuzen dat een paar jaar geleden nog geen deuk in een pakje boter kon schoppen, is uitgegroeid tot een band van wereldformaat. Tijdens de toegift 'Amsterdam' ben ik de enige die staat te juichen op een immens veld.
The Kills: een man en een vrouw, verder niks. Droogneuken op een podium voor twintig man en een paardenkop. Zij is mager en kwetsbaar met sluik zwart haar. Hij is dominant, groot en bleek. De muziek en performance gaan door merg en been. Who is affraid of Virginia Woolf op een poppodium. Er is maar een flinterdun wandje tussen liefde en haat. En The Kills halen dat wandje vakkundig neer als Richard Burton en Elizabeth Taylor in hun beste dagen.
Scandinavian Leather
Eindelijk, Turbonegro. Noren met leren petten, zwart omrande ogen en lippenstift stromen het festivalterrein op. Duitse uniformpetten, matrozenpetten en spijkerjacks met Turbojugend, Oslo, Trøndheim, Kristiansand en zelfs Hamburg stromen het terrein op. De spanning is om te snijden. Want er komen ook talloze Deense en Zweedse motorbendes op het concert af.
Hoe het gigantische succes van Turbonegro te verklaren? Met zijn duistere verleden, leren petten, overal Turbojugend afdelingen volgens nazistisch gedachtegoed? Een verlopen zanger die letterlijk uit de goot van de Hamburgse wijk St. Pauli opgevist moest worden en een gebied tussen Oslo en Hamburg waar de tactiek van de verschroeide aarde werd toegepast door elke zaal plat te spelen.
Voor het optreden breekt een grote knokpartij uit. De dader, een zeventien jarige jongen, wordt tussen twee agenten geboeid en huilend afgevoerd. De show kan beginnen. Bij mij is er na drie nummers een zwaar gevoel van teleurstelling. Is dit het nu "de redding van de Noorse Muziek"? Veel schreeuwen, flirten met het Nazisme en de Noren bewust maken van hun Viking-afkomst. Ik heb het gevoel dat een Turk moet hebben bij het bezoeken van een Normaal concert. Je voelt de spanning en sensatie maar je kunt er niet je vinger op leggen. Teleurgesteld druip ik af naar de camping. Morgen reis ik terug naar het zuiden, huiswaarts, naar een plek waar de zon wel onder gaat.
Olaf Molenaar is naast medewerker van KindaMuzik ook de trotse bezitter van de enige Nederlandse weblog over Noorse Popmuziek: www.norenhoren.blogspot.com. Waarom? Omdat hij vindt dat de beste popmuziek momenteel uit Noorwegen komt.
http://www.kindamuzik.net/live/709/quart-2003/3561/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: