Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Raar om in een programmaboekje de vlucht naar voren te nemen. Er heeft nog geen noot of woord geklonken van het muziektheaterstuk The Wasp Factory (of is het hedendaagse opera?) en librettist David Pountney verdedigt zich al tegen de eventuele klacht dat zijn schrijfsels literaire kwaliteit ontberen. Ook wordt plompverloren gemeld dat Ben Frost (muziek en regie) geen interesse had in de gender issues die een expliciete hoofdrol spelen in de gelijknamige debuutroman van wijlen Iain Banks. Oftewel: je geeft al op voorhand toe dat wie literatuur of begrip van de belangrijkste thematieken van het boek verwacht, pech heeft. Als je stuk en boek los van elkaar zou willen zien, kom je ook bedrogen uit, want Frost en Pountney blijven daarvoor te dicht bij de roman.
Literair zou de munitie je uit handen geslagen zijn door Pountneys opmerkingen. Onzin. De schoten voor de boeg zijn een schaamlap om gebrek aan eigen kwaliteit te maskeren. Het libretto is stuitend slecht en is lelijke schoolmusicalpoëzie. De sfeer uit het boek, de stem van hoofdpersoon Frank: weg. Niet met artistieke vrijheid anders gebracht, nee, weg. Cruciale elementen ontbreken, op andere minder tot onbelangrijke zaken wordt uitentreuren in motto-achtige aforismen en vooral tergend herhaald de nadruk gelegd. Die krijgen in het losse zand van deze operatekst nergens handen en voeten; het blijven holle frasen die de fenomenale roman van Iain Banks absoluut onrecht aandoen. En als je die niet kent, heb je nauwelijks tot geen idee waar het stuk over gaat. Wat ook niet helpt, is de buitengewoon beroerde dictie waardoor de tekst niet te volgen is als je niet continu op de boventiteling let.
Drie actrices liggen op een podium als het stuk begint. Dat podium komt langzaam overeind totdat het verticaal staat. Bergen aarde die erop liggen schuiven naar beneden. De actrices wroeten erin en zoeken houvast, ook aan handgrepen die in het plankier zijn bevestigd. Hun spel is extreem en bezield, beangstigend expressief en dynamisch primitief. De regie, het toneelbeeld, het licht, het decor en het spelende trio, ze zijn bijzonder, bizar, speels, enerverend, oogstrelend en eigentijds zonder poeha of leeg post-neo-postmodernisme: mooi zonder behaagziek of behaaglijk te worden. Qua productie is het bovendien een enorme tour de force en een echte festivalvoorstelling, want dit neem je niet zo een-twee-drie mee op tournee.
Muzikaal gaat The Wasp Factory van ongelofelijk opzichtig jatwerk van Ryoji Ikeda (dat geldt soms ook voor het lichtontwerp trouwens) tot domme noise-erupties op debiel volume. Of van kitscherige en laffe strijkjes voor het aardig spelende IJslandse kwintet tot halfbakken mantra's in de vocale compositie die maar geen gevoel weet over te brengen en zelfs neigt naar schaamteloze pop (is dit een musical soms?). Frost schildert in suf grijs en het is niet het grauw van de Schotse mist uit de roman. Midden-op-de-wegdeuntjes zijn het, totaal ongevaarlijk en fantasieloos behang dus. Vreemd: nota bene The Wasp Factory brengen met oersaaie pseudo-neoklassiek zonder enige braampjes, zonder licht of donker en schaduw. Zonder kleur ook.
Plots komt Frost daverend uit de hoek. In de slotfase stijgt de spanning muzikaal tot bijna onhoudbaar niveau. Dan knettert het elektronisch en akoestisch zonder gratuit te razen of te tieren en de drie dames vuren als furies waar en wanneer het moet - eindelijk. Een gothic roman vol horror en geestelijke waanzin lijkt gesneden koek voor iemand als bijvoorbeeld Stephen O'Malley, maar dat ligt weer teveel voor de hand. Je zou een poging kunnen doen om Frost krediet te geven voor het contrast dat hij weet te scheppen tussen de beschreven ziekelijke handelingen en de mopjes muzak. Dat betoog komt niet van de grond, want Frost neemt zichzelf veel te serieus. Nergens een grapje of kwinkslag, een relativering of nuance en geen ironie, waar die het Schotse proza toch zo tekent. Pountney wilde geen kwaliteit leveren, Frost probeerde tenminste iets en faalt jammerlijk. Zijn hoogmoed met uitgestreken gezicht vereist muzikale diepgang, waar Frost een meester is in de platitude.
Zo kom je uit op één schamel sterretje voor het libretto en de volle vijf voor de enscenering, regie, choreografie en het decor. Muzikaal gaat Frost van één naar vier en houdt hij vooral vaak het veilige midden. Zo kom je uit op een gemiddelde van twee-en-een-half. Geen vriezen, geen dooien; een vermakelijke avond die niet beklijft. Of: hoe Frost en Pountney een extreme roman, die onder de huid kruipt en polariseert, die barst van het lef en stilistische kracht, weten terug te brengen tot een muziektheaterstuk om de schouders bij op te halen. Laf, leeg, hol, mwah. Pretentieus ook, maar visueel schitterend. En nogal mislukt. Laat Ben Frost maar zitten en lees Iain Banks; die man heeft wel wat te vertellen, met zijn eerste roman dus al. Dan weet je honderd procent zeker wel waar The Wasp Factory over gaat en wat (literaire) kwaliteit over de hele linie is.
Foto van Yann-Mingard.
http://www.kindamuzik.net/live/ben-frost-david-pountney/holland-festival-2014-ben-frost-david-pountney-the-wasp-factory/25126/
Meer Ben Frost & David Pountney op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ben-frost-david-pountney
Deel dit artikel: