Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Vanaf de eerste seconde is het duidelijk: C-Mon & Kypski gooit de beuk erin. Met de titelsong van hun derde cd Where the Wild Things Are wordt de fundering van de Bredase Mezz proefondervindelijk goedgekeurd. Meesterscratcher Thomas Elbers (alias Kypski) zit prinsheerlijk achter de drumkit, met een scratchapparaat op de plek waar normaliter de eerste tom hangt. Zonder noemenswaardig veel moeite schakelt hij van slagwerk over op de betere handenarbeid. Ook Simon Akkermans (alias C-Mon) knutselt zich in het zweet met samplespullen, keyboard en een verloren bekkentje.
C-Mon en Kypski flankeren bassist-gitarist Daniel Rose en toetsenist Jori Collignon, die het turntablismduo van het predikaat ‘band’ voorzien. Ook deze twee welkome gasten beheersen meer dan één instrument. In ‘Chocolat’ (Marokkaans voor een reep hasj) verruilt Rose zijn Gibson voor een soort Arabische trompet en zijn solo smaakt meteen naar meer. De ruim honderd lekkerbekken worden op hun wenken bediend, want in ‘Chemical Mixture’ gaan de bassen zó sublaag dat je je op de kermis waant, met een suikerspin in de ‘Spider’
Van de kermis naar het circus is ook maar een kwestie van seconden, getuige ‘Circus C-Mon & Kypski’, waarmee deze avonturiers een nieuw genre introduceren: raïggae! Doe Maar ontmoet Cheb Khaled en toeters en bellen blijken voor deze jongens ook een fluitje van een cent. In de volgende nummers vliegen de vrolijke vogels van electroclash naar Philip Glass, wiens ‘Koyaanisqatsi’ langsfladdert in een outro met enkel twee piano’s. Met een eenvoudig “dank je voor jullie geduld” wordt het intrigerende interlude afgesloten.
Daarna is het toch gelukkig weer beuken geblazen met ‘Wildfire’ en de single ‘Bumpy Road’, met dat geniaal simpele refreintje, waarop je uiteindelijk alleen kunt meedansen. Of je moet ondertussen gegrepen zijn door de fantastische visuals die op de grote schermen aan weerszijden van het podium te beleven zijn. Bij gebrek aan een frontman schieten je ogen alle kanten op bij C-Mon & Kypski, en de grap is: alles klopt!
Ook de toegift is nietsverhullend. ‘Make My Day’ kent een ‘Golden Brown’-orgeltje en ook de daaropvolgende ratatouille heeft een Stranglersintro. Met Rickenbackerbas en drums klinkt het als zZz-Mon & Kypski, en wanneer het orgeltje weer invalt en de Gibson weer van stal gehaald wordt, gaat Arabische surfpunk op de vuist met prog-ska-metal, hetgeen uiteraard leidt tot freejazzpolka. C-Mon & Kypski is hartstikke eclectisch in de beste zin van het woord en in een betere wereld zou deze band tien keer op rij het Gelredome tot de nok toe vullen. Weergaloos!
http://www.kindamuzik.net/live/c-mon-kypski/c-mon-kypski/14321/
Meer C-Mon & Kypski op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/c-mon-kypski
Deel dit artikel: