Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Er zijn genoeg bands die na een knap en eigenzinnig debuutalbum de makkelijke route naar commercieel succes kiezen en daarbij hun brille en originaliteit maar even in de ijskast zetten. Cymbals Eat Guitars is niet zo'n band. Na twee aardige platen met soms onnavolgbare en rommelige, schreeuwerige indierock volgde afgelopen jaar het wat gemakkelijker in het gehoor liggende LOSE. De ingewikkelde structuren hebben baan gemaakt voor aanstekelijke poprefreinen, maar een knieval voor het grote publiek is het allerminst. Met LOSE maakte het viertal zowel de meest toegankelijke als de meest aangename luisterervaring in het nog jonge oeuvre. In Bitterzoet schaft de pot dan ook vooral muziek van het laatste album.
LOSE is een plaat die onlosmakelijk verbonden is met de ongelukkige dood van de beste vriend van zanger Joseph D'Agostino. Na twee albums vol minder persoonlijke poëzie zorgde dit tragische incident ervoor dat de band tekstueel gezien volwassen werd. En ook muzikaal zit alles wat minder chaotisch in elkaar dan enkele jaren geleden, toen de muziek wel naar meer smaakte maar vaak niet strak genoeg werd gespeeld.
In Bitterzoet blijkt echter dat Cymbals Eat Guitars op ritmisch vlak een indrukwekkende ontwikkeling heeft doorgemaakt. Bassist Matt Whipple zorgt met zijn warme en swingende vingeroefeningen voor een vol basgeluid waar de rest van de instrumenten zich aan vast kunnen klampen. De in traditionele New Jersey-klederdracht (zwarte tanktop en gouden kettinkje) gestoken D'Agostino gooit er op de juiste momenten een lekkere bak noise doorheen, al staat zijn gitaar soms helaas net iets te zacht om te kunnen horen wat voor gepriegel hij allemaal precies in gedachten heeft. Soms vallen de toetsen van Brian Hamilton te ontwaren, maar net zo vaak worden ook deze overstemd door de oppermachtige en alom aanwezige basritmes.
De band betreedt het podium onder begeleiding van RZA's 'Liquid Swords' om er meteen vier nummers van het laatste album doorheen te jagen. '2 Hip Soul' moet even op gang komen, maar ontaardt in een fraaie, met ladingen noise omlijste baswals, waarna de versnelling voor 'Warning' een tandje hoger gaat. En hoewel de grom van D'Agostino verbetener wordt, volgt in het refrein geen apocalyptische herrie maar een zowaar meezingbaar poprockrefrein, inclusief hoge koortjes. Het tekent de twee gezichten van Cymbals Eat Guitars. Na het punky 'XR' - waarin D'Agostino zijn teksten met de nodige passie uitspuwt - en het op een gitaarsolo-boven-het-hoofd uitlopende 'Place Names' volgen twee oudere nummers, waarbij meteen opvalt dat zij kop noch staart hebben. Niet dat het veel uitmaakt, want de band speelt ze met net zoveel enthousiasme. Toch komt de jarentachtigbas van 'Chambers' vervolgens stukken beter binnen.
Na de melancholische indiepopparel 'Jackson' en het met atypische ritmes doorspekte en lang uitgerekte 'Laramie' volgt toegiftnummer en oude parel '…And the Hazy Sea', waarin wederom geen duidelijke lijn te ontdekken is maar die met klievende gitaren en lekkere zangmelodieën wel fel wordt ingezet. Het rustmomentje zit vanavond helemaal aan het eind, wanneer D'Agostino solo afsluit met 'Child Bride'. Cymbals Eat Guitars is van onstuimige schetsen wat meer richting fijn gearrangeerde nummers gegaan, en met de vele koortjes in huis is de zomerfestivaltoer bij voorbaat al een succes.
Foto's van CoolDad Music uit augustus 2014 (CC BY-NC-SA 2.0)
http://www.kindamuzik.net/live/cymbals-eat-guitars/cymbals-eat-guitars/25647/
Meer Cymbals Eat Guitars op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/cymbals-eat-guitars
Deel dit artikel: