Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Lust je kind geen groente? Maak er een instrument van! Het Oostenrijkse collectief The Vegetable Orchestra toont in een even hilarisch als knap optreden aan dat je van een pompoen een trommel kunt maken, van een uitgeboorde wortel een fluit en dat je op een prei kunt scratchen. Zo maakt de groep bijvoorbeeld Indonesische of Braziliaanse tribale muziek. Zeer opmerkelijk is een half met water gevulde daikonradijs die, door erin te blazen, brabbelgeluiden oplevert. Maar het kan nog gekker: plak een microfoontje op een groene kool, verbind deze met een distortionpedaal, wrijf er hard over en je hebt groenekoolgitaarnoise, inclusief feedback. Zien én horen is geloven bij dit unieke optreden. (AR)
Net als het redelijk vergelijkbare Pop.1280 heeft Girl Band [bovenste foto] zich tot doel gesteld om muziek te maken die pijn doet. Met spijkerharde noise-erupties zandstralen de vier Ieren je gehoorgangen. De band zoekt het in de vroege jaren tachtig en de blikkerige no wave doet meer dan eens denken aan The Birthday Party. Met bakken feedback laat de gitarist zijn instrument klinken als een opstijgende straaljager of een sirene, terwijl de drummer op vuilnisbakken lijkt te hameren. Ergens, diep verborgen onder al die herrie, kronkelen melodieën en stuwende ritmes door elkaar heen, terwijl de onverstaanbare zanger een neurose van zich af schreeuwt. Girl Band is een oorverdovende sensatie. (BB)
Dan gaat Sex Jams [foto hierboven], uit Oostenrijk, toch iets conventioneler te werk. Alhoewel: dartele zangeres Katarina Trenk krioelt als een sidderaal over het podium en springt daarna het publiek in. Samen met in onmogelijk ogende fleecejasjes gestoken heren op drums en gitaren, gaat ze aan de haal met lawaaibands als Hole, The Wedding Present en Sonic Youth. Maar dan op een ontwapenende manier en met in elk nummer een onweerstaanbaar golvende vibe. Je kunt moeilijk iets tegen Sex Jams hebben en hoewel de pure opwinding van de eerste nummers niet aanhoudt, blijven de muzikale energiemeters het hele optreden ver in het rood staan.
Hella Comet [foto hierboven] is een kwartet uit Oostenrijk dat sfeervol op en neer deint tussen shoegaze en postrock. De zangeres draagt een vreemde pofbroek en ondersteunt haar uitstekende zang met dramatische gebaren. Haar stem lijkt op die van Björk toen ze nog zangeres van The Sugarcubes was, net als de muziek overigens. De gitaarslaven buiten de hard-zachtdynamiek ten volle uit, met als gevolg enkele fraaie geluidsvondsten. Hoewel het concert een ruime voldoende haalt, is het de eenvormigheid die het uiteindelijk toch wint van het avontuur. (AR)
Elk jaar kom je wel een bandje tegen waar de Britse muziekpers kwijlend bovenop is gesprongen. Vorig jaar was dat Palma Violets en dit jaar Circa Waves, een piepjonge band uit Liverpool. In een propvol Vera spelen ze puntige gitaarpopliedjes, die prettig in het gehoor liggen en een beetje klinken als The Smiths op 45 toeren. Het klinkt als een klok en de band speelt fris en enthousiast. Maar toch slaat de muziek vrij snel dood. De band bedient zich te veel van hetzelfde trucje en biedt te weinig afwisseling om lang te boeien. De afgeladen zaal stroomt redelijk snel leeg. (BB)
Er zijn weinig touwen vast te knopen aan de waanzin van de leipe Oostenrijkers van Koenig Leopold [foto hierboven]. Het kan altijd gekker, zoals blijkt uit deze muzikale sideshow. Een non speelt voor mc, terwijl twee wellicht geflipte kunstacademiestudenten met drums en een batterij keyboards en knoppen hinkstapspringen tussen avantgarde, freejazz, disco, hiphop en house. Leo Riegler rapt dadaïstische teksten, maakt ondertussen een fles wijn soldaat en geeft duizend euro weg. De achtergrondvideo’s worden steeds schunniger, terwijl Riegler door een vocoder ''Suck my balls, suck my balls'' zingt. Het absurde optreden slaat nergens op, maar dat is juist de bedoeling van het grensoverschrijdende en originele Koenig Leopold.
Het Oostenrijks trio T-Shit [foto hierboven] zorgt voor een stemmige geluidstrip. Spitsvondige en spacey klanken van drums, elektrische gitaar en contrabas worden door de effectenmangel gehaald. Met als basis (post)rock en freejazz creëren ze geluiden waarvan je niet wist dat ze uit deze instrumenten konden komen. De gitarist bewerkt zijn snaren dusdanig ritmisch dat het soms zelfs naar house neigt. Om beurten treedt een bandlid muzikaal op de voorgrond, wat het extra spannend maakt. Het conservatoriumgehalte van de muziek is hoog, zodat de zaal langzaam leegstroomt. Het maakt T-Shit weinig uit, die hebben het druk genoeg met hun eigen wondermuziek. (AR)
Als Green Day uit vier Zweedse vrouwen zou hebben bestaan had het Tiger Bell geheten. In Huis de Beurs spelen de dames punk van het poppy soort, vol met koortjes en meezingbare refreintjes. Heel onderscheidend is het allemaal niet, daarvoor zijn de liedjes veel te braaf en inwisselbaar. Toch kun je het niet laten om stiekem mee te deinen als de kortgerokte dames weer zo'n vrolijk en aanstekelijk gitaarpopliedje op je loslaten. Ze zijn de guilty pleasure van de avond.
De in Berlijn woonachtige Oostenrijkers van Ja, Panik [foto hierboven] spelen melodieuze indiepop die alle kanten opwaait en slim in elkaar zit. Op plaat tenminste, want in Vera's Grote Zaal doen ze dat helaas maar één liedje lang. In het openingsnummer hoor je prettig waaierende gitaren en een mooie melodie. Daarna is de koek op en verzandt de band al snel in dodelijk saaie middle-of-the-road muziek die naar mottenballen uit 1986 ruikt. (BB)
De zaal is overvol bij het optreden van Electric Eye [foto hierboven] uit Noorwegen. Toch is niet helemaal duidelijk waarom de grotendeels instrumentale spacerock van het viertal zoveel bezoekers trekt. Goed, het kost even tijd om uit te zoeken hoe de muzikale hazen lopen, maar eenmaal duidelijk is het toch ietwat teleurstellend. Het neigt naar freaken om het freaken, tussen Pink Floyd, krautrock en The Doors. De matige zang helpt daarbij ook niet mee. Het klinkt alsof de band het moet doen met de b-kantjes van Motorpsycho en dat is nooit goed.
Na twaalven is het aan Gudrun von Laxenburg om de massa aan het dansen te krijgen. Drie jonge Oostenrijkers in met lichtjes omhangen en aan Star Wars ontleende ruimtepakken betreden het podium. Eentje drumt, terwijl de andere twee achter een batterij keyboards staan. De lichtshow in blauw, rood en paars is indrukwekkend. Helaas is de muziek minder futuristisch. De band maakt stroperige synthwave op ADHD-tempo en op het randje van edelkitsch, uiteraard bedoeld om op te dansen. Dat doet het enthousiaste publiek dan ook al snel op de voorspelbare melodielijnen. Gudrun von Laxenburg biedt visueel spektakel. Muzikaal is het wat minder, maar het is wel de juiste band op het juiste moment. (AR)
De grootste carnavalsact van de dag komt uit Estland en heet Winny Puhh [foto rechts]. Het zestal heeft zich in de kleuren van de regenboog beschilderd en de twee drummers zitten - buiten de sok om hun piemel - in hun blootje achter de trommels. De zanger klinkt alsof hij een dosis helium op heeft en de rest stuitert in ondergoed over het podium. Ze moeten het ook wel van de act hebben, want muzikaal is het niet om aan te horen. De band speelt punk, met stukjes metal en nog wat andere invloeden uit de herriegenres, maar ze wekken niet de indruk dat ze er al te serieus mee bezig zijn geweest. Sterker nog, in het circus van Winny Puhh lijkt het maken van muziek meer een bijzaak te zijn dan iets anders. (BB)
http://www.kindamuzik.net/live/eurosonic/eurosonic-2014-de-donderdag/24632/
Meer Eurosonic op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eurosonic
Deel dit artikel: