Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Voor de tweeëndertigste editie van het Free Music festival ruilden de nieuwe organisatoren hun vertrouwde stek in Theater Zuidpool in voor de comfortabele zitplaatsen en grotere zaal van DeSingel. Het recept bleef echter hetzelfde: een keur aan vernieuwende improvisatiemuziek presenteren.
De roots van het Free Music festival werden dit jaar dan ook niet verloochend: Fred Van Hove stond maar liefst twee avonden centraal in het programma. Op vrijdag mocht hij alvast het festival openen samen met de Nederlandse stemacrobaat Jaap Blonk. Twee oudgedienden in het wereldje die voor een bij momenten heel straf en hilarisch optreden zorgden, waarbij Blonk verantwoordelijk was voor de meer humoristische interventies. De man wist de meest uiteenlopende keelgeluiden uit zijn strot te krijgen, gaande van gefluister en gereutel tot geroep en geschreeuw. Het merendeel van zijn vocale capriolen waren abstracte geluiden, hoewel af en toe ook een enkele Nederlandse zin opdook die dan gaandeweg ontleed en in stukken gekapt werd tot er van de oorspronkelijke betekenis niet veel meer overschoot. Beeld je daarbij een bijzonder plastische uitdrukkingsvermogen van gelaat en lichaam in en je hebt een goed beeld van wat er daar allemaal plaatsvond.
Blonk kondigde in één moeite door dan ook maar de tweede act van de avond aan: het Peter Brötzmann Tentet. Brötzmann, de levende saxlegende uit Duitsland, verzamelde enkele jaren geleden een hoop muzikanten bij elkaar waarvan sommige, zoals Ken Vandermark en Joe McPhee afkomstig zijn uit Amerika, andere als Paal Nilssen-Love of Johannes Bauer komen dan weer uit Europa. Kortom, een boeiende mix van muzikanten die garant staan voor een stevig potje improvisatiegeweld. De bende liet het ene geluidssalvo na de andere los op het publiek: schreeuwerige saxofoons, trompetten en trombones ondersteund door een swingende dubbele ritmesectie van meesterdrummers Nilssen-Love en Michael Zerang. Voor het tweede deel van hun optreden werd Van Hove erbij gehaald, die begon met een duo met Brötzmann. Een treffen waarachter een geschiedenis van enkele decennia schuilging, de twee hadden in de jaren 1960 immers een spraakmakend trio samen met drummer Han Bennink. Van Hove’s pianospel kwam ook het beste voor de dag in deze ietwat rustigere momenten van duo’s of trio’s, want tegen het volle geweld van het Tentet kon hij maar weinig ondernemen.
Op de tweede festivaldag stond de W.I.M. centraal, de organisatie van improvisatiemuzikanten die jarenlang het festival op touw zette. In de pool herkenden we onder meer bassist Peter Jacquemyn, saxofonist André Goudbeek, drummer Ivo Vander Borcht en Van Hove natuurlijk. Op de introductie en het slot na speelden de ‘wimmers’ in afwisselende bezettingen, meestal duo’s of trio’s, waarbij de ene combinatie al wat beter lukte dan de andere. Vooral het trio van Van Hove, Johannes Bauer en Overberghe maakte indruk.
Daarna was het de beurt aan de weinig bekende zangeres Cristina Zavalloni die zich liet begeleiden door een aantal eveneens weinig bekende muzikanten op trombone, piano en drums. De enige vertrouwd klinkende naam uit dit gezelschap was wellicht cellist Ernst Reijseger. Zavalloni zong vooral eigen nummers waarin afwisselend plaats was voor uitgeschreven stukken en improvisatie. Al bij al vielen haar vocale prestaties in het niet vergeleken met de bezetenheid van een Jaap Blonk nog vers in het geheugen.
De slotavond op zondag bracht opnieuw jong en oud samen. De avond werd afgetrapt door de uit Sardinië afkomstige gitarist Paolo Angeli. Angeli bracht een solo-optreden op geprepareerde gitaar die verbonden was met een tiental over het podium verspreide effectenbakjes. In zijn muziek resoneren zowel traditionele melodieën uit de volksmuziek van Sardinië als meer experimentele benaderingen, waar Angeli vooral beïnvloed werd door Fred Frith. Angeli begon zijn set met enkele spaarzaam aangeslagen akkoorden die langzaam uitgebreid werden met vloeiende melodieën, af en toe benadrukt door een distortion-effect. Technisch zal het allemaal wel slim en feilloos in elkaar gestoken hebben, maar ons kon het niet helemaal overtuigen.
Hetzelfde gevoel bekroop ons tijdens het optreden van de legendarische saxofonist Anthony Braxton, die het festival afsloot met de wereldpremière van zijn nieuw Twelvetet. Braxton is natuurlijk een figuur die al een paar decennia meegaat in de wereld van de improvisatiemuziek en heeft in de loop van zijn muzikale loopbaan tal van verschillende pistes bewandeld. Voor dit Twelvetet baseerde hij zich op een vooraf gedeeltelijk uitgeschreven compositie, waarin dus zowel stukken vastliggen als dat er ruimte gelaten wordt om te experimenteren. Met duistere handgebaren en hoofdknikken werd de richting van de compositie voortdurend gewijzigd en aangepast. Het begin van het concert kwam nogal redelijk zwaar en ‘klassiek’ over. Het duurde een tijdje eer je de weg vond doorheen de drukke en ingewikkeld tegen elkaar spelende geluiden, maar gaandeweg het optreden werd het geluid meer open, sloop er meer variatie in en werd er ruimte gelaten voor meer experiment. Afwisselend, dat zeker, maar we hadden er toch meer van verwacht.
http://www.kindamuzik.net/live/free-music-xxxii/free-music-xxxii/10339/
Meer Free Music XXXII op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/free-music-xxxii
Deel dit artikel: