Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Als je twee avonden achter elkaar in Paradiso staat, moet je wel iets te vertellen hebben. Onmiddellijk werpt zich de vraag op of je er nog wel toe doet. Of je boodschap/kunstje nog overeind staat, twintig jaar na je grote successen. De grote vraag bij The Human League is dan ook of de groep geen vergane glorie is. Of je niet in je oogkassen wrijft van de plaatsvervangende schaamte. Of ze niet alleen voor de veertigers, veelal kaal en besnord, staan te spelen, maar hun act daadwerkelijk in het nieuwe millennium hebben getrokken.
En daar staan ze dan. Phil Oakey, Susanne Sulley en Joanne Catherall achter de microfoon. Een driehoofdige band daarachter: een man op hoekige zwart-witte gitaar en portable synthesizer, een man in een supersonische drumkooi en een man achter twee laptops. Ze zien er heerlijk jaren tachtig uit: geföhnde haren, snorren. Maar dus ook laptops en een elektronische drumkooi, die bijvoorbeeld technoduo Booka Shade ook gebruikt.
Wie op de bonnefooi naar Paradiso is gekomen, zal zich niet aan de indruk kunnen onttrekken bij een ultrahip electroclashcollectief terecht te zijn gekomen. Het podium is bijzonder aantrekkelijk aangekleed. Veel licht, contrast tussen zwart en wit, extra lampen, twee grote videoschermen en onberispelijk geklede artiesten.
De performance heeft een clean karakter. Hoe ze met licht werken doet soms denken aan de show van Soulwax, waarbij alles organisch en dichtbij is, maar toch ook veraf. Zo is ook de show van The Human League, die nu toch al sinds 1977 op het podium staan.
De veertigers van The Human League hebben hun ogen niet gesloten voor de ontwikkelingen in de elektronische muziek. De man achter de twee laptops gooit er af en toe een groove in, waardoor het te betreuren valt dat deze show om negen uur is begonnen. Wordt dezelfde show vanaf een uurtje of twaalf ter gehore gebracht, dan gaat het dak van de tent.
In alles is het optreden van The Human League electroclash. De toegevoegde waarde is het besef dat dit juist de voorlopers zijn van de hedendaagse electro, hoewel ze geenszins onderdoen voor hun geestverwanten van nu.
Een concert van The Human league is vooral een kijkspektakel. Lachende muzikanten, allemaal even sympathiek. Nadat Oakey tijdens een van de eerste nummers buikschuddend over het podium rolt, lijkt het hem verstandig de muzikanten niet meer aan te kijken om niet in lachen uit te barsten.
Pas bij de laatste twee nummers kijken de muzikanten niet meer over de hoofden de zaal in, maar zoeken ze interactie. Oakey neemt plaats op de rand van het podium, zodat de mannen in het publiek naar voren stuiven om hun held aan te raken. Oakey zingt hun grootste kraker: ‘Don’t You Want Me’ en het publiek scandeert uit volle borst mee.
De bandleden voelen de liefde van de avond, de felle witte lampen verlichten Paradiso. Tijd om af te sluiten met ‘Together in Electric Dreams.’ De bezoekers lachen breeduit, stelletjes pakken elkaar stevig beet, heffen hun armen in de lucht en verdrinken in de vreedzame tekst. Zo verzorgt The Human League een reis door melancholische synthpop, met die typische blikken sound en holle zang, naar pompende actuele electroclash om te eindigen in een liefdevolle omhelzing van hippies.
http://www.kindamuzik.net/live/human-league/human-league/14654/
Meer Human League op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/human-league
Deel dit artikel: