Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Vanaf Amsterdam is het amper drie uren vliegen naar Reykjavik. Ook al is het niet het einde van de wereld, bij aankomst op het vliegveld word je overmand door een desolaat gevoel, dat alleen maar toeneemt als je door het kale berglandschap naar de eindbestemming rijdt. De meeste toeristen arriveren in de zomer, als de temperatuur met een beetje geluk rond de veertien graden schommelt. Een goede reden om eens per jaar in de wintermaanden de korte dagen en gure wind te trotseren, is Iceland Airwaves. De bruisende muziekscene zorgt ervoor dat de havenstad regelmatig veel lokaal talent ophoest. Door het afzeggen van een headliner als Björk zou de aandacht nu makkelijk kunnen worden verlegd naar de vele buitenlandse gasten, zoals Father John Misty, Hundred Waters en John Grant. Dat is niet terecht, want het eiland herbergt veel wonderlijke muziek. De kiem daarvoor werd al gelegd in de folkmuziek van vroeger.
Het is de eindeloze zoektocht naar spannende en vernieuwende muziek die ons, als hongerige ijsberen, naar dit afgelegen oord brengt. Ergens in de ruige wildernis liggen warmwaterbronnen verstopt waarin je je kunt onderdompelen. Als op de vooravond van het festival het indrukwekkende noorderlicht aan de hemel danst, begrijp dat je in Reykjavik magie kunt aantreffen. Wie rust zoekt, kan de IJslandse hoofdstad in de week van het festival beter mijden. Toch is de sfeer op de talloze festivallocaties overwegend ontspannen, zeker overdag als de optredens in platenzaken, filmhuizen, koffiehuizen of busstations plaatsvinden. Het levert niet zelden bijzondere taferelen op.
In platenwinkel Lucky Records ligt men bij de mysterieuze en kabbelende elektronica van Eiríkur Sigurðsson [foto hierboven] genoegzaam onderuit in leren bankstellen. Als de duisternis valt, en dat is vroeg, gaat het er soms wat onstuimiger toe, zoals op maandagavond wanneer een drietal bands uit Ierland staat geprogrammeerd in Kex Hostel. Deze rumoerige tent blijkt een verschrikking voor de knusse folk en jazz van Slow Skies en Talos.. Wie met veel moeite het drinkgelach van de stamgasten negeert, ontdekt echter veel ingetogen schoonheid. Bij Morning Bear is het filmhuis een stuk stiller, hoewel de foyer vol zit met schoolkinderen. Iedereen hangt aan de lippen van het duo uit Denver, dat bestaat uit een cellist en een zanger. Het is wel erg brave en liefelijke folk, zonder de finesse en diepgang die veel IJslandse artiesten juist wel weten over te brengen. Wederom doet Iceland Airwaves een dringend beroep op het inheemse aanbod.
Iceland Airwaves staat te boek als een festival voor jonge bands en nieuwe muziek. Het is dus opvallend dat het in Harpa Kaldalón van start gaat met mannen van middelbare leeftijd. IJsland is een geïsoleerde plek, dus de meeste bands zijn wars van modes en trends. Neem Red Barnett, een groep die klinkt alsof de leden ook echt van Mars komen. De heren pakken flink uit met achtergrondzangeressen en strijkers. Je zou bij de solide folkrock kunnen denken aan zowel Marillion als Midlake. Vooral met het uitgeklede liedje 'Home' maken ze de verwachtingen waar. Minder toegankelijk en allesbehalve luchtig is de belegen progrock van Rúnar Thórisson, waardoor de behoefte aan frisse muziek toch weer de kop opsteekt. Ook de kunstzinnige folk van het gezelschap Mógil, met invloeden uit operette en avant-gardistische jazz, ligt redelijk zwaar op de maag. Gelukkig is er een verdieping hoger, in Harpa Silfurberg, een ontwapenend optreden van Axel Flóvent [ [foto top] . De jongeman heeft met zijn warrige haardos iets weg van Ron Sexsmith, terwijl het sobere en stroperige van de songs doet denken aan het werk van James Blake.
Het is verleidelijk om in Harpa te blijven hangen. Je kunt je in het gigantische complex de hele avond vermaken zonder dat je de deur uit hoeft. Wie echter niet moe is en avontuur wil, kan bijvoorbeeld naar de donkere feministische punk van de band Börn in Gamla Bíó. De meidenversie van The Melvins staat er bij alsof hun verkering net is beëindigd. Of misschien is het teleurstelling die we in hun ogen zien, omdat de zaal zo snel leegloopt. In Iðnó weet Objo Rasta tenminste een feestje te bouwen. Dat je hier ook alle denkbare genres hebt, bewijst deze reggaeband wel. Het is wel rastafari op zijn IJslands, dus gevoelig en fijnzinnig. Maar het indrukwekkendste van de hele avond is toch wel het soloconcert van Teitur Magnússon, de voorman van Objo Rasta. De zanger is een popprofeet die transformeert naar een veelzijdige singer-songwriter met gevoelige liedjes en psychedelische folk. Je zou kunnen denken aan Edward Sharpe & The Magnetic Zeros, maar Magnússon weet nog meer emotie in zijn sublieme show te leggen. Voor je het weet sta je te huilen en in het IJslands mee te zingen. Met dit optreden is de zegetocht van de IJslandse artiesten op Iceland Airwaves definitief van start gegaan.
http://www.kindamuzik.net/live/iceland-airwaves/iceland-airwaves-2015-maandag-dinsdag-en-woensdag/26325/
Meer Iceland Airwaves op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/iceland-airwaves
Deel dit artikel: