Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Voor Barn Burner [foto hierboven] is half vier nog wat te vroeg op de middag om een verpletterende indruk te maken. Op papier bevinden de Canadezen zich in dezelfde klasse als Saviours en Bison BC, in de praktijk komen ze daar niet in de buurt. Hoewel de drummer de boel van de grond probeert te krijgen met meedogenloos hard spel, helpen een slordige uitvoering en een onvast tempo de set om zeep. Op momenten weten de muzikanten elkaar te vinden en ontstaat er synergie, toch blijft het optreden vooral hangen als een gemiste kans. (RvE)
Ook het Londense Hang the Bastard kan het daarna niet waarmaken in The Little Devil. De jonge Britse metalcoreband doet zijn best, maar heeft nog totaal geen eigen smoel. Een paar rondjes langs de lokale jeugdhonken was een betere touroptie geweest dan een optreden op een continentaal festival.
Het begin van de set van Kodiak wijst in de richting van de zoveelste sunn 0)))-kloon. Naarmate het optreden vordert komt er echter wat meer eigenheid in de drone metal van het trio, vooral dankzij het gebruik van een drummer. Toch maakt Kodiak nooit echt de indruk een essentiële toevoeging te zijn aan het genre. (MtH)
De stadgenoten van Part Chimp [foto hieronder] geven het goede voorbeeld. Ze maken veel lawaai, vandaar het predikaat noiseband. Toch staan ze niet zomaar te rammen op hun gitaren in de Kleine Zaal van 013. Het unieke aan shows van Part Chimp, en dat is vandaag niet minder het geval, is dat ze een zekere subtiliteit en speelsheid injecteren in dit typisch ruige, donkere genre. Ondanks het feit dat de band erg luid en snel speelt, klinkt hij live zelfs enigszins vrolijk, grotendeels dankzij de hoge stem van frontman Tim Cedar. De energieke, repetitieve nummers blijven boeien doordat er voldoende rustpunten in het concert worden ingelast, die weliswaar nooit lang duren.
Ook Full Blast koppelt in 013 herrie aan technisch vernuft, maar dan wel in een heel ander genre. Het is een van de vele projecten van de bijna zeventigjarige Duitse freejazzsaxofonist Peter Brötzmann, waarin hij wordt bijgestaan door drums en elektrische basgitaar. Het eerste nummer duurt een half uur, klinkt heftig, snel, nerveus en is zeer onderhoudend. Brötzmann speelt duidelijk de hoofdrol, wat vooral blijkt tijdens een minutenlange solo, waarbij het tempo even hoog blijft. De ritmesectie valt opnieuw in en de compositie wordt nog opzwepender, haast Afrikaans, en is erg aanstekelijk. Het tweede, kortere nummer klinkt gelijkaardig, maar bevat wel een rustige, sfeervolle pauze, om toch nog te eindigen met een climax. Knap concert. (GC)
Op zondagmiddag heeft Damien Jurado weinig zin om te praten. Hij sluit zijn ogen en laat zijn treurige songs het woord voeren. De singer-songwriter is een uit de kluiten gewassen kerel, het type ruwe bolster, blanke pit, waarvan je niet meteen verwacht dat hij weet te ontroeren. In de Pauluskerk krijgt hij iedereen doodstil. Soms lijkt het alsof het publiek de adem probeert in te houden. "It was a nice show and that's all I have to say", laat Jurado uiteindelijk dan toch los. Verder zegt niemand in de nog bomvolle zaal een woord. Iedereen weet dat het goed was, zelfs Onze-Lieve-Heer. (MD)
Incubate is niet zomaar een festival. Een van de gemeenschapsvormende samenwerkingen in het kader van Glocal, een project dat de Brabantse omgeving als uitgangspunt neemt, is het concert dat Six Organs of Admittance [foto hieronder] geeft in de Pauluskerk. Ben Chasny bracht enkele bezoeken aan een reeks Mariakapelletjes, gelegen op het platteland dat Tilburg omringt. De heiligdommen inspireerden de Amerikaanse folkgitarist tot vijf akoestische instrumentale nummers. De nummers klinken mooi, warm, rijk, hoopvol en kabbelen prachtig voort. De term pastorale folk is hier zeker op zijn plaats. De muziek die dit project oplevert klinkt ook zeer filmisch, wat natuurlijk niet verwonderlijk is, aangezien een concreet landschap de bron van inspiratie was. Het nummer over de stank van kadavers langs de weg heeft dan ook een duistere ondertoon. Als extraatje brengt Chasny nog drie oudere nummers, zodat ook zijn stem te horen is. Mede dankzij de goede akoestiek in de kerk biedt die een duidelijke meerwaarde aan dit mooie concert. (GC)
Cold Pumas wordt aangekondigd als een band in het verlengde van HEALTH. Het gepruts met keyboards van deze hipsters in Cul de Sac heeft echter niets van doen met de gestaalde tribale perfectie van de Amerikanen. Vergeten. (MtH)
Ook Pokemachine beklijft niet. Het experiment is voor deze band een doel op zich. Met een combinatie van samples, asyncopische drums en willekeurige declamaties die alleen blijven hangen vanwege de stevige portie galm, is het Duitse tweetal er allerminst op uit om zijn publiek te plezieren.
The Roth Childs is een kersverse band met leden van El Guapo Stuntteam en Rise and Fall. Een achtergrond als deze doet een rechtdoor rockend gezelschap met eindeloos gierende gitaren vermoeden. Niets blijkt minder waar als de Belgen - aan de late kant - hun set aanvangen. De nummers steken experimenteel in elkaar, springen op een prettige manier van de hak op de tak en blijven nooit lang stilstaan bij de aanstekelijke refreinen die je van dit gezelschap zou verwachten. Ondanks de onwennige uitstraling een fijne kennismaking.
De Batcave biedt plaats aan de gehele breedte van het festivalprogramma. Onder andere punk, dubstep, grind en freejazz komen aan bod. Het integere jeugdvriendentrio Plants and Animals voegt daar dromerige poprock met zwoele gitaarlijnen en vloeiende songwriting aan toe. Helaas vormen haperende drumritmes een storende factor. En doet Warren Spicer met de opmerking "we're doing the best we can" zijn eigen band, die er jaren voor uitgetrokken heeft om nummers te perfectioneren, tekort. (RvE)
Oranssi Pazuzu mengt drie delen psychedelische rock met een deel black metal en is zo het Finse antwoord op Nachtmystium, alleen dan zonder de pophooks. De naar de demon uit The Exorcist genoemde band geeft een optreden dat nu eens het idee geeft van simplistische black metal met een keyboardje, maar soms ook echt de goede duistere psychedelische vibe te pakken krijgt. In ieder geval niet een band die op basis van één festivaloptreden goed te beoordelen is. (MtH)
Voor Gadget [foto hierboven] geldt dat totaal niet. Waarom die band zich in de studio laat produceren tot een kunstmatig grindcoremachine is naar aanleiding het optreden in Little Devil een raadsel. Juist rafelranden en rauwe spontaniteit op het podium staan de crusts uitstekend. Blastbeats vormen het kloppend hart van de band. Het zijn echter de vele midtempo stukken die zorgen voor de nodige dynamiek in een zeer sterke show, die wordt gadegeslagen door een publiek met een afterpartykater. (RvE)
Zombie Zombie is een duo bestaande uit een toetsenist die met zijn batterij aan authentieke analoge synths en keyboards aan werkelijke alle nerdclichés voldoet en een hippe drummer. Zoals de bandnaam doet vermoeden specialiseren de twee zich in zombiefilmsynthesizermuziek, vol ijzig minimalistische melodieën en pulserende sinustonen. De link met de krautrock is duidelijk en het is dan ook niet gek dat ze voor Hallogallo 2010 staan geprogrammeerd. (MtH)
Hallogallo 2010 plays Neu! music is een reeks concerten waarbij Michael Rother, die onder andere in de jaren zeventig actief was bij de Duitse krautrockband Neu!, zich laat bijstaan door Steve Shelley, drummer van Sonic Youth, en gitarist Aaron Mullan van Tall Firs. Ze brengen voornamelijk muziek van Neu!, naar aanleiding van de heruitgave van de drie albums van de band. Rother zelf speelt eveneens gitaar en bedient het indrukwekkende assortiment aan elektronica. De live-instrumenten vormen een basislaag waarboven zichzelf steeds herhalende elektronische melodieën alle kanten opgaan. Die onmiskenbare repetitieve melodie was hét handelsmerk van Neu!
De muziek van Neu!, en dus ook van Hallogallo 2010, klinkt soms psychedelisch, soms frivool, soms ernstig (met zelfs plaats voor synthesizerbombast) en is zeer aanstekelijk en dansbaar. Ondanks het feit dat alle nummers opgebouwd zijn uit dezelfde elementen verveelt de muziek nooit. Mooi is ook dat de drumstijl van Shelley zo herkenbaar is. Een geslaagde headliner voor de slotdag van Incubate. (GC)
http://www.kindamuzik.net/live/incubate/incubate-2010-zondag/20660/
Meer Incubate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/incubate
Deel dit artikel: