Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een beschaafd, al wat ouder wereldmuziekminnend publiek bevolkt vanavond de zachte rode zetels van de Handelsbeurs als een groep in lange gewaden gehulde figuren het podium betreedt. Ze zetten zich in een halve cirkel op het tapijt, schikken hun kledij, passen de microfoons een beetje aan en katapulteren de toeschouwers naar de woestijn. De vrouwen van Tartit begeleiden hun zang met de tindé (een soort trommel) en handgeklap, terwijl de minder opvallende mannen de snaarinstrumenten tehardent en imzad bespelen. Af en toe staat een groepslid op om te dansen en wat ambiance in de zaal te brengen, maar het publiek is te geconcentreerd aan het luisteren of heeft niet genoeg ritmegevoel om naar behoren mee te klappen. De muziek van Tartit, ook wel woestijnblues genoemd, heeft een vreemd, hypnotiserend effect. De Sahara klinkt door in de traditionele liederen van de Touareg, die hun nomadische cultuur hebben moeten opgeven door politieke vervolging en klimatologische problemen. Het is een bevreemdende ervaring om vanuit een grote zaal naar deze mensen te kijken en luisteren. Liever zou ik gewoon mee in de kring willen zitten en onder de sterrenhemel naar de vlammen van het kampvuur staren, klappend op het ritme van de blues. Een mens laat zich al eens meeslepen. Op het einde spelen deze intrigerende figuren nog een moderne song, begeleid op elektrische gitaar, en dan schrijden ze weer de duisternis in.
Terwijl voor Tartit nog een tapijt het podium sierde, ligt de búhne er tijdens de pauze glimmend leeg bij. Geen geluidsapparatuur, geen instrumenten, geen huisraad te bespeuren. Plots weerklinken in de verte tromgeluiden die steeds dichterbij komen en daar zijn ze dan, de fameuze Tambours du Burundi, een groep grote, gespierde kerels met een brede lach op het gezicht en een slaginstrument op het hoofd. Terwijl ze - hun benen in de lucht zwierend - het podium opkomen, zijn ze al op hun enorme troms aan het slaan. Het feit dat er geen enkele op de grond valt, is al magie op zich, maar de klanken die eruit komen vullen ook nog heel de zaal, zonder enige elektrische versterking. De tamboers stellen zich op in een halve cirkel en zetten een voor een, zonder de muziek te onderbreken, hun trom op de grond. Een van hen staat in het midden van de kring en de muzikanten wisselen elkaar af om de groep te dirigeren. De basisritmes zijn steeds dezelfde, maar daarboven worden een meer afwisselende tonen gezet. Nu eens zingen de drummers erbij, dan weer springen ze allemaal tegelijk in de lucht, maar nooit ten koste van het ritme. Hun enorme naturel - de kunst wordt doorgegeven van vader op zoon - geeft de indruk dat ze nooit iets anders gedaan hebben dan dansen en trommelen. Ze doen dat goed.
http://www.kindamuzik.net/live/les-tambours-du-burundi/les-tambours-du-burundi-tartit/5549/
Meer Les Tambours du Burundi op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/les-tambours-du-burundi
Deel dit artikel: