Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Nieuwe beloften, groteske mislukkingen en leuke Britse bandjes die we waarschijnlijk nooit weer zullen zien; London Calling in een notendop. Voordat de man met de spreekwoordelijke hamer ons velde, renden we op en neer. Want met voor het eerst een buitenpodium, stonden er maar liefst tweeëntwintig concerten in twee bomvolle dagen op de rol. De hoogte- en dieptepunten met alles daartussen hebben we voor u op een rij gezet.
De Dieptepunten
Whitey zal wel gewoon geen zin gehad hebben in zijn concertje op het buitenpodium, want hoewel de officiële lezing rept over een gemist vliegtuig, riekt dit naar een smoesje. Jammer; zijn electroclash-punkfunk stond namelijk hoog op ons verlanglijstje.
Ook een duidelijk geval van ‘helaas’ is Tunng, maar dan vanwege de plaatsing. Hun warme, met elektronica opgesmukte akoestische klanken lijken gemaakt voor het kleine formaat. De grote zaal van Paradiso laat hun geluid verdwalen, ontdoet Tunng van zo goed als alle charme en dan blijft er weinig over. Feedback horen we vaak genoeg, want het geluid moet harder dan eigenlijk mooi is om de hele zaal te bedienen. Volgende keer graag in EKKO of Vera, met amechtig stil publiek. Tunng verdient niet minder; het is immers wel degelijk een briljante act.
Black Bud blijkt een dreun van de Radiohead- en Jeff Buckleymolen gekregen te hebben. En is die klap nooit te boven gekomen. Zonder enige vorm van passie worden beide bands in de mangel genomen, soms met een Hendrix-achtige rockjam ertussendoor, maar dit mag niet verhullen dat Black Bud rijp is voor de vergetelheid. Geen eigen gezicht en een zware non-performance doen ons de oren niet spitsen.
Dat doen we wijselijk ook niet bij Do Me Bad Things [foto], een glam- en hardrockende circusact in de lijn van The Darkness. Deze band laat ons eerder de nek uitsteken om onze ogen de kost te geven. Gestoken in oranje shirts probeert de uitgebreide band hard en toch falen ze op nagenoeg alle fronten. Als je ‘glam’ gaat, ga dan all-the-way en zorg voor een echt spetterend visueel spektakel in plaats van een paar lullige verkleedpartijen. Een gammel achtergrondkoor, mislukte gospelzang als tweede viool; het mag niet baten. Do Me Bad Things is geen Scissor Sisters, is geen The Darkness en wekt vooral meelijwekkende lachjes op. Als dit geen knipoog is, weten wij het ook niet meer.
De Middenmoot
Dan heb je op festivals ook altijd nog de bands die fijn spelen, leuk hun werk doen, maar geen indruk naar de ene of de andere kant weten te maken. Deze editie van London Calling kent hele rijen. Zo blijkt The Editors [foto] een prima band, met de juiste combinatie tussen Joy Division en hedendaagse branierock. Interpol ligt op de loer; Ian Curtis is in de grillig het hoofd schuddende frontman present. En hoewel de groep strak speelt en het tempo hoog houdt in de bloedhete bovenzaal, blijkt het songmateriaal zelf niet memorabel. Het ene oor in, het andere weer uit. Maar daartussen heb je aan The Editors wel een amusante act. Eén kanjer van een échte hit zou al een fiks verschil maken.
The Cribs punkrocken hun popliedjes live naar een lekker fel niveau en Dominic Masters en zijn The Others zien dat het goed is voor het buitenpodium. Via The Clash, The Kinks, The Smiths en The Stooges komen The Cribs er wel, maar ze zijn er nog niet helemaal. Nog net een tandje maffer eigen smoelwerk kan geen kwaad, zoals hun spectaculair op zijn drumstel klauterende drummer al laat zien. Méér daarvan graag!
Waarom Eastern Lane twee keer de planken betreedt is ons niet helemaal duidelijk. Vrijdag sluiten ze de eerste dag af. Moderne punkrock met invloeden die lopen van The Strokes of langer geleden Iggy Pop tot The Sex Pistols. De zaal is vol en warm, maar reageert wat lauw. Gitarist en bassist staan erbij als zoutzakken, etalagepoppen of jongens die net een blauwtje hebben gelopen, terwijl de middenas van drummer en zanger rockt en beukt zoals het hoort bij dit soort muziek. Juist het contrast leidt flink af van de songs. Een dag later komen ze buiten een stuk beter tot hun recht: prettig teruggebracht tot een bandje op een podium, zonder de fratsen van een knallende lichtshow en oorverdovend volume.
Dat laatste kan Nine Black Alps ’s avonds binnen niet redden. Hoe hard je hun grungy gitaargeweld ook de tempel in jast, clichés liggen voor het oprapen en Seattle lijkt volledig bezit genomen te hebben van Manchester. Een energieke show en een sympathiek overkomende band, houden Nine Black Alps nét aan de goede kant van de streep.
New Rhodes, The Chalets en Neils Children [foto] missen of het één, of het ander om een memorabele indruk achter te laten. Van een springerige, hoekige mix van alles wat nu hip bevonden wordt, tot B52’s-achtige popdeuntjes of venijnige snerpende punk met Wire-invloeden; het blijft de vraag of we deze drie ooit nog eens terug gaan zien op Nederlandse bodem.
Toch gooit Neils Children van dit trio nog de hoogste ogen; niet in het minst door de cockney schreeuwende zanger. Zijn attitude en klapwiekende performance staan op publieksverovering gericht. Helaas blijft het gebrachte materiaal nogal achter; een bordje jonge-honden-punkrocksoep met meer dan genoeg bite, maar te weinig helderheid.
Thirteen Senses gaan we zeker weerzien in ons land. Alleen al met Pinksteren in Landgraaf. De roem is deze vier jongens uit Cornwall namelijk vooruitgesneld en een gouden toekomst ligt in het verschiet. Onder verwijzing naar Keane en Coldplay is het vanavond de eerste keer dat ze in Nederland spelen. Deze start is niet geweldig. Zanger Will South heeft de juiste popuitstraling en een zuivere stem, maar zijn bandje is op zijn best degelijk. En dan kabbelen de pure popsongs wel heel erg. Het wachten is natuurlijk op - ja, precies - ‘Thru the Glass’, inclusief denderende lichtshow. Terwijl het publiek los gaat, realiseren we ons weer waarom deze jongens op Pinkpop zoveel beter op hun plaats zijn dan hier. Alle bakvissen verzamelen dus!
De Hoogtepunten
Natuurlijk doen Kaiser Chiefs [foto] waarvoor ze gekomen zijn. Halsreikend werd uitgekeken naar hun headlineshow en ze overtuigen. Een prima prelude op de zegetocht die ongetwijfeld gaat komen. Want met deze geoliede, professionele parade vol springerige op Blur-leest geschoeide en met nét de juiste arrogantie gebrachte toppers kan een doorbraak niet uitblijven. Het werd dan ook een echt knalfeest met Kaiser Chiefs.
The Others putten weliswaar uit een heel ander vaatje, maar ook zij krijgen hun publiek vanaf tel één helemaal mee. Stagedivers alom bij dit Nederlandse livedebuut. Een band die zeker gaat terugkomen, want hun hooligan-punky rock lijkt ervoor gemaakt menige zaal in lichterlaaie te zetten. Vuist de lucht in, meebrullen geblazen en vooral weer eens ouderwets een moshpit bouwen; The Others helpen graag een handje.
Met zijn livegebrachte, sensationele punkfunk weet Tom Vek – inclusief snaarstrakke band – een bijzonder dansbare set neer te zetten. Een korte show die aan het eind nog écht vlammend rockt en alleen maar smaakt naar veel meer. Tom Vek moet met deze show elk festival kunnen platspelen. Pure, onversneden, knappe punkfunk van de meest frisse soort.
Het woord ‘sensationeel’ namen we een dag ook al eerder in de mond om The Longcut te beschrijven. Deze drie mogen blij zijn als ze in het kleine clubcircuit kunnen gaan toeren, want hun werkstukken zullen de oversteek naar het grote publiek niet snel maken. Maar wat knalde de Haciënda-sfeer ons heerlijk tegemoet, vooral door die typische Joy Division-gitaarklanken. En wat was The Longcut indrukwekkend; een echte in-your-face band. Zonder vluchtroute werd de bomvolle bovenzaal ondergedompeld in langgerekte exercities vol opgefokte schreeuwzang en heel geleidelijk aanzwellende rockstormen. Alsof postrockdynamiek en dansbare hoekigheid een huwelijk aangingen. Ongetwijfeld dé indie-ontdekking van dit London Calling.
En dan was er niet te vergeten Help She Can’t Swim [foto] nog. Voor de één een heerlijke achtbaanrit vol energie, punk en arty venijn. Voor de ander doelloos vals gebrul in de ruimte. We rekenen ons graag bij de eerste groep en laven ons maar liefst twee keer op één dag aan deze rockorkaan. Heftig, van de hak op de tak, ADHD en zonder regels. Als een wildspartelende drenkeling op de rand van verzuipen, kent Help She Can’t Swim geen middenweg, maar is het vijftal wel compromisloos de leukste. Klein, knettergek én heel fijn.
Met vijf knallers uit tweeëntwintig bands noemen we London Calling zeker weer geslaagd. Tel daar nog een paar kanshebbers voor de toekomst bij en het was misschien wel één van de beste edities ooit. Een uitputtingsslag, maar wel één met een handvol heel fraaie beloftes.
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-9413/9413/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: