Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Even heb je het idee aanbeland te zijn op Kwakoe. Prachtige Surinaamse vrouwen schrijden in traditioneel aandoende gewaden door Paradiso. Een bezoeker heeft zich gehuld in wat het beste te omschrijven is als een tropenkostuum. Een ander zwaait met een vlag met daarop de naam Haile Selassie.
Nog altijd is reggae springlevend. Niet alleen de hitsige dancehallvariant, eigenlijk het Jamaïcaanse antwoord op hiphop, maar ook de spirituele rootsreggae met zijn sociaal geëngageerde teksten en terug-naar-Afrikaboodschap. Vanavond geen strakke kledingvoorschriften, wel dreadlocks en het nodige groen, geel en rood, de kleuren van het beloofde land Ethiopië.
Die zijn ook te zien in de kleding van de selectors van Empress Soundsystem, dat de zaal mag opwarmen. Terwijl Paradiso langzaam volloopt, staan de muzikanten opeens op het podium en beginnen ze plompverloren te spelen. Al snel verschijnt een mc om de eerste grote naam van de avond aan te kondigen: Dean Fraser, die volgens de spreekstalmeester op 99% van alle Jamaïcaanse reggaeplaten meespeelt. Dat lijkt wat overdreven, maar het valt niet te ontkennen dat de gezette saxofonist een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van de reggae met zijn werk voor grootheden als Sly & Robbie, Gregory Isaacs en Dennis Brown. Onder eigen naam heeft hij ook succes gekend, onder meer met Bob Marley's 'Redemption Song'. Die komt dan ook langs tijdens zijn jazzy aandoende set, die helaas al snel verzandt in structuurloos getoeter.
Wanneer Andrew Tosh met zonnebril en rokertje in hagelwit pak het podium opkomt, is voor het eerst deze avond sprake van enige opwinding. De oudste zoon van reggaepionier en ex-Wailer Peter Tosh treedt in de voetsporen van zijn in 1987 vermoorde vader met vertolkingen van diens nummers als 'Downpressor Man', 'Johnny B. Goode', 'Get up Stand up' en, hoe kan het ook anders, 'Legalize it'. Daarbij steekt Tosh nog even de loftrompet over Amsterdam en zijn tolerante drugsbeleid. Helaas zijn burgemeester Cohen noch justitieminister Donner aanwezig om de complimenten in ontvangst te nemen. Ook blijkt eens te meer dat Tosh qua uitstraling en muzikaal talent niet in de schaduw kan staan van zijn weerbarstige vader, waardoor het optreden uiteindelijk niet meer is dan een (w)aardig eerbetoon.
Overtuigen doet Luciano gelukkig wel met zijn prachtige soulvolle stemgeluid dat doet denken aan dat van de betreurde Dennis Brown. Begeleid door een hecht spelende band en een voortreffelijk zingend koortje, met daarin ook saxofonist Fraser, baant de Jamaïcaanse reggaester, die als Jepther McClymont opgroeide in een sterk religieus georiënteerd gezin, zich een weg door zijn omvangrijke repertoire. Het is nauwelijks voor te stellen waar al die gloedvolle nummers als 'Sweep over My Soul' of 'Poor & Simple' vandaan komen, hoewel Luciano daar zelf ongetwijfeld de hand van Jah in zal zien.
Het is niet te hopen dat de 'roots and culture ambassador' met zijn overvloedige productie zijn kruit aan het verschieten is, nog voor hij het grote publiek met zijn 'conscious reggae' vol positieve boodschappen heeft weten te bereiken. Of het ooit zo ver zal komen, is sowieso de vraag. Zijn energieke optreden mag dan getuigen van grote klasse, qua fysiek en charisma legt 'The Messenjah' het af bij collega's als Buju Banton en Sean Paul. Had-ie ook maar een pact met de duivel moeten sluiten.
Foto's Luciano door Kevin van Rooijen.
http://www.kindamuzik.net/live/luciano/luciano-andrew-tosh/13371/
Meer Luciano op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/luciano
Deel dit artikel: