Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
België is weer een jazzfestival rijker, het Motives Festival in Genk. De organisatie Personal Mountains vzw wil het festival laten uitgroeien tot een jaarlijks forum dat jazz als uiterst vernieuwend muziekgenre toont. Nationale en internationale jazzmusici met een eigen stem binnen de actuele jazz gaan op zoek naar uitdagingen of geven nieuwe richtingen aan. Naast de traditionele jazz moet er ook plaats zijn voor wat modernere mengvormen waarbij voornamelijk de electronica een voorname rol speelt. Geen mis te verstane mission statement, en iedereen was zeer benieuwd of ze de gestelde verwachtingen ook konden invullen.
Het strijdtoneel voor het festival, van 16 tot en met 21 november, was het gerenoveerde Casino Modern in het Limburgse Genk, een 'euregionale' trekpleister voor iedereen die jazz een warm hart toedraagt. Waar vroeger dames en heren van de babyboom-generatie hun wekelijkse filmavond beleefden werden er nu allerlei jazzgroepen voorgeschoteld. En in de gietende regen had het casino wel even iets van een moderne jazztempel. Of was het de vermoeidheid die nu al toesloeg, the light blinding my eyes? Met nog zoveel drumsolo's, vibrato's en ingewikkelde ritmewisselingen voor de boeg zonk de moed mij even in de schoenen.
Op het programma stonden dit jaar voornamelijk Italiaanse en Scandinavische muzikanten, maar ook voor talent van eigen bodem werd het podium vrij gehouden.
Dag 1
Op dinsdag mocht zelfs een lokaal Genks talent, noem het een legende desnoods, als een van de eerste bands de spits afbijten. Michel Bisceglia, zelf goed voor ondertussen honderden arrangementen voor orkest en strijkkwartet, en zijn trio, samen met het Prova strijkensemble en een glansrol voor stersaxofonist Dewey Redman brachten nieuwe versies van composities uit de eerder verschenen albums About Stories en Second Breath zonder een moment de melodieën uit het oog te verliezen. Het zittende kennerspubliek spitste de oren en je kon bij momenten een speld horen vallen. Vooral wanneer Redman weer eens een solo vol spanning de zaal instuurde. Zeer de moeite en Genk mag trots zijn op "zijn" Michael Bisceglia.
Byron Wallen, die rond een uur of acht een indrukwekkende performance gaf (wist een goede vriend van me te vertellen) heb ik jammer genoeg aan mij voorbij moeten laten gaan, wegens andere verplichtingen.
Thuis spookten de noten nog wat verder rond in mijn hoofd, slaap vatten werd moeilijk en ik keek al uit naar de volgende dag.
Dag 2
Het Jef Neve Trio speelde woensdag omstreeks 20 uur ten dans in de schouwburg en alweer stond er dus een beloftevolle Belgische band op het podium, in het gezelschap van de Italiaanse maestro Paulo Fresu, die dan later ook met zijn eigen P.A.F. trio zou aantreden. Thematische nummers, uit het album It's Gone (verschenen op het label Contour) werden soundscapes en vice versa, vooral door de inbreng van Paulo Fresu die door middel van zijn trompet en effectenpedalen af en toe wat distortion en echo's toevoegde aan het geheel, en ook even de snaren van pianist Jef Neve beroerde. Als er dan toch iets aan te merken viel aan de performance en de sound dan lag dat in dit geval aan drummer Teun Verbruggen, die net iets te veel van zichzelf gaf in de vaak intieme nummers.
Tijdens het laatste nummer deed er zich een vreemd schouwspel voor en even dacht ik dat de organisatie de boel in het honderd zou laten lopen. Antonella Salis (piano en accordeon) en Furio Di Castri van het P.A.F trio verschenen met veel heisa achter Jef Neve op het podium met flightcases en hun instrumenten en drukten zo eigenlijk bijna de voorgaande groep van het podium. Leuke act om het publiek mee te blijven boeien. Maar daar zorgde de virtuositeit van de muzikanten op zich ook wel voor.
Het P.A.F Trio, met een vaak briljant uit de hoek komende Antonello Salis (die vooral tijdens het eerste nummer een magisch-ritmische alliantie met de bassist aanging door middel van een perfecte buffetpiano-uit-Italiaanse-westerns imitatie) en een zeer subtiel spelende Fresu zorgde bijna voor een mooi orgelpunt van de avond en dan moest de hoofdact nog aantreden.
Enrico Rava (foto boven), de grondlegger van de moderne jazz in Italië, trekt al ongeveer vier jaar rond met zijn quintet en dat hoor je. De multigetalenteerde muzikanten Gianlucca Petrella (onder andere al werkzaam onder de mantels van Lester Bowie en Steve Coleman) en bassist Rosario Bonaccorso (Michael Brecker en Phil Woods maakten van zijn diensten al gebruik) dongen beiden naar de titel van beste solist van de avond, maar dat was natuurlijk buiten de meester zelf gerekend en Rava bewees nog maar eens waarom hij in 2002 niet voor niets de prestieuze Jazzpar Prize ontving.
Een zeer indrukwekkende woensdagavond in Genk werd zo met een stevig orgelpunt afgesloten.
Dag 3
Vanuit het zuiden van Italië verzeilden we met zijn allen op donderdag in het noorden van de Europese jazzscène met twee bands uit Noorwegen en Zweden.
Omwille van verkeersproblemen en een sneeuwstorm in Noorwegen geraakte Jon Balkes Micro Magnetic niet tijdig in Genk, dus begaf Bobo Stenson (foto linksmidden) zich met zijn trio iets vroeger op het podium. En dat optreden heeft me toch ongeveer een anderhalf uur lang van mijn sokken geblazen. Even leek ik niet meer in Genk te zitten en werd ik letterlijk in de composities gezogen. Om er even later weer bedwelmd uit te komen met het besef dat de drie meesters (Bobo Stenson op piano, Anders Jormin op bas en Jon Fält op drums) in kwestie bijna totaal van elkaar verschillende thema's aan het spelen waren en toch elkaar weer binnen bepaalde delen van de composities tegenkwamen. Voeg daar nog eens een verbluffende bassolo aan toe (even leek er een Indiaanse panfluit door de zaal te zweven) van Anders Jormin en het met veel gevoel en zin voor ruimte gespeelde soleerwerk van Bobo en je kon spreken van een verbluffend optreden. Met twee lange bisnummers tot gevolg.
Dag 4
Het kennerspubliek maakte op vrijdag 19 november gedeeltelijk plaats voor wat jonger volk. De stoelen werden aan de kant geschoven en ook voor het eerst die week kon men deejays aan het werk zien. Als opwarmer voor de optredens van het Belgische Mustique en het Britse Two Banks Of Four draaide Ben 'Train' Osborne fijne plaatjes. Iedereen zat op de vloer van de verschillende niveaus van de zaal en nipte van zijn al dan niet binnengesmokkeld pintje (toch een kleine blaam op een voor de rest goed georganiseerd festival, men mocht geen drank mee naar binnen nemen waardoor heel wat minder geïnteresseerden in de hal bleven hangen, wat er toe leidde dat de grote zaal maar half gevuld was).
De gloednieuwe formatie Mustique, onder leiding van trompettist Sam Vloemans bediende zich van Latin, jazz en funk om het publiek warm te maken maar viel af en toe even door de mand door het al te clichématig gebruikte ritmes en melodiepatronen, maar desalniettemin een zeer beloftevolle jonge band die we nog wel eens zien doorbreken.
Two Banks Of Four (foto rechtsmidden), na het wegvallen van Nuspirit Helsinki, een van de bands waar ik persoonlijk het meest naar uitgekeken had, vulde alle verwachtingen in. Na jaren intensief touren leek de band nog sterker live uit de hoek te komen dan op plaat. De twee frontdames, Bembe Segue (vocalen voor onder andere Bugz In The Attic en Truby Trio) en Valerie Etienne (ex-Galliano en Young Disciples en echtgenote van Rob 'Earl Zinger' Gallagher) heb ik persoonlijk nooit beter horen zingen en het geheel was duidelijk meer dan de som der delen. Denk Cinematic Orchestra, maar met nog meer voeling met 70's jazz en meer soul per vierkante meter dan alle afgelikte r&b-acts van tegenwoordig samengeteld. Toppers waren vooral het volgens sommigen wat te overdadig uitgesponnen maar door ondergetekende fantastisch bevonden 'Banks of the Nile' en nieuw nummer 'Homegirl' met Valerie Etienne in een glansrol. Om vingers en duimen bij af te likken! (RG)
Dag 5
Veel meer volk en niets dan gezelligheid op de vijfde dag. Minpuntje voor de zuipschuiten en schoorstenen onder ons is wel dat er niet gedronken, gegeten noch gerookt mag worden in de zaal. Maar we zijn hier voor de muziek, nietwaar. En dus voor Bugge Wesseltoft en band. Bugge heeft een bassist, percussionist, drummer en effectenman mee, maar staat feitelijk zelf nooit echt stil. Als hij geen piano speelt, is hij wel aan een of ander knopje van een of ander doosje of computer aan het draaien. Maar als hij speelt lopen de rillingen toch altijd over de rug.
Muziekgewijs betreft het hier het samengaan van de jarenzeventigfusion van Davis, Hancock en Corea met de nieuwste ontwikkelingen in de dansmuziek. Dit gezegd hebbende blijft het toch altijd betrekkelijk rustig. Of laten we zeggen: begint het meestal rustig. Een mistige synthwaaier hier, een gesampled stemmetje daar, wat percussie, enige bastonen en pseudo-hiphopritmes om het ritme op gang te trekken, waarna dit impressionistische landschap altijd weer samenkomt in een zwierig wereldmuziekje dat de ruimte wordt ingestuurd door Bugges intergalactische keyboardklanken. Hoogtepunt is een nummer dat begint met een impressionante bassolo van wel vijf minuten, waarna alle groepsleden inpikken en de kalme atmosfeer wordt opengetrokken tot een feestje van jewelste. Hetgeen nog maar eens duidelijk maakt welk een leuke baas die Bugge moet zijn. Altijd legt hij de nadruk op het groepsgebeuren, hij geeft complimentjes weg en blijft, hoe neurotisch hij zelf ook bezig is, de bescheidenheid zelve. Het publiek lustte er wel pap van, want het applaus bleef maar aanzwellen. En terecht, want Wesseltoft is een voorbeeld van hoe je een traditionele muziekstijl als jazz katapulteert naar de 21ste eeuw.
Dan gaat het er bij Nicola Conte en zijn octet traditioneler aan toe. Met drums, sax, trompet, Flügelhorn, piano en vibrafoon en Conte zelf op gitaar, wordt er teruggegrepen naar cooljazz, swing en bebop. Van die jazz die voorzichtig alle moeilijkdoenerij van na Miles Davis uit de weg gaat en zich concentreert op het geluid van de golden age of jazz. Leuk en ontspannend is dat zeker, maar veel meer kan je er niet over zeggen. Iedereen, zelfs de drummer, krijgt zijn moment om te schitteren en doet dat met verve. Maar alles blijft wel netjes binnen de lijntjes op die manier en gaat na een tijd zo akelig perfect klinken dat de spanning verdwijnt. Ook spijtig is dat, voor de tweede keer al (gisteren in de Gentse Handelsbeurs was het ook van dat), zangeres Christina Zavalloni uiterst slecht in de mix zit. En dan wordt het natuurlijk moeilijk om het prachtige 'Wanin' Moon' (op plaat met glans vertolkt door klassebak Bembe Segue) naar de hoogten te tillen waar het zich normaal bevindt. Zoals gezegd: perfect concert en sympathieke mensen (vooral het schattige Engels van Conte doet je hem veel vergeven), maar soms hadden we toch het gevoel dat het perfecte spel de passie iets te weinig op de voorgrond plaatste.
Spijtig ook weer voor Gilles Peterson. Maar dat heb je nu eenmaal met een jazzpubliek. Als de concerten gedaan zijn stroomt de zaal leeg en moet de paus van de nu-jazz zijn plaatjes opleggen voor een handvol aficionados. Nu is Gilles deze avond ook niet in de grootste vorm. Hij doet wat er van hem verwacht wordt, maar ook niet zoveel meer. Je hoort wel veel goeie plaatjes, maar pas op het einde van de avond springt de vlam echt in de pan. Gilles neemt dan ook de microfoon ter hand en begint zich als een echte MC te gedragen, schudt enige Bonsoirs uit zijn mouw en krijgt alsnog het overgebleven publiek op zijn hand. (VR)
Zondag stond er nog meer lekkers op het programma: saxofonist Erwin Vann (B), Thomas Hauert en Michel Debrulle (B) en B!ndman en het Mondriaan Quartet (B/Nl) maar een uiteindelijk toch uitgebroken griepvirus heeft onze reporter rond de middag geveld. Conclusie: Een uitermate gezellig festival dat zeker nog kan groeien en waarvan wij dus hopen dat er volgend jaar of in de nog nabijere toekomst een nieuwe editie komt. Jazz on Limburg!
http://www.kindamuzik.net/live/motives-festival/motives-festival/8119/
Meer Motives Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/motives-festival
Deel dit artikel: