Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Niet eerder was het contrast meer voelbaar tussen de zoetgevooisde en radiovriendelijke singer-songwriters uit Europa, zoals de Ierse zanger Gavin 'Book of Love' James, en de meer traditionele countrymuziekbroeders en -zusters uit de Verenigde Staten dan op deze verhitte editie van Naked Song. Daarbij is het lekker druk in de talloze zaaltjes die het Muziekgebouw rijk is en lopen er minder grijze koppen rond dan op voorgaande afleveringen, dus je zou kunnen stellen dat de moeilijke missie om een breder publiek te vinden voor serieuze muziek is geslaagd. Nu is het aan de bezoeker om in de krochten van dit haast onmogelijke complex op zoek te gaan pareltjes.
De trouwe americanafans zitten overigens zowat de hele avond op hun stoel geplakt in het gezellige café Meneer Frits, waar de obers gewoon aan je tafel komen. Daar vind je een outlaw als Wink Burcham en zijn snikkende metgezel. Het opvallende duo heeft veel weg van een soort boerenkinkelversie van Simon & Garfunkel. De grootste van de twee - met grote cowboyhoed en een witte doek uit zijn kontzak - is Winks buddy en hij zingt met een stem die als twee druppels whisky lijkt op die van Hank Williams. Als ze ook nog eens fluiten en een nummertje van hun lokale held Roger Miller doen, leggen de bezoekers nog net geen handhoekje op hun stoel neer om de rest van de avond voor dit podium te bivakkeren.
Toch is het ergens wel jammer dat niet iedereen de moeite neemt om ook in de andere zaaltjes te kijken. Met name de verstilde optredens van James Vincent McMorrow [foto boven] in de Grote Zaal en Charlie Cunningham in de Kleine Zaal zijn adembenemende solo-exercities. Bij de ernstig zingende en kijkende McMorrow denk je eerst nog dat er een hele band het podium op komt, maar hij kan in zijn eentje zowel met piano als met elektrische en akoestische gitaar goed overweg. Cunningham is nog bescheidener, met alleen een akoestische gitaar op schoot. Dat hij in zijn wonderschone en Nick Drake-achtige liedjes ook Spaanse invloeden verwerkt, maakt de ingetogen muziek misschien nog meer bijzonder. Dat soort jonge gastjes zien de rootsmensen in Meneer Frits te weinig. Alleen de negentienjarige Britse kostschoolganger Luke Jackson is daar een van de weinige nieuwelingen. Hij en zijn drummer beginnen wat onzeker aan de set. Eerst nog klinkt het als een slappe versie van The White Stripes, maar als hij eenmaal veel stillere folksongs speelt, is het publiek direct om.
Naked Song begint wel stroef. Het zal deels met het warme weer te maken hebben dat de sfeer in de middag erg loom is te noemen. Het Antwerpse Birds That Change Colours opent nog wel hoopvol met Michael Hurleys 'Werewolf', al is de stem van de baardman met truckerspet wat vlakjes. Gelukkig laat hij zich snel vergezellen door twee dames in zomerrokjes, wat voor meer variatie - ook visueel - zorgt in de behouden folk. Verderop vertelt Wendy McNeill nog verhalen over de Canadese prairie, terwijl haar begeleider, de Spanjaard Julio, op een contrabas leunt. Helaas is de degelijke americana verder niet zo heel spannend, zodat er bij ieder liedje wel weer een paar mensen opstaan. Het is ook vermoeiend bij iedere song tekst en uitleg te krijgen. De combinatie van bandana en hoge hakken geeft dan weer wel mooi de verhouding tussen stoer en lief weer.
Maar het festival komt past echt goed op gang met Pokey LaFarge [foto boven] en kornuiten in de Grote Zaal, die na een drietal nummers een stormloop naar de rand van het podium teweegbrengen. Dat je de serieuze muziekliefhebbers uit de stoel krijgt en laat dansen, is een presentatie op zich. Daarbij is het retrogezelschap behoorlijk op dreef. De vetkuiven dollen met het publiek. Iemand krijgt hen zelfs zover om de gitarist met een vossenstaart aan zijn instrument een stukje Slayer te laten spelen. En nadat stamgast Chris Smither met dichtgeknepen oogjes, een brokkelig stemgeluid en zijn J.J. Cale-achtige stijl nog even de rootsliefhebbers in Meneer Frits tevredenstelt, kunnen uiteindelijk ook daar de stoeltjes aan de kant als het zevenkoppige Dust Bowl Revival aan de slag gaat met een broeierige mix van soul, bluegrass en gospel. Het is vooral de zangeres die een onuitwisbare indruk achterlaat onder de blazers en blokjeshemden met een prachtig diep stemgeluid. Het blijkt een goede keuze om zo'n feestband als laatste op het programma te zetten. Uiteindelijk verlaten alle stugge liefhebbers van real music, zoals de presentator de rootsmuziek wat knullig omschrijft, dansend het gebouw.
Foto uit het KindaMuzik archief door Van den Hoogenhoff en De Haas
http://www.kindamuzik.net/live/naked-song-festival/naked-song-2015/26015/
Meer Naked Song Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/naked-song-festival
Deel dit artikel: