Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Er mag dan een Naked Song Festival in Eindhoven zijn, een beetje puber zit deze zaterdag van het Pinksterweekend nog een stukje zuidelijker, in Landgraaf. Nu zal het feest der solerende singer-songwriters het toch niet van de tienerdoelgroep moeten hebben, dus dat scheelt. Het zijn met name veertigplussers die de drie zalen, het café en de afzichtelijk kleurige poefen rond de foyerstage van het muziekcentrum vullen. Nu ja, vullen, druk is het hoofdzakelijk in de grote zaal bij headliners-van-dicht-bij-huis Spinvis en Novastar. Echt rumoerig of losbandig wordt het beschaafde, aandachtige publiek daarbij nooit.
Idee achter het festival is dat de artiesten hun sets van alle opsmuk ontdoen en opbloeien in alle kaalheid. Niemand die zich zo letterlijk aan deze opdracht houdt als opener Matt Bauer. De singer-songwriter compenseert het gebrek aan hoofdhaar met een grove baard. Zijn set van lichthees bezongen liedjes vol beeldende teksten is direct een krachtig schoolvoorbeeld van het naakte festivalconcept. Zijn tragische afsluiter 'Don't Let Me Out' - over meisjes met tot de hemel reikend haar die van bruggen springen - valt te vergelijken met het ontroerendste werk van Nels Andrews.
Verreweg het meest unieke item op het programma is de componeerworkshop van Van Dyke Parks, schrijver en arrangeur voor onder meer Smile van The Beach Boys en platen van Randy Newman en Ry Cooder. Slechts een halfvolle zaal lijkt de legendarische status van de 66-jarige man te kennen. De muzikant zelf blijft er sowieso bescheiden onder en komt op slippers het podium op. De charismatische, grappende verteller maakt in vergelijkingen van onder meer demo's en zijn bewerkingen van liedjes van Inara George en Rufus Wainwrigth inzichtelijk wat een songtekst muzikaal kan complementeren. George begint haar nummer met gitaar, Van Dyke Parks zet er vervolgens een heel orkest onder, waarop George voor haar liveshows maar besluit haar gitaar thuis te laten. Zo dirkt Van Dyke Parks dat op wat kaal was en daarmee worden zijn composities het omgekeerde van naked songs. Dat hij daarmee op het verkeerde festival staat deert niet. Zijn workshop is prettig grillig, informatief en onderhoudend door de vele anekdotes en voorbeelden.
Spinvis [foto rechts] weet zijn zaal moeiteloos vol te trekken en opent met een lekker donkere versie van 'Kindje van God', inclusief klopgeluiden en een brommende baslijn. Via drie beeldschermen heeft de muzikant toch min of meer zijn band bij zich. In 'Bagagedrager' verdriedubbelt hij zo zichzelf en slaat hij in synthgefreak door in zijn knutselarij. Zijn trucenset is te bedacht, dichtgeplamuurd en gesloten voor echte improvisaties. 'Solo' of 'naakt' kun je het al helemaal niet noemen. Niettemin is nieuw nummer 'De Grote Zon' een veelbelovende roadsong met karakteristieke Spinvisregels als "Ik ben een Waterman / Dus deze week zit alles mee."
Rachel Harrington & Zak Borden [eerste foto] treden op in de foyer. Dit duo zal je nooit in de weer zien met schermen of geluidsdoosjes. De twee weten de 'afterdinnerdip' te vermijden dankzij een combinatie van opgewekte en kwetsbare alt.countrysongs, inclusief bluegrasssnik en verfrissende mandolinesolo's. Harrington speelt daarbij - geheel in countrystijl - alsof ze paardrijdt en grapt dat de naam Zak Borden in het Nederlands iets als "sack of plates" moet betekenen. Covers van Mississippi John Hurt en Linda Ronstadt krijgen knappe vertolkingen, maar niets is zo lekker duister en gedreven als de cover 'Up the River' van Laura Veirs, die evenals het duo uit Seattle komt. Die stad is nog immer een muzikale broedplaats, dat blijkt wel weer.
Rory Block is ook nogal van de covers. Rauw en zonder franje zingt en speelt ze zich door klassiekers van Robert Johnson en Son House heen. Wat ze uit haar gitaar weet te rammen is machtig, in spel doet ze niet onder voor de oude bluesgiganten. Wel mist zij hun subtiliteit in zang en blijft ze in vettige vocalen vasthouden aan een te hoog volume. De idolate wijze waarop ze de grootheid van Robert Johnson predikt, gaat op den duur evenzeer tegenstaan.
Het Nederlandse Fuck the Writer & Sir Ian is als duo sterk in samenzang en spel, maar is in tekst te leeg door de vele grote woorden over een lelijke wereld. Grote afsluiter Novastar [foto links] is eerder sentimenteel dan dreinerig, zoals in het te huilerige 'Millersan'. Hij heeft echter een paar fraaie, glasheldere composities op zijn naam staan als 'Never Back Down' en 'Where Did We Go Wrong'. Ze staan nog altijd overeind. Dat hij laatstgenoemde hit in Eindhoven schreef, had hij niet hoeven zeggen, want het publiek smult toch wel van de Coldplayeske pop. Voor originele liedteksten moet je echter ook niet bij deze Nederlandse Vlaming zijn.
De flauwe afsluiters zijn voorafgegaan door groot schrijf- en componeertalent. Dat Van Dyke Parks daaronder valt, is onbetwistbaar. Maar verder krijgt vooral relatief onbekend talent binnen dit festival de verdiende aandacht. Een Matt Bauer of Rachel Harrington zullen waarschijnlijk maar een man of tien op de been krijgen als ze in de kleine zaal van Paradiso zouden staan. Vandaag staan ze samen sterk en hoeft er in die zin niemand écht te soleren en in zijn blootje te staan op het Naked Song Festival.
Foto van Rachel Harrington & Zak Borden door Marcel Houweling. Foto's van Spinvis (door Tim Broddin) en Novastar (door Bart van den Hoogenhoff) uit het KindaMuzik archief.
http://www.kindamuzik.net/live/naked-song-festival/naked-song-festival/18690/
Meer Naked Song Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/naked-song-festival
Deel dit artikel: