Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Waar de verslagen over Roadburn van vorig jaar vooral repten over de tegenslagen (headliners die uit elkaar gaan en afzeggen), domineert dit jaar de snelle uitverkoop in de pers. Binnen drie kwartier waren alle kaarten uitverkocht voor het festival waarbij de riff centraal staat.
Ufomammut mag de 2009 editie van Roadburn aftrappen en doet dat voor een al goed gevulde grote zaal. Gezien het aantal Italiaanssprekenden zit daar veel meegebrachte eigen aanhang tussen. Ufomammut speelt strak, maar het optreden imponeert nergens. Er zit simpelweg te weinig space in de spacerock. Een nummer openen met een sample en dan verder alleen vrij eenvoudige grooves spelen, volstaat niet.
Bij Baroness [foto links] doet zich een situatie voor die waarschijnlijk uniek is in de Roadburngeschiedenis: een flink percentage van de bezoekers vindt het geluid te zacht. De mix van southern rock, sludge en meer progressieve invloeden komt daardoor niet helemaal tot zijn recht. Het dubbele gitaarwerk komt nog het best uit de verf en laat horen dat het hier gaat om een band met onmiskenbare kwaliteiten.
De Duitste formatie Amon Düül II - de bandnaam is op een handgeschreven vel papier op de drum bevestigd - is door de recente geschiedenis van de Europese psychedelische muziek heen zonder meer baanbrekend geweest. Het is niet eenvoudig om een dergelijke reputatie levend te houden maar het zestal doet toch een hoopvolle poging.
Zangeres Renate Knaup is naar eigen zeggen niet goed bij stem, waardoor ze geen ballads kan spelen maar de set die Amon Düül II neerzet, lijdt allerminst onder haar ziekte. Ouder werk zoals 'Archangels Thunderbird' en 'Deutsch Nepal' weerklinkt en viool, akoestische gitaar en drumsolo's zorgen voor wat variatie. Ook al klinkt het niet altijd even straf als wellicht vroeger het geval was, tijdens de momenten dat Amon Düül II in jams vervalt, is het toch wel duidelijk dat de ouderlingen hun stiel niet helemaal verleerd zijn. Helaas zijn deze stukken te zeer in tijd beperkt en de improvisatie iets te afgemeten.
Tussen al het meer experimentele geweld, is Radio Moscow nog een van de weinige ouderwetse stonerrockbands. Het trio uit Iowa speelt overduidelijk op grootheden als The Jimi Hendrix Experience, Cream en Blue Cheer gestoelde bluesrock. Zanger/gitarist Parker Griggs ziet er met zijn lange sluike haar en beginnende onderkin niet alleen uit als het neefje van J. Mascis, hij speelt ook minstens net zo goed gitaar. Een flink deel van het optreden wordt gevuld met 's mans flitsende gitaarwerk.
En eindelijk staan ze op het grootste podium: Ben Ward en de zijnen van Orange Goblin [eerste foto]. De band uit Engeland mag met recht een Roadburnveteraan genoemd worden, en geeft eigenlijk altijd wel aangename concerten weg. Gewoon niets-aan-de-hand stoner met de vuisten in de lucht. De bandleden zijn daarnaast elke dag te vinden in de foyer van de 013, waar ze hun eigen Orange Goblin disco bouwen.
Ondertussen is Burial Hex in de V39 aan de overkant van de straat aan een eigen sonore helletocht bezig. Clay Ruby heeft op een tafel voor zich een hoop elektronica uitgestald waarmee hij duistere, haast mechanische soundscapes oproept terwijl abstracte zwart-witprojecties hem visueel ondersteunen. Abstractie, minimalisme en horror zijn kernwoorden die de duistere sfeer waarin Burial Hex baadt, typeren. Bevreemding en fascinatie zijn het resultaat.
Roadburn draait om de riff, maar dat is tegenwoordig nadrukkelijk niet meer de gitaarriff. Later op het festival zal het gitaarloze Om nog acte de présence geven, op de eerste dag mag Zu [foto rechts] aantonen dat je geen zes snaren nodig hebt om het publiek met de hoofden te laten knikken. Het Italiaanse freejazzmathmetaltrio maakt er een indrukwekkend staaltje krachtpatserij van en Jacopo Battaglia en Massimo Pupillo zijn een van de meest indrukwekkendste ritmesecties ter wereld. Lood- en loodzwaar, maar met een uiterst verfijnde wiskundige precisie laten zij de 013 op zijn funderingen trillen. Ook baritonsaxofonist Luca Mai gaat mee in dat spel. Waar de meeste jazzsaxofonisten kiezen voor het notensalvo, daar kiest Mai zonder dralen voor de luchtalarmsirenegroove. Zu is misschien wel het hoogtepunt van de eerste dag Roadburn.
En ook de Brit Alexander Tucker is op de openingsdag van het festival een voorbeeld van het feit dat het festival zich op allerhande muzikale experimenten richt. Tucker werkte in het verleden reeds samen met Stephen O'Malley maar kiest in zijn solowerk toch voornamelijk voor een melodieuze aanpak waarin organische continuïteit en subtiele variaties centraal staan. Met diverse snaarinstrumenten, strijkstok en zijn stem speelt Tucker stukken in die vervolgens in een loop afgespeeld worden om er verder mee aan de slag te gaan en desgevallend iedere mutatie verder te muteren. Het resultaat is meeslepend en gevarieerd en Tucker deinst er zelfs niet voor terug om ingetogen stukken met harde gitaren af te wisselen.
Tijdens Tuckers set weerklinkt de soundcheck van Wolves in the Throne Room dat enige tijd later zijn opwachting maakt. De kleine zaal is afgeladen vol en de drie kwartier durende set die de band uit Olympia, Washington ten gehore brengt is bijzonder intens. Het feit dat Wolves in the Throne Room dit jaar voor de tweede keer op rij op Roadburn staat - ze namen hier vorig jaar trouwens hun live-dvd op - komt hun populariteit ongetwijfeld ten goede. Ditmaal wordt de door drums voortgejaagde atmosferische black metal waarin Nathan Weaver vocale accenten aanbrengt door de beelden van VJ Stalker passend begeleid. Er wordt gretig uit nieuweling Black Cascade geput maar vaste waarden als het onvolprezen 'Cleansing' ontbreken evenmin.
Foto's uit het KindaMuzik archief, Baroness door Eva Ruiter en Orange Goblin door Grietje Stam.
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2009-donderdag/18501/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: