Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"It's a good day for a festival", zegt Dayna Kurtz, als de zon het hoogste punt bereikt en de festivalbezoekers van Roots in the Park, veelal van bovengemiddelde leeftijd, languit op een picknickkleedje of een uitgevouwen oude krant in het keurig gemaaide gras van het Julianapark liggen.
De Amerikaanse zangeres met de donkerbruine stem hult zich nog in de spaarzame schaduw die het enige podium op het festivalterrein faciliteert. Zittend, met gitarist Robert Mache aan haar zijde, smelt haar rootsrepertoire in deze hitte om tot akelig lome en uitgeklede achtergrondmuziek, dat de meeste toehoorders in een siësta doet sussen. Alleen als Kurtz vervolgens een nummer van haar nieuwe cd Rise & Fall aan alle stoute meisjes opdraagt, schrikt een enkele brave huismoeder op, om met luid applaus even de zinderende stilte te doorbreken. (MD)
Het is een dag waarop er keuze is uit honderden festivals, maar uiteindelijk iedereen niets liever zou willen dan met een boekje op het strand liggen. De sfeer in het Utrechtse park is iets te ontspannen. Na de uiterst kalmerende americana van Kurtz zou een klein onweersbuitje erg welkom zijn.
Met de opzwepende blues en soul van The James Hunter Six komen er misschien niet gelijk heel grote hagelstenen uit de lucht vallen, daarvoor is het te veel uitgekauwde retromuziek. Toch heeft de blazerssectie een heerlijk verfrissende werking. Daarbij beschikt de goedlachse en blanke Brit over een verfijnd soulsnikje in zijn versleten stem, die je soms aan zwarte iconen als Otis Redding en Sam Cooke doet denken. Hunter is een beetje een showman, die veel tijd verspilt met praten over koetjes en kalfjes en rare trucjes met zijn vocalen en gitaar. Als hij zijn instrument gewoon om de nek hangt, valt er zeker iets te genieten. (MD)
Hoewel op veel festivals de grensoverschrijdende artiesten vaak het interessantst zijn, zorgen deze acts op rootsfestivals meestal voor verwarring. Gelukkig maken Marc Broussard en zijn halve Nederlandse band veel vrienden met hun erg toegankelijke rootspop. Met zijn zonnebril en petje straalt de jongeman uit Louisiana ook meteen iets uit van een radiovriendelijke singer-songwriter.
Waarschijnlijk is hij overal wel op zijn plek, zolang de zon schijnt. Met repetitieve songteksten, zoals bij een nummer als 'Save Me', zou hij zelfs op de EO-jongerendag nog wel uit de voeten kunnen. Meer dan vermakelijk is het echter niet. De kracht zit in de aanstekelijke en luchtige liedjes, maar daardoor mist Broussard tegelijkertijd ook de nodige diepgang. (MD)
Met Joanne Shaw Taylor weet je weer dat je op een rootsfestival bent. De lange blonde haren en de gitaarband met pantermotief kunnen niet verhullen dat deze Britse dame in werkelijkheid een echte bluesbeul is. Ze moet vroeger wel een jongensmeisje geweest zijn, dat boomhutten bouwde, over rotsen klauterde en met auto's speelde. Nu wil ze net zo rocken als de grote gitaarhelden, zoals Joe Bonamassa. Het beukwerk, de gitaarsalvo's en de bombast: het is allemaal present en lijkt ook eindeloos te duren. Je vraagt je weer eens af wie hier anno 2015 nog op zit te wachten. (MD)
Verder terug naar de akoestische roots gaan de met wilde baarden vervaarlijk uitziende heren van de Ben Miller Band. Aanvankelijk zitten ze rustig op hun krukjes, maar het gaat allengs wilder. Donder en bliksem op het podium alsof het onweer zonder regen losbarst. Banjo, éénsnarige wastobbebas en vooral het wasbord laten de schichten van het podium vliegen.
Precies wat het publiek nodig had en dat laat zich dan ook massaal opzwepen om te dansen en mee te joelen. De heren springen inmiddels ook lustig over het podium, wisselen voortdurend van instrument en laten het Julianapark dampen. De wedstrijd lange uithalen tussen band en publiek eindigt onbeslist, maar de Ben Miller Band is de winnaar van het festival. (PH)
Oudgediende John Hiatt blijft genieten van zijn Nederlandse fans en zij van hem. Een echtpaar viert zelfs zijn veertigjarig huwelijksfeest op het festival en rent half struikelend over de tas van de fotograaf naar voren als Hiatt 'Real Fine Love' aan hen opdraagt. Begeleidingsband The Combo bewijst Hiatts goede neus voor het om hem heen verzamelen van kwaliteitsmuzikanten. Een degelijke, niet heel verrassende setlist maakt het optreden tot een rockend kampvuur.
Hiatt vertelt hoe hij als tiener een hekel had aan traditionals en country, maar die tijd is voorbij en met 'Crossing Muddy Waters' brengt hij zijn eigen traditional. Ten slotte vertelt Hiatt dat hij 29 jaar geleden in een Amsterdams park een brief schreef aan zijn vriendin met de vraag of zij met hem wilde trouwen. Per brief, e-mail was nog onbekend, kwam haar antwoord dat ze dat wel wilde en ze zijn nog steeds getrouwd. Het niet stuk te krijgen 'Have a Little Faith in Me', met vocale uithalen en bijtende gitaarsolo, sluit het festival af. (PH)
http://www.kindamuzik.net/live/roots-in-the-park/roots-in-the-park-3913/26077/
Meer Roots in the Park op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roots-in-the-park
Deel dit artikel: