Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Laat ik er niet omheen draaien: als ik Terry Lee Hale in Paradiso, Patronaat of Tivoli zou zien, dan zou ik mij waarschijnlijk dood vervelen. Maar in De Tichel in de Amsterdamse Jordaan, een buurthuis waar een bingo- en sjoelbaksfeer hangt en het bier nog altijd tegen een provinciaals prijsje uit de tap stroomt, blijkt de Amerikaan plots een onderhoudende entertainer. En een entertainer hoort onderhoudend te zijn, uiteraard.
Het is het lot van de B-categorie van de singer-songwriters. De subtoppers. En die vormen een immense groep, vaak onderling inwisselbare troubadours die zich hooguit van elkaar onderscheiden door hun favoriete whiskeymerk of dat ze de Reeperbahn boven De Wallen prefereren. Er kunnen natuurlijk maar een paar Steve Earles, Will Oldhams, Bob Dylans of Bruce Springsteens zijn. En vaak is het ook een breekbaar bestaan daar aan de singersongwriters-top, denk aan Elliott Smith en Townes.
Maar vlak daaronder bewegen zich vele duizenden ruwe bolsters met blanke pitten, die ooit een handvol pakkende liedjes hebben gemaakt - misschien zelfs één of twee klassiekers geschreven - maar verder voorbestemd te zijn om wereldberoemd te blijven in talloze roadhouses, kroegen of - zoals nu - buurthuizen, overal op de aardbol.
Neem nu Terry Lee Hale. Geboren in Texas, maar sinds de jaren tachtig werkend vanuit Seattle, waar hij ruim een jaar of tien geleden opgemerkt en vervolgens gelanceerd werd door Walkabouts-frontman Chris Eckman. Beiden wonen tegenwoordig trouwens in Europa, maar dat terzijde. Een grote charismatische podiumpersoonlijkheid die de pakkende refreinen met bosjes uit de mouw schudt is hij zeker niet. Maar de tien albums die hij tot dusverre maakte zijn zeer genietbaar, en als hij met een gehuurde stationcar solo van kroeg naar kroeg door Europa toert maakt hij talloze muziekvrienden en fans.
Ditmaal, in De Tichel, heeft hij zelfs de Amerikaanse bassist Joseph Parsons en de Kroatische drummer Tin Ostres bij zich, wat het geheel nog wat meer pit geeft. Het levert een prima concert op met mooie koortjes van Parsons, inventief trommelwerk van Ostres en veel ruimte voor verzoeknummers en andere communicatie met het publiek. De ene speakerbox op een keukentrapje, de andere op een barkruk en daartussen de band. Wat wil je nog meer?
Amsterdam mag dan niet best bedeeld zijn wat podia voor alternatieve rockgroepen betreft, met speelmogelijkheden voor singersongwriters is het nog véél erger gesteld. Vandaar dat Americana-liefhebber Ton Derksen een jaar of twee geleden besloot dat er maar een avondje in de maand minder geklaverjast moest worden in De Tichel. Het heeft al een paar dozijn goede concerten opgeleverd en dat van Hale hoort beslist bij de betere.
Voor een publiek van merendeels vijftig-plussers - met duidelijk de nadruk op 'plussers' - zingt hij veel van zijn meest recente, wat ingetogener cd Celebration What for, die twee maanden geleden al door Maurice Dielemans in dit webzine werd besproken. Maar ook nummers van Hardpan, het singer-songwriterskwartet dat hij vormt met Todd Thibaud, Chris Burroughs en de nu ook aanwezige Parsons. En er is ruimte voor nieuw werk, zoals het mooie 'One Last Time', waarmee hij zowaar een Townes/Eric Taylor-sfeer weet op te roepen.
Uitgerekend op de avond dat The Veils hip en trendy doen in Paradiso staat vijftiger Terry Lee Hale amper twee kilometer verderop gewoon heel erg 'underground' te wezen.
http://www.kindamuzik.net/live/terry-lee-hale/terry-lee-hale/6146/
Meer Terry Lee Hale op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/terry-lee-hale
Deel dit artikel: