Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ironie voor beginners: aan de vooravond van december vindt het allereerste Belgische optreden plaats van een groepje dat The Decemberists heet. Een zeer fijn groepje ook, dat we desondanks een beetje uit het oog waren verloren. Toen Picaresque in onze handen terechtkwam, werd de plaat na een diagonale luisterbeurt aan de kant geschoven. 'Gewoontjes' heette het, en: 'lang niet zo goed als die eerste twee', twee platen waarvoor we ooit nog naar, godbetert, Rotterdam waren afgereisd om ze live te aanhoren. We waren ons geloof dus een beetje kwijt - we dwaalden.
Het duurt amper twee nummers eer we dat beseffen. Voor ons geestesoog speelt zich namelijk een kleurrijk schouwspel af: kanonnen bulderen, klaroenen schallen, en kreten van verwachting weerklinken uit de onrustige menigte terwijl de gesluierde Spaanse koningsdochter op de rug van een olifant haar majestueuze intrede maakt. Zulke taferelen verzinnen is één ding; ze op een podium tot leven brengen is enkel een groep als The Decemberists gegeven. Het nummer heet 'The Infanta' en is, jawel, een nieuw nummer. Het opzwepende ritme is trouwens van de hand van recent aangeworven drummer John Moen, die Rachel Blumberg heeft vervangen en meteen een goeie beurt maakt. Voor genoemd spektakel werd al even sterk geopend met een ouder nummer, het zeemanslied 'A Shanty for Arethusa'. Zeer goed begonnen, half gewonnen?
Tuurlijk wel. Want hoor! Daar wordt 'The Engine Driver' ingezet, een droom van een lied dat de nieuwe richting van de groep typeert: ze stappen wat vaker af van het theatrale aspect dat we van hen gewoon zijn en Colin Meloys verhaaltjes kunnen zich even goed in het hier en het nu afspelen. Idem voor 'The Sporting Life' en 'The Bagman's Gambit'. Tussen de songs door heeft Meloy het over de zitjes in de Orangerie - niet ongepast voor een dergelijk optreden, maar toch een beetje een belemmering voor de band tussen publiek en artiesten: alsof je naar een film zit te kijken. Een zachtere song als 'Red Right Ankle' - alweer een hoogtepunt - heeft er misschien wel baat bij: in de doodse stilte van het moment valt op hoe puntgaaf de stem van Meloy klinkt wanneer ze enkel door zijn eigen gitaar wordt begeleid. Ergens tussen 'Billy Liar' en de heerlijke single '16 Military Wives' moet het dak er dan toch af, en gaat zo goed als iedereen in het publiek rechtstaan, en dit tot het einde. En wanneer je een hele Orangerie zo ver krijgt om te gillen alsof ze door een walvis worden opgeslokt - 'The Mariner's Revenge Song' - weet je dat je goed bezig bent. Petje af voor The Decemberists.
Op het gebied van lofbetuigingen hebben we bijna al ons kruit verschoten, maar toch nog even vertellen dat er ook een voorprogramma was, dat Two Gallants heette, en dat we positief verrast waren door hun overgave én hun muziek. De zielen van deze twee kerels zijn zo doordrenkt van de blues dat je bijna zou vergeten dat ze amper 22 jaar oud zijn. Denk Dylan, denk Saddle Creek, denk 'de moeite waard'.
http://www.kindamuzik.net/live/the-decemberists/the-decemberists/11445/
Meer The Decemberists op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-decemberists
Deel dit artikel: