Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Muziek bestaat uit aanknopingspunten, herkenning en houvast. Ritme, melodie en dynamiekverschuivingen dienen als uitgangspunt voor harmonische ontwikkelingen en verkenningen. Moeilijke werken van Stockhausen, John Cage, Harry Partch, en voor mijn part de bulderende noise van Merzbow, bevatten voor het geoefende oor op den duur gewenning gevolgd door acceptatie. Volgens Edgard Varèse is muziek immers "georganiseerd geluid".
Hasselt, België, zaterdagavond 17 mei 2003. In het stemmig donkere Kunstencentrum loopt een stelletje sjofele types rond in de kledinglijn van de Winkel van Sinkel. Verspreid over tapijten die je normaal gesproken alleen nog bij je oma ziet, ligt een arsenaal aan percussie-instrumenten, een oude keyboard, gitaren, en wat al niet. Gezeten aan knusse tafeltjes keuvelt het hooguit veertig man tellende publiek er nietsvermoedend op los. Even later nemen de sjofele types plaats achter hun instrument. Plotseling begint vanaf het balkon een met monddoek getooide Japanse heen en weer te razen, smijtend met pannen en deksels. Het helse kabaal tuimelt de zaal in en weerkaatst tegen de muren. The No Neck Blues Band is begonnen.
Bassist Matt Heyner hanteert zijn antieke cellobas zoals Jimi Hendrix destijds de gitaar (vanwege de logge omvang gebeurt dit trouwens in een droogkomische slow motion-act). Wanneer hij het instrument op zijn hoofd zet krijgt het fenomeen staande bas een nieuwe betekenis; muzikant en instrument worden een geheel. Vanavond krijgt alles een nieuwe betekenis. We horen muziek die zich niet laat vastpinnen, niet eenduidig laat omschrijven, niet in een context laat plaatsen. Muziek zonder identificatie. Je kunt het simpel oplossen door te beweren dat The No Neck Blues Band de freejazz van Sun Ra kruist met de atonale percussiecomposities van Harry Partch, maar dat doet afbreuk aan de hardnekkige weigering van NNCK om te spelen volgens een bestaande traditie; volgens de ‘regels’ zoals boven vermeld.
Vanavond zijn we getuige van iets heel bijzonders. Twee lange stukken spelen NNCK. Het eerste werk is een aaneenschakeling van schrille klanken die een langgerekt lint vormen van waaruit golvende bewegingen afnemen, aanzwellen of gewoon minutenlang oorpijnigend dwarsliggen. Of zo iets. Wonderbaarlijk genoeg blijft de spanningsboog gedurende bijna drie kwartier fier overeind. Natuurlijk heb je voortdurend het gevoel: ze doen maar wat. Maar de klankenbrij kent een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Je blijft geboeid luisteren, nieuwsgierig naar wat komen gaat.
Na een ingelaste adempauze, blaast de Japanse feeks van zo even als aanjager van het tweede werk een saxofoon bijna aan gort. Daarna breek de hel pas goed los. Het Kunstencentrum is een dolgedraaide kermis. Trommelaars David Nuss en Keith Connolly treden dankzij hun opzwepende ritmes toe tot een andere dimensie, de bijdragen van de overige NNCKers sublimeren spontaan in geluidskunst. Klanken worden op elkaar gestapeld, raken verstrikt en vallen, nadat ze ongehoorde gedaanten hebben aangenomen, uit elkaar. Het publiek reageert enthousiast. De muzikanten kijken elkaar aan alsof ze ontwaken uit een hypnose. Connolly rekt zich uit en slaakt een kreet. The No Neck Blues Band uit Brooklyn creëerde zojuist een nieuwe muziekduiding: ongeorganiseerd geluid. Wat een belevenis!
http://www.kindamuzik.net/live/the-no-neck-blues-band/the-no-neck-blues-band-3168/3168/
Meer The No-Neck Blues Band op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-no-neck-blues-band
Deel dit artikel: