Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Reünieconcerten van jarenzeventighelden kenmerken zich vaak door een bezetting met overlevende en nog bereidwillige ex-bandleden die nooit in die vorm heeft bestaan. De groep Yes is het bekendste voorbeeld. Meestal speelt de groep in een hybride bezetting, met een aantal muzikanten die elkaar tijdens het eerste bestaan van de band nooit hebben ontmoet.
Dat is niet anders bij de Britse helden van de jazzrock The Soft Machine, die vorige week aantraden in De Kade in Zaandam. Vreemde eend in de bijt was gitarist John Etheridge; toen hij er in 1975 bij kwam waren zijn huidige collega's al opgestapt uit de steeds wisselende Soft Machine. Belangrijker nog was dat toetsenist Mike Ratledge, degene die het langst lid van de band is geweest en die ook een tijdlang de enige constante in de groep was, er in Zaandam niet bij was. Het kon de pret niet drukken.
De veertigers en vijftigers die op de posters afkwamen hoorden een echt Soft Machine-concert, met de kernbezetting van 1969 tot 1972: saxofonist/ toetsenist Elton Dean, basgitarist Hugh Hopper en drummer John Marshall, allen in muzikale topvorm. De repertoirekeuze bestond uit passend nieuw materiaal van Elton Dean, Hugh Hopper en John Etheridge, afgewisseld met stukken van de elpees 'Third' tot en met 'Sixth'.
Het aardige van deze groep was de toevoeging van de iets jongere, en zwaar onderbelichte gitarist John Etheridge. Als opvolger van de legendarische Allan Holdsworth stond Etheridge altijd in diens schaduw, maar nu, na dertig jaar, haalde hij in Zaandam overtuigend zijn gelijk. Minder vloeiend dan Holdsworth is hij een echte rocker, een opzwepend mannetje dat mensen wakker schudt met gierende uithalen.
Met Etheridge ging The Soft Machine niet alleen terug naar de hypnotiserende lappen muziek van vroegere elpees, in de meest intense soundscapes klonk het zelfs als een stel collega's van vroeger: de gitzwarte rockjazz van Tony Williams' Lifetime. Ondergetekende, geboren in 1971 (ten tijde van de vijfde Soft Machine plaat), kreeg een zwaar brok in de keel bij de aanblik van multi-instrumentalist Elton Dean. Hij is, samen met Hugh Hopper, verantwoordelijk voor de klassieke Softs-sound, en nu kon iedereen zien hoe dat tot stand kwam.
Wanneer de kalende frontman achter zijn Fender Rhodespiano stapte, begon de groep te zweven en te kolken. Als het dan welletjes was, bespeelde Dean eenhandig zijn saxello (een soort gebogen sopraansax), de linkerhand nog op de klaviertoetsen, om aan te geven dat we weer bijna terug waren op aarde. Dan kroop hij al blazend achter de toetsen vandaan om zijn positie bij de staande microfoon te hervatten.
Basgitarist Hugh Hopper is zonder meer het meest constante bandlid. Zijn recente composities (en de groepen waarin hij speelt) sluiten het meest aan bij de oude Soft Machine, en ook in Zaandam was hij volstrekt zichzelf en op zijn gemak. De scheurende fuzzbas, de diepe en eindeloos herhaalde loopjes en de fabelachtige timing: bij Hopper zijn ze eigenlijk nooit weggeweest.
Veel nieuwe inzichten leverde dit concert niet op, maar dat verwachtte eigenlijk ook niemand. The Soft Machine heeft met haar eerste zes albums minstens evenzovele stijlwisselingen ondergaan. Dat de groep in rustiger vaarwater herkenbaar en energiek is blijven klinken, is al een prestatie. Gitaargod Etheridge, toch de held van de avond, besloot het concert met de opmerking: "Thank you all, you have made some happy men very old." Dat het nog maar lang zo mag blijven.
http://www.kindamuzik.net/live/the-soft-machine/the-soft-machine/9568/
Meer The Soft Machine op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-soft-machine
Deel dit artikel: