Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op 11 maart 2011 wordt Japan getroffen door een tsunami. De slachtoffers zijn alles kwijt: huis, kinderen, familie en hoop. De Japanse pianiste en beeldend kunstenaar Tomoko Mukaiyama wilde de ramp tegemoet komen, ontmoeten, internaliseren en onder ogen komen, en werk maken dat ook als een Phoenix uit de rampspoed zou opstaan; hoop zou kunnen bieden. Het installatiekunstwerk Nocturne, dat gedurende het Holland Festival te bezoeken is in het Muziekgebouw aan 't IJ is haar reactie: inweg naar de gevoelens van verwoesting en troosteloosheid, tegelijk uitweg richting wederopbouw en toekomstige schittering van leven en geluk.
Mukaiyama opent de installatie met een pianoconcert. Te zien zijn drie piano's. Eén waarop zij speelt en een tweetal dat de installatie vormt. De laatste twee zijn stil. Zonder restauratie zullen zij nooit meer klinken. Ze komen uit muziekscholen uit het door de tsunami getroffen gebied. Als letterlijke stille getuigen zijn de piano's indringende relieken en representanten van de overweldigende natuurkracht die daar heeft huisgehouden; sterk genoeg om concertvleugels omver te werpen, aan stukken te scheuren. Een laagje modder bedekt een onderkant. Het klankbord van de andere vleugel is door Mukaiyama bedekt met zo'n honderd kilo lipstick, want de Japanse vrouwen gingen een paar weken na de ramp weer make-up dragen, als toonbeeld van het leven dat doorgaat, de hoop die toch nog ergens gekoesterd wordt.
De piano die zij bespeelt, staat in een directe dialoog met het stille duo. Een samenspel is het bovendien, tussen toen, nu en dan. Dat schetst Mukaiyama ook in de gebrachte stukken. Haar concert begint en eindigt met een 'Nocturne' van Chopin. Gekende klasse vertrouwd, zou je denken. Maar zij vermengt die troostende muziek met helikopterlawaai en langzaam uitdovend kindergezang. Aan het eind lijkt het alsof de helikopters de loden last van de ramp wegnemen en hoor je de kinderen opnieuw hun lied aanheffen. De nocturne in het midden is de klassieker, puur.
Om het drietal nocturnes brengt Mukaiyama twee hedendaagse werken. 'Due notturni crudeli: II Furia' van Salvatore Sciarrino bestrijkt de extremen van het klavier in een wilde, opgewonden woede, terwijl Somei Satoh's 'Incarnation II' juist bijna meditatieve droneklanken laat horen. Sciarrino benadrukt heftig de gefragmenteerde en luide 'schreeuw' van een piano; een schitterend contrast met de stille vleugels natuurlijk. Bij Satoh gaan in bijna droneachtige golven aan noten zo in elkaar op dat je vergeet een piano te horen; alsof de vleugel alsnog 'zwijgt'.
De furie van Sciarrino als de woedende machteloosheid na de ramp? Satoh's peilloze kalmte als moedeloze berusting? Sciarrino als call to arms om in actie te komen en de opbouw ter hand te nemen? En Satoh als de vredige basis vol vertrouwen op een nieuw begin? Zo weeft Mukaiyama met haar briljante, subtiele en van diepe emotie getuigende spel toen, nu en dan vernuftig en indringend in elkaar.
Er was muziek in het rampgebied, er is muziek door de ramp en er zal weer muziek zijn in het rampgebied. Nocturne drukt danig op je gemoed, zeker als je je rekenschap geeft van de hoogte van het Muziekgebouw en de witte lijn op de muur. Zo'n 15 meter hoog was de tsunami ook. En de streep staat op 2 meter 10, zo hoog als het water bleef staan. Om stil bij te staan en stil van te worden, en om in die stilte de kracht van muziek opnieuw te horen.
Foto van Kasper Vogelzang uit 2011 (CC)
http://www.kindamuzik.net/live/tomoko-mukaiyama/nocturne-openingsconcert-en-installatie/25061/
Meer Tomoko Mukaiyama op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/tomoko-mukaiyama
Deel dit artikel: