Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Maar liefst elf uur aan experimentele electronica, lome doomwave, wervelende krautrockpsychedelica en kabbelende postfolk. Het Belgische platenlabel (K-RAA-K)3 organiseerde in Kunstencentrum België het (K-RAA-K)3 festival en presenteerde een line up die de gemiddelde hartpatiënt liever overslaat. KindaMuzik houdt wel van muziek die de grenzen van het gezond verstand verkent en twee van zijn schrijvers genoten van een uur 's middags tot middernacht van het ruime aanbod. De hoogtepunten:
Het beest en zijn drumstel. Charles Hayward bezit een aangenaam opvliegend karakter als hij achter zijn drumstel plaatsneemt. De drummer van postpunk cultband This Heat vindt het blijkbaar nodig om voor hij aan zijn set begint iedereen uit te maken voor rat. "You're a rat, you're a rat and you're rat," roept hij bezwerend terwijl hij rondjes om zijn instrument loopt. Wel geinig, achter het drumstel lijkt hij echter in een manische trance. Met een collectie tapes vol filmische soundscapes start hij met een doldrieste drumset. De vocalen die hij uitspuugt bevatten een boosheid die voor het laatst in de krochten van de hel is gemeten, toen Lucifer merkte dat zijn tandeborstel door iemand anders was gebruikt.
Zijn drumstel heeft hij tegenover het podium gezet, in het midden van de zaal, de toeschouwers eromheen gegroepeerd. Wanneer hij zijn stokken neer laat komen op de drumvellen is het beest los. De nummers zijn voorzien van een zware, retestrakke ritmiek. 'My Madness', de titel van het eerste nummer slaat de spijker recht op zijn kop. De uitdrukkingen op Haywards gezicht zijn intens, de muziek houdt het midden tussen instrumentale Swans of een vorm van percussieve doomjazz. Ongetwijfeld origineel maar na een tijdje is het nieuwe eraf. Gelukkig heeft hij dat zelf ook door en na nog even met de sambaballen geschud te hebben bedankt hij het publiek voor hun aandachtige waardering, veegt het zweet van zijn voorhoofd en verdwijnt. (JH)
De Texaanse band Charalambides gaf op het tweede podium een bloemlezing uit hun werk. Sinds het begin van de jaren negentig bouwen ze aan een aanzienlijk oeuvre waarin overhaaste wendingen uit den boze zijn. Centraal staat steeds een trage opbouw waarbij door subtiele toevoegingen complexe klankpaletten verkregen worden waarbinnen iedere nuance een specifieke indruk nalaat. De structuren die zo ontstaan wekken de indruk oneindig te zijn en dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de lengte van de nummers. Zo beslaan de vier constructies die op het vorig jaar heruitgebrachtte Unknown Spin staan ongeveer een uur.
Tijdens de vijfendertig minuten die het tweetal toegemeten kreeg, ontwikkelden zich drie structuren waarvan de laatste met vijf minuten opvallend kort was. Tom en Christina Carter (voor de gelegenheid was enkel de kern van de band overgekomen) zaten zij aan zij op het podium en hanteerden twee gitaren. Waar Christina eerder op een reguliere manier haar instrument hanteerde, koos de mannelijke kant ervoor om met twee kapodasters en ander materiaal tal van geluiden uit zijn gitaar te toveren, en zo een achtergrond te vormen waartegen de eenvoud goed gedijde. Soms kwam dit zelfs tot lichte noise-erupties. Aan de andere kant van het muzikale spectrum zorgden de sporadische ijle gezangen voor een esoterisch tintje. Het geheel kwam erg intens over maar het probleem was voornamelijk dat bijna al deze elementen in de andere nummers terugkwamen, zij het dan in een andere volgorde, en dat maakte dat de songs onderling inwisselbaar waren. (HvdL)
"Oneida is luid, agressief, psychedelisch en intens." Zo leest de flyer, maar ergens lijkt dit de werkelijkheid tekort te doen. Oneida is extreem luid en tijdens hun set bereikte het volume
ongekende hoogten. Dit was nochtans een aangename afwisseling. Net voordien had het Zweedse Tape zachte analoge klanken met digitale achtergrondgeluiden gecombineerd op een manier die bezwaarlijk origineel te noemen was en de flarden van Oneida's soundcheck die in hun set doorsijpelden deden alvast uitkijken naar wat onversneden energie.
Even later was het dan zover. Nadat een grote gele vogel de band aangekondigd had, beklommen drie heren het podium. Vrijwel meteen werden de grenzen van de intensiteit afgetast en daarbij schokte het hoofd van de toetsenist minutenlang op het ritme mee, zodat het leek of hij erin zou blijven steken. Al snel hing zijn keyboard schuin tussen het onderstel maar dat kon hen niet van tegenhouden. Oneida raasde vooruit. Gedrieën zongen ze beurtelings en de bindteksten werden vaak herleid tot "The next song is by Oneida." Gitaar en bas werden afgewisseld en de ene alles platwalsende jam volgde de andere, waarbij toch moet opgemerkt worden dat de nummers van Secret Wars iets meer detail en finesse in zich hadden dan het oudere werk.
Loodzwaar en loeihard was het, Oneida maakte brandhout van menig muzikale conventie en het feit dat de slotjam minutenlang bleef aanslepen, kan alleen maar positief opgevat worden. Een ware uitputtingsstrijd was het! En dan blijf je totaal omvergeblazen doch zeer tevreden achter. (HvdL)
Een viool zou je niet snel associëren met snoeiharde betondoom. Toch weet Noxagt dit instrument te verheffen tot een pijler van hun loodzware instrumentale muziek. Muziek zoals alleen Noren die kunnen maken. De drie-eenheid van viool, bas en drums produceert een dikke drab die langzaam uit de luidsprekers kwijlt. Noxagt maakt korte metten met eventuele herinneringen aan de ridicule vertoning van de Dancing Yeti die tijdens de soundcheck poogde de aanwezigen te entertainen. Nils Erga laat zijn viool stilletjes aan maar steeds krachtiger een dronend geluid veroorzaken waarna de ritmesectie inzet voor een doomjamsessie die als een massieve wals van intensiteit door de zaal dendert.
De lome doom bereikte na een tijdje bij mij de grens van het reeds gehoorde - de opbouw van viool naar bas en drums en weer terug mist enige structurele variatie. Uitgestreken over nummers van minstens tien minuten wist Noxagt toch nog een strak staand stukje trommelvlies te doorboren. (JH)
Wolf Eyes produceert een bak godvergeten teringherrie die als een sonische wervelstorm de Hasseltse zaal in een wurggreep houdt. Vooraan het podium doen een aantal fans enthousiast mee met de manische Nathan Young die met het nodige machtsvertoon op het podium als een wilde met zijn vuisten in de lucht zwaait. Opgezweept door de energie die voorman en vocalist Aaron Dilloway met zijn stembanden door de orb (een zelfgemaakte magnetische vocoder) naar buiten snauwt. De lading zelfgemaakte elektronische stemvervormers en snerpende effecten produceert een pyschedelische herrie in de lijn van Whitehouse en Throbbing Gristle. Ondraaglijk voor ongeoefende luisteraars, een genot voor fans van extreme herrie.
Lichtere electronische intermezzo's zorgen voor de broodnodige rustpauzes, Dilloway voorovergebogen over de mixapparatuur, met zijn rug naar het publiek. De spanning stijgt en waneer hij zich weer tot het publiek keert en een diepe teug lucht naar binnenslokt weet je dat de volgende stortvloed aan maniakale geluidscollages in aantocht is. Wolf Eyes is vanavond de kleine, geniepige rotzak die de leraar vanachter keihard in zijn ballen schopt, en er nog mee wegkomt ook. (JH)
Pelt combineert drones met folk en is niet ongevoelig voor etnische invloeden. Met die voorkennis moesten we het doen. Gedurende hun veertig minuten durende set weerklonk er een melodie die uitmondde in een waar festijn. Helaas duurde het toch iets te lang voordat het nummer op gang getrokken werd.
De groep bestaat uit drie mannen die een merkwaardig instrumentarium hanteren. Er passeren wat metalen kommetjes, de zogenaamde Tibetaanse schalen waarrond bewegingen met een borstel gemaakt worden, een draailier die met een strijkstok aangedreven wordt, een kleine gong en een concertina die bezwerende geluiden voortbrengt. In het begin werd het instrumentarium bijna estafettegewijs doorgegeven en bespeelde het drietal beurtelings een ander instrument. Veel progressie was er jammer genoeg niet te merken en na een tijdje begon de verveling toch een beetje toe te slaan. Gelukkig ontwikkelde de draailier na twintig minuten een meer solide structuur waarop een akoestische gitaar een aanzienlijke dosis psychedelica injecteerde. Dit stuwde het geheel tot ongekende hoogten. Tien minuten later verliet het gitaarspel de notenschema's om naar minder gestructureerde aanslagen af te zakken en kwam de draailier stilaan terug meer op de voorgrond. Zo ontstond er een wisselwerking die het nummer langzaam naar een climax toe leidde. En die was bijzonder intens. Alleen jammer van de opbouw waarbij er iets te lang aangemodderd werd. (HvdL)
http://www.kindamuzik.net/live/various-artists-2448/k-raa-k-3-festival/5390/
Meer Various Artists op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/various-artists-2448
Deel dit artikel: