Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Minimal music dringt zich niet op. Minimal music klopt rustig door, net als een hartslag. Minimal is overal: op de radio, in danceclubs en in soundtracks. De puls tikt voort, ritmes verschuiven, patronen en modules verspringen of gaan tegen elkaar in. Repetitie, variatie, ontwikkeling - of juist niet - staan voorop. En bij pioniercomponist Terry Riley, special guest van de vierde editie van het World Minimal Music Festival, bovenal: vrijheid. De eerste dagen met Terry Riley & Friends, Asko | Schönberg en The Necks.
Terry Riley [foto] stelt al in zijn vroegste werken vrijheid centraal. Om heel kort door de bocht te gaan: hij zoekt naar een muziekvorm waarin improvisatie een grote rol krijgt toebedeeld, maar toch geen jazz wordt. Weinig verrassend valt de inspiratie voor deze muzikale visie samen met de Summer of Love en met Rileys gebruik van nogal wat geest- en bewustzijnsveranderende middelen.
Wil je met Rileys composities naar een mist aan wietwalmen zweven - losgezongen van de notatie - dan kan dat. Je kunt je ook streng aan de noten houden en met beide voeten op aarde meer richting Steve Reichs strikte strengheid spelen. Of ergens daartussen. Het World Minimal Music Festival laat in vijf dagen horen dat je letterlijk alle kanten uit kunt, zowel met Riley als met het genre als geheel.
Vrijheid
Op de openingsavond worden de beroemdste werken van Terry Riley al direct gespeeld, uit de weg geruimd als het ware. Zowel 'A Rainbow in Curved Air' als 'In C' zijn immers vroege composities die Riley op slag wereldberoemd maakten. Stukken ook die hij hoe langer hoe meer loslaat, en route naar meer en meer vrijheid - steeds minder notatie ook.
Als een vrolijk klaterende caleidoscoop met een patchouli-achtige lucht davert de Zomer van de Liefde met alle hippiegevoelens van dien in de rondte. Rigide systematieken zijn niet besteed aan Riley die juist kiest voor de presentatie van mogelijkheden. Je kunt dit spelen wanneer je wilt, of niet, zegt hij tegen de spelers. Pak je moment maar. Of laat het voorbijgaan. Heel 'In C' past op één A4'tje. Je haalt er een werk uit dat met gemak drie kwartier duurt.
Achtergrond
Geef je de spelers zo veel vrijheid dan kan het stuk zelf makkelijk naar de achtergrond schuiven. Het is aan de uitvoerenden om de balans tussen compositie en improvisatie in de smiezen te houden, te bewaken. De versie van 'In C' die Stargaze met Riley zelf in de gelederen speelt gaat helaas kopje onder. De individuele spelers pakken veel te vaak en op het irritante af hun momentjes. Persoonlijke eer en glorie verdringen zo Rileys stuk, dat tot een lappendeken aan fragmentjes wordt.
Strak en politiek
De wereldpremière van 'Children of Gaza' voor kinderkoor, tenor, accordeon en harp laat daar tegenover een zeer voldragen strak stuk horen met een emotionele lading die door merg en been gaat, met daarin veel fraaie frasen die oost en west overbruggen. Tegelijk worden lijnen getrokken tussen speelse volksmelodie en gecomponeerde muziek: alsof de vrijheid die jubelend de kleren (en kleuren) door de kamer smijt in de twee sleutelwerken uit Rileys vroegste jaren nu kalm en intens geïnternaliseerd is.
Dit is een minimalisme dat trouwens niet ver weg ligt van Nico Muhly en dus de nodige vrolijke blijmoedigheid kent. Die contrasteert knap met de maximale en tragische politieke lading. Immers: Riley geeft een fragiele stem aan de onschuldige slachtoffers van Israëls rücksichtsloze oorlogsgeweld, dat zonder aanziens des persoons tekeer gaat.
Vulkanisch
Onder leiding van Reinbert de Leeuw laat Asko | Schönberg op donderdag de adem stokken. De spanning is om te snijden wanneer de mechanische gloed van 'De Snelheid' van Louis Andriessen in volle glorie tot spetterende eruptie gebracht wordt. Het spectaculaire werk is een uitroepteken achter een avond vol Mondriaan-achtige rechte lijnen en vulkanische vrijheidsbeleving. Patronen in lijnenspellen suggereren en projecteren diepte en textuur. Improvisatie zorgt voor roaring twenties-achtige schwung.
Twenties en swing
'Kammermusik Nr. 1' van Paul Hindemith kent in het 'Sehr Langsam...' van de blazers een intens moment van verstilling waarbij je eigen ademtocht die van de spelers dreigt te overstemmen. De oren worden gespitst om zelfs het kleinste detail niet te missen. De grootstedelijke drukte wordt daar even teruggebracht tot het bijna huiselijke geluk. Foxtrot en Stravinsky dansen om elkaar heen, rumoer op straat wordt meegenomen in de club en de concertzaal, als het huppelen op nog niet gestolde lava.
'Tread on the Trail' van Terry Riley wordt zonder dirigent met een jazzy improv-touch uitgevoerd, inclusief de nodige zicht- en hoorbare spelvreugde en vol swing. Op het scherpst van de snede virtuoos zonder dat een der spelers zich op de voorgrond wil wringen. Hier wordt het evenwicht tussen improvisatie en compositie niet alleen gevonden, maar ook gepakt en naar een hoger plan getild. Daar breekt Rileys vrijheid aan alle kanten door de kieren van de notatie.
Zwoel
De wereldpremière van Maarten van Nordens 'Funk Variations' citeert rijkelijk uit George Clinton, James Brown, Maceo Parker, Steve Reich en Igor Stravinsky en houdt een sexy syncopische puls en een urbane, bijenkorfachtige zoemende drukte die zweterig klam en zwoel aanvoelt. Het is deze puls die deels als een mechanisch ballet voelt; een onderstroom die ook bij Hindemith en Andriessen te voelen was. Een puls ook die in Van Nordens stuk zeer warmbloedig menselijk wordt, als een opgejaagde hartslag, opgewonden op een sensuele of zelfs seksuele manier zelfs.
Open
In een volgepakt Bimhuis giert openheid op de vrijdagavond rond bij The Necks. Met Chris Abrahams op piano, Tony Buck op drums en Lloyd Swanton achter de contrabas, doet de bezetting meer jazz vermoeden dan het Australische trio levert.
Open patronen dartelen vanuit pianissimo om elkaar heen en langzaam verandert het klankbeeld harmonieus en zo nu en dan een piepklein beetje wringend atonaal richting een compleet andere kleurstelling en die kameleontische verandering gaat schier ongemerkt een uur lang door en door en door. Geen ontwikkeling, maar wel voortdurende microveranderingen die over elkaar heen buitelen naar een crescendo dat geen gratuit beuken wordt en blijft knetteren en spetteren. En weer terug naar af.
Naar elkaar luisteren
Was 'De Snelheid' de brandstof voor een adrenalinerush van jewelste; The Necks zorgen voor een trancestaat die vreemd genoeg niet tot lommerrijk wegdommelen leidt, maar je de hele tijd hoogst aandachtig bij de les houdt, juist door continue verschuivingen, accenten en persoonlijke touches. The Necks neigen noch geen seconde naar enigszins saai, worden nooit kitsch en zijn dus allesbehalve kabbellounge of Einaudi-muzak voor in de lift of de callcenterwachtrij.
The Necks spelen een organische vorm van modulaire minimal die zo vanzelfsprekend overkomt dat deze op fractale wijze lijkt te groeien - of zoals de Fibonacci-sequentie overal in de natuur opduikt - en van een mathematische schoonheid is, zo'n soort ingebakken inherente logica dus. Dat laatste vinden de drie zelfs in het gebouw, dat ook bespeeld wordt in een reflectie op de akoestische resonanties van het Bimhuis, waardoor de openheid in de gesloten ruimte van de zaal een unieke site-specific extra laag krijgt.
http://www.kindamuzik.net/live/world-minimal-music-festival/world-minimal-music-festival-deel-1/25883/
Meer World Minimal Music Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/world-minimal-music-festival
Deel dit artikel: