Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Attagirl: negen nieuwe nummers en een cover door Amerika’s favoriete Nederlandse band Bettie Serveert. Net als bij de voorganger Log 22 staat zangeres Carol van Dyk weer op de hoes, wat opvallend blijft bij een band waar ook één van Neerlands beste gitaristen Peter Visser inzit. Alhoewel. Misschien is het bij Attagirl wél logisch, want de muziek is begeleidender dan ooit en de zang staat voorop. Nu horen we al vanaf opener ‘Dreamaniacs’ zachte electroklanken – de band is niet stil blijven staan. Het zorgt ervoor dat Bettie nu opeens het mysterieuze en broeiende ‘Versace’ kan maken, maar ook het tenenkrommende ‘Greyhound Song’.
Het probleem aan het zeker niet onaardige zesde Bettie Serveert-album is dat de angel er uit is. Het randje is weggeveild. Er komen uptempo nummers voorbij, maar er wordt niet meer gerockt. De gevoelige nummers gaan niet door merg en been. Op vocaal gebied overkomt Carol van Dyk hetzelfde als Michael Stipe op de laatste R.E.M., Around the Sun: het onderste wordt niet uit de kan gehaald. Die oh zo mooie stemmen gaan niet tot het uiterste. En dat ze daar wel toe in staat zijn, hebben ze uiteraard op eerdere albums al bewezen.
Attagirl is vooral een keurige popplaat geworden. De titeltrack had, en niet alleen vanwege de tekst “in the middle” die er in voorkomt, een uitstekend Sugababes-nummer kunnen zijn. Doordacht gearrangeerd. De weergave van de cover ‘Lover I Don’t Have to Love’ is illustratief. Bij Bright Eyes hoor je de frustratie en paranoia die tot een climax worden gedreven door bombastische strijkers. Bij Bettie Serveert hoor je het liedje.
http://www.kindamuzik.net/recensie/bettie-serveert/attagirl/7472/
Meer Bettie Serveert op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bettie-serveert
Deel dit artikel: