Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Jubelt, gij allen! Er is een nieuwe plaat uit op Asthmatic Kitty, het label dat vorig jaar op de proppen kwam met enkele uitmuntende releases, van onder andere oprichter en duivel-doet-al Sufjan Stevens en Castanets. Castanets-frontman Raymond Raposa doet hier ook mee, net als leden van andere illustere bands uit San Diego (Pinback en The Black Heart Procession, om er maar een paar te noemen). Het zilveren kleinood draagt de titel Born to Be a Motorcycle en op het bijgeleverde hoesje staat de groep afgebeeld in alleraardigste waterverfkleurtjes en een tekenstijl die toegewijde kleuterjuffen ongetwijfeld zou doen huilen van enthousiasme. Een minder subtiele gooi naar het predikaat 'knotsgek' zijn wij dit jaar nog niet tegengekomen.
Met dat laatste valt het echter allemaal wel mee. Onder de evidente gekheid van songschrijvers Emily Joyce en Rafter Roberts - ofte Bunny en Monkey, de groepsnaam is afkomstig van hun beider koosnaampjes - liggen gelukkig ook liedjes verscholen die onmiskenbaar getuigen van vakmanschap en gevoel voor de juiste hooks en melodieën. Het zijn de constante verrassingen waar Bunky de luisteraar mee overvalt die dit tot een delicieus lenteplaatje maken.
'Baba' springt meteen uit je cd-speler: koper schettert over, rond en tussen een gespierde drumbeat van Emily Joyce, die tegelijk toont dat ze een aanstekelijk stukje kan zingen. Diezelfde Joyce croont even later in de loungy strofen van 'Funny like the Moon' een sfeer bij elkaar die doet denken aan foute films met Jean-Paul Belmondo uit '75 - cocktail in de hand op een terras verlicht door de ondergaande zon, u kent dat wel. Een drumroffel verder en het nummer is plots een rammelende garagerocker, compleet met achtergrondkoortje. Iets gelijkaardigs gebeurt bij 'Gotta Pee': een uiterst meezingbare indiedeun wordt opengescheurd door een muur van ondoordringbare noise. Ook wanneer het er iets gemoedelijker aan toe gaat ('Lipstick Life' had van Air kunnen zijn en is tevens één van de beste nummers op de plaat, 'Cute Not Beautiful' is zowel schattig als mooi) weet Bunky te overtuigen.
De leukste momenten zijn die waar Bunky opzettelijk lo-fi speelt. "Girl, you know you look so pretty in that dinosaur outfit", in het lekker ruizende 'Boy/Girl', is je reinste speelplaatspoëzie. En de link met een groep als Deerhoof is snel gelegd bij het horen van nummers als 'Chuy' en 'Glass of Water', door Rafter Roberts gezongen als een verwend kind, en opgeluisterd met allerlei speelgoedgeluidjes. Het mag onderhand duidelijk wezen: Bunky glijdt als bubbelende roze champagne binnen, en is verplicht voer voor uw ongetwijfeld veeleisende oren. De alliteratie krijgt u er alvast gratis en voor niks bij.
http://www.kindamuzik.net/recensie/bunky/born-to-be-a-motorcycle/9035/
Meer Bunky op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/bunky
Deel dit artikel: