Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Om je een beetje op het verkeerde spoor te zetten, begint Carnation met een vreemde sample van een lieve vrouwenstem in het nummer 'Bled to Death'. Als eenmaal Daughn Gibson begint te kreunen, met die typerende zware en lome stem, besef je pas werkelijk in wat voor duistere wereld je terecht bent gekomen. Toch heeft die gruizige en voortkabbelende echo ergens ook wel iets verzachtends, als een arm om je schouder van je geliefde of de warme schoot van je moeder.
Terwijl de korte openingstrack in de verte aan de vertroostende dramatiek van Antony and the Johnsons doet denken, neemt de zang van de Amerikaanse singer-songwriter met ieder nieuw nummer weer een andere donkere tint aan, als een kameleon op een zwart-wittelevisie. Heel anders weer dan op zijn vorige album, Me Moan, klinkt Gibson niet meer als een soort low-budget Nick Cave met een drumcomputer van de vlooienmarkt. Dit nieuwe album is veel warmer en minder dansbaar, waardoor je eerder een vergelijking zou kunnen maken met het solowerk van David Sylvian. Toch heeft de eigenzinnige muzikant, die met zijn tergend trage melodieën continu bivakkeert op de strakke scheidslijnen van rock, folk en elektronische muziek, ook zeker een geheel eigen gezicht.
Een verpletterende indruk, zoals destijds als op sobere debuut uit 2012, All Hell, maakt Gibson helaas niet meer. Carnation is bijwijlen toch wat schetsmatig en bevat ook mindere songs, zoals de halve powerballad 'I Let Him Deal'. Daartegenover staat wel een aantal briljante songs, bijvoorbeeld de bijzonder verleidelijke en Kevin Ayersachtige droomfolksong 'For Every Bite'. Zo krabbelt Gibson toch weer een beetje omhoog na die moeilijke tweede cd.
http://www.kindamuzik.net/recensie/daughn-gibson/carnation/26027/
Meer Daughn Gibson op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/daughn-gibson
Deel dit artikel: