Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Als erfgenamen van Joy Division (het verhaal is bekend) drukte New Order de laatste decennia een nauwelijks te onderschatten stempel op de rijke historiek van de popmuziek. Wie anders dan deze legendarische Mancunians slaagden er immers in om pop en rock op hartstochtelijke wijze met elkaar te verzoenen (een perfecte bloemlezing van dat pionierswerk vind je terug op het inmiddels klassieke Substance uit 1987)? Daarenboven brandt de vraag hoe de wereld van Moby, Primal Scream of Chemical Brothers er zonder hen zou hebben uitgezien, ook vandaag nog actueel op de lippen.
Op Waiting for the Siren’s Call grijpt New Order namelijk terug naar de sublieme formule van het zestien jaar oude Technique, tot dusver nog steeds hun beste plaat. Synthesizers klieven weer als vanouds door het luchtruim, al zijn de bijna-vijftigers nog pienter en fris genoeg om zich bij elk experiment te behoeden voor een noodlottige vrije val.
Anno 2005 genereert New Order een geluid dat helderder is dan bronwater en daar zijn verschillende redenen voor. Eerst en vooral de even onvermijdelijke als onsterfelijke bas van Peter Hook, maar ook de lavendelfrisse vingeroefeningen van nieuwkomer Phil Cunningham, het accurate slagwerk van Stephen Morris en natuurlijk die typisch onderkoelde vocalen van Bernard Sumner. Elementen die van Waiting for the Siren’s Call één van de meest melodieuze en begeesterende platen in lange tijd maken.
Zoals het een goede plaat betaamt, staat elke luisterbeurt borg voor andere inzichten en details die langzaam maar zeker uitgroeien tot een nieuw hoogtepunt. De single ‘Krafty is er zo één. Een nummer dat je aanvankelijk schijnbaar achteloos negeert, maar gedragen door een bijzonder aanstekelijk refrein plots openklapt als een lotusplant na dagenlange schaarste. Ook opener ‘Who’s Joe’ wentelt zich in een glansrol: onheilspellende keyboards, de ijle sfeerklanken van een gitaar, aangevuld met een ultra-strak drumritme en een bas die schuchter rond de loepzuivere melodie geslingerd wordt. ‘Hey Now What You Doing’ zadelt Michael Stipe en Peter Buck vervolgens op met een fikse kater, want onder hun auspiciën had R.E.M. wellicht een zoveelste wereldhit te pakken.
De tweede albumhelft knipoogt beduidend meer naar de dansvloer en het is dan ook een kwestie van tijd vooraleer een vitale stamper als ‘Guilt Is a Useless Emotion’ het zweet van ons ranke lijf doet parelen. ‘I Told You So' is de gemene deler van Depeche Mode en Massive Attack in een opvallende symbiose tussen dance en ragga. Na twee middelmatige songs (‘Morning Night and Day’ en ‘Dracula’s Castle’) regent het tenslotte enkel nog sterren uit de hemel: in het ultrapoppy ‘Jetstream’ – de nieuwe single – levert Bernard Sumner strijd met Ana Matronic van Scissor Sisters en het hoofdzakelijk akoestische ‘Turn’ wekt de indruk dat de bevriende Johnny Marr kwam aanwaaien in de studio, wat uiteraard niét zo is. De apotheose is weggelegd voor ‘Working Overtime’, waarin New Order zich compromisloos op de rock stort en ons hevig doet mijmeren naar de good ol’ days van de broertjes Gallagher, al was deze knaller evenzeer gefundenes fressen geweest voor Iggy Pop.
Komende zomer staat New Order voor het eerst in twintig jaar nog eens op een Belgisch podium (Werchter, 30/6) en met een ronduit briljante schijf als Waiting for the Siren’s Call onder de arm – annex aan een indrukwekkend palmares – lijkt de eerste voltreffer van het festival nù al een feit.
http://www.kindamuzik.net/recensie/new-order/waiting-for-the-siren-s-call/8978/
Meer New Order op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/new-order
Deel dit artikel: