Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dat Obscura ondanks ontegenzeglijke kwaliteit nog geen grote vlucht heeft genomen, is waarschijnlijk te wijten aan overdaad. Fans van extreme metal genieten de luxe van een groot aantal bands die allemaal op niveau opereren. Of het nu gaat om old school, deathcore of cybergrind. Te midden van al die modieuze - en daarmee tijdelijke - subgenres loopt het Duits/Nederlandse kwartet mooi uit de pas.
Naar eigen zeggen verbreedt Omnivium de extremen die met Cosmogenesis zijn ingezet, zowel aan de technische als aan de melodieuze kant. Toch is dat niet de grootste geboekte winst. De enorme hoeveelheid gitaarshreds, blastbeats en de fretloze capriolen van bassist Jeroen Paul Thesseling staan op de eerste plaats in dienst van nummers, die middels een gezamenlijk schrijfproces tot stand zijn gekomen. Het totaalbeeld staat voorop wanneer de vier übermuzikanten van Obscura hun krachten verenigen.
Bijvoorbeeld om hun death metal te voorzien van kleine, belangrijke details. De plaat openen met een akoestisch intro, knipogend naar Metallica toen ze nog goed waren, getuigt van lef. Een bassolo, waarom niet? Een nummer als 'Euclidean Elements' leent zich goed om plankgas uit de startblokken te schieten, maar Obscura leidt het liever in met een microsolo. Ook de dissonante inborst van 'Velocity' schetst een mooi contrast met de overwegend melodieuze gitaarlijntjes waarmee Omnivium gelardeerd is.
Hoewel elke vierkante meter van de speeltuin wordt benut voor inventiviteiten, valt op hoe aangenaam een experimenteel album als Omnivium zich laat beluisteren. Kom daar nog maar eens om bij de gemiddelde progmetalband, waar techniek prevaleert boven gevoel of artistieke inhoud.
http://www.kindamuzik.net/recensie/obscura/omnivium/21392/
Meer Obscura op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/obscura
Deel dit artikel: