Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Sluit jezelf tien dagen op in een klooster op het Zuid-Franse platteland en denk aldaar na over ritme en geluid, en je komt terug in Parijs met een project in je hoofd dat omschreven kan worden als een elfdelige symfonie voor percussie, geprepareerde piano, analoge elektronica, strijkers, blazers en vocalen. Al deze elementen van Geocidal nam componist en producent Anthony Pateras in verschillende steden op, waardoor het werk qua visie wellicht coherent is, maar ook een versnipperde intensiteit kent die bovendien als toonbeeld extreme menselijkheid en spontaniteit presenteert, niet in het minst omdat alles wat je hoort live handwerk betreft.
Pateras doet niet aan gezwollen theoretische tractaten. De Australiër vaart wel bij vertrouwen op gevoel en instinct; zeer zeker zonder machines. De avant-garde spat je om de oren in een borderline smeltkroes van tropicaliaritmes, extreme stadse noise, bijna drum 'n' bass, industriële texturen, jakkerend versneden patronen, apocalyptische triphop, John Zornachtige jazzfragmentjes, tribale percussieve explosies en omineuze ambientpassages. En de grap is: deze dollemansrit is zwoel, sexy, dampend verleidelijk en allesbehalve geluidsterreur.
San Diego, Melbourne, Rotterdam, Berlijn, Keulen, Parijs, San Francisco: inderdaad, overal en nergens. Letterlijk en figuurlijk bijeengehouden door de alchemie die Pateras weet te bedrijven en waarmee in wissel- en samenwerking met de sjamanistische vocale bijdragen wonderbaarlijk een cohesie in muzikaal narratief ontstaat. En de stem van die tovenaar die dit alles met Pateras tot een glanzende gouden bol heeft weten te smeden, behoort trouwens toe aan Mike Patton.
http://www.kindamuzik.net/recensie/t-275-t-275-ma/geocidal/25628/
Meer tētēma op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/t-275-t-275-ma
Deel dit artikel: