Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het Strokes-debuut Is This It is geweldig, dat moet voorop blijven staan. Een hype of niet, The Strokes hebben gewoon 11 dynamische nummers opgenomen die rammelen, aanstekelijk zijn en om een ontelbaar aantal draaibeurten vragen. In your face. Geen ontkomen aan. Als de New Yorkers precies dezelde plaat met andere liedjes hadden gemaakt, had een enkeling lopen mokken, maar had iedereen de plaat in de armen gesloten. The Strokes hebben namelijk bewezen dat ze kunnen knallen. Zich van het ene op het andere moment onmisbaar kunnen maken. Bewonderenswaardig.
Op Room On Fire blijft het concept inderdaad overeind staan: Julian Cassablancas zeurt nog steeds, het staccato gitaarspel komt weer terug, er staan weer 11 liedjes op en je kan het weer rammelrock noemen. De opener ‘What Ever Happened’ is best grappig. Als opener. Het nummer had na twee minuten afgelopen moeten zijn (zoals ‘Is This It’ op het debuut), al is dat overkombaar. Het tweede nummer ‘Reptilia’ is lekker ritmisch en heeft een prima gitaar-intermezzo. Vanaf de eerste seconde erg sterk en het had op Is This It absoluut niet misstaan. Eentje die je zonder moeite tien keer achter elkaar kan horen, zonder je ook maar een moment te vervelen. ‘Automatic Stop’ met de kinderlijke tekst weet ook nog wel te beklijven, maar daarna wordt Room On Fire een zeurplaat. Zonder ook maar ergens te spetteren, wordt ongeïnspireerd op dezelfde snaren getokkeld. Met hetzelfde te lage tempo. De klaagstem van Cassablancas gaat opeens onder je nagels zitten. “I don’t want to waste your time” vindt hij in het doodsaaie ‘Under Control’, “You talk way too much” klaagt hij op het gelijknamige nummer en hij laat ook geen kans ombenut om zijn favoriete woord ‘boring’ te vertolken. Julian blijft maar janken, en uiteindelijk janken wij mee. The Strokes weten zelfs ‘Meet Me In The Bathroom’ passieloos neer te zetten. Omdat deze anders niet tussen de rest pastte waarschijnlijk, moet het nummer aan kracht en snelheid inboeten. Terwijl het nummer live altijd zo energiek werd neergezet.
Gedurende het hele album wordt krampachtig gezocht naar dat ene gitaarloopje, dat ene leuke melodietje. Alsof de band muziek voor een commercial moet maken. En als die melodieën dan eindelijk na vele slapeloze nachten gevonden zijn, worden ze zogenaamd ongedwongen ingespeeld. Met de gedachte dat dit een nummer hierdoor meteen gered is. Maar volgens mij is The Strokes geen band waarbij je moet wachten op dat ene bevrijdende moment. Tuurlijk, goed gevonden hoor dat refrein bij ‘Automatic Stop’ of het simpele deuntje bij de ook al zo tegenvallende single ’12:51’. Het is alleen zo bloedeloos en flauw om dit constant te blijven doen.
Als je blijft luisteren naar Room On Fire zal je toch merken dat de nummers wél blijven hangen, dat kan je ze in ieder geval meegeven. Maar de overtuiging van twee jaar geleden is helemaal verdwenen. Daarom ook het volgende advies: zet na een hele Room On Fire-luisterbeurt (een lange zit van drie-en-dertig minuten, ik wens je veel succes) maar eens keihard ‘Someday’ of ‘Last Night’ op en je weet precies wat je gemist hebt: de overgave, de manier waarop je van begin tot eind gegrepen wordt, de meeschreeuwfactor en de oncomplexiteit. Je waardering voor het debuutalbum groeit alleen nog maar door dit contrast. Maar tegelijkertijd ontstaat de grote vrees dat The Strokes hier in de toekomst nooit meer toe in staat zullen zijn.
http://www.kindamuzik.net/recensie/the-strokes/room-on-fire/4318/
Meer The Strokes op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-strokes
Deel dit artikel: