Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie is hij?
In 1978 verhuist kunststudent Jim Thirlwell van Melbourne, in Australië, naar Londen. De scene in zijn thuisland irriteert hem zodanig dat hij eerst fake terroristische acties plant, maar dan toch het drastischer besluit neemt om te verkassen.
Londen is echter niet bepaald klaar voor zijn muziek. Thirlwell richt uit noodzaak zijn eigen platenlabel op, Self Immolation Records, en brengt in 1980 debuutsingle 'OKFM' uit, als Foetus under Glass. Eind 1980 volgt zijn debuut-lp, het tussen gedeconstrueerde funk en psychotische barfly twijfelende Deaf, als You've Got Foetus on Your Breath. Het is de eerste in een lange rij vierletterwoordige albumtitels.
Daarnaast begint hij obsessief groepsnamen te verzamelen. You've Got Foetus on Your Breath blijft een tijd lang het vlaggenschip, maar tegelijkertijd opereert hij als Phillip and his Foetus Vibrations, Foetus over Frisco, Foetus Art Terrorism, Foetus über Frisco, The Foetus of Excellence, en later als Scraping Foetus off the Wheel, The Foetus All-Nude Revue, Foetus Interruptus, Foetus Corruptus, Foetus Inc. en Foetus in Excelsis Corruptus Deluxe.
Ondanks al die bandnamen doet Thirlwell alles zelf, opgejaagd door ongebreidelde inspiratie en budgettaire restricties. Hij treedt ook beurtelings naar voren als Frank Want, Phillip Toss of Clint Ruin. Die spelletjes hebben volgens een Self Immolationnieuwsbrief als doel om "een zekere anonimiteit te behouden, waardoor de waarnemer zonder vooroordeel het artefact op zijn eigen merites kan beoordelen."
De verschillende namen duiden ook op verschillen in het geluid. Foetus over Frisco maakt "cynische funk", terwijl Foetus über Frisco dan weer staat voor een "gecompliceerd netwerk van ideeën waar neo-constructivisme en disco-eigenwaan elkaar ontmoeten", vertelt Thirlwell in 1983 aan Sounds.
Wat doet hij?
Als de naam You've Got Foetus on Your Breath na twee albums impact verliest, stapt Thirlwell voor Hole (1984) over naar Scraping Foetus off the Wheel. Het magistrale 'I'll Meet you in Poland, Baby', een dialoog tussen Hitler en Stalin, vormt het hoogtepunt van deze opwindende plaat die de rock-'n-rollmythologie listig gebruikt en omverblaast. Het zo mogelijk nog sterkere Nail verschijnt het volgende jaar.
Voor deze platen werkt Foetus samen met Some Bizarre Records, bekend van Soft Cell en Test Dept. Zo krijgt hij meer studiomogelijkheden, maar het aan de man brengen van zijn platen blijft moeilijk. Muziekbladen weigeren Foetusadvertenties te plaatsen, omwille van hun 'smakeloze' inhoud. In het muziekprogramma The Tube zegt hij als grap tegen een vrouwelijke interviewster dat "A woman's place is on my face", met vanzelfsprekend een rel tot gevolg.
Tijdens een tournee met Nick Cave, Lydia Lunch en Marc Almond, als The Immaculate Consumptive, leert Thirlwell New York kennen. Hij verlaat de parochiale Londense scene en verhuist naar the Big Apple. Lunch wordt zijn partner en samen nemen ze Stinkfist (1987) op, met bijdrages van Thurston Moore en Roli Mosimann van Swans. Met die laatste heeft Thirlwell eerder de Motorslug 12" opgenomen, als Wiseblood. Dit project wordt nieuw leven ingeblazen om "gewelddadige macho Amerikaanse muziek" te maken, resulterend in het zieke album Dirtdish (1987).
Datzelfde jaar verschijnt de Scraping Foetus off the Wheelsingle 'Ramrod', het ultieme Foetusstatement, met het geweldige refrein "Say what you mean and say it mean". Om het jaar in schoonheid af te sluiten volgt nog de maxi 'Slut' van The Flesh Volcano, een samenwerking met Almond.
1988 is rustiger. Enkel het hondsdolle album Thaw verschijnt, met het nummer 'English Faggot' dat voor de nodige commotie zorgt. Thirlwell toert voor de eerste keer met een band: Foetus Corruptus, met verschillende leden van Swans en KMFDM.
Waarom is hij zo goed?
Thirlwells invloed op de industrialscene valt niet te onderschatten. Zijn maniakale imago en bikkelharde satire - vaak verkeerd geïnterpreteerd door mensen van slechte wil en onontwikkelde relativeercapaciteiten - vormen de blauwdruk voor alle zogezegde shockrock artiesten, van Ministry tot Marilyn Manson. Pin hem echter niet vast op dat industriallabel, want dan wordt hij boos.
Ook minder voor de hand liggende artiesten als Justified Ancients of MuMu zijn duidelijk beïnvloed door Thirlwells knip- en plakwerk en satirische extrapolatie van onze cultuur en zeden.
Hij levert zowel zeer intense soundscapes als dansbare waanzin af, opgebouwd uit gevonden geluiden, easy listening- en big bandsamples en rockelementen. Als een waanzinnige crooner overziet Thirlwell zijn tussen Tex Avery, The Texas Chainsaw Massacre en avant-gardetexturen balancerende imperium.
En zelfs als je zijn gewelddadig indrukwekkende muzikale output naast je neerlegt, is het onmogelijk om de man zelf te negeren. Zijn adressenboekje is namelijk goud waard.
Het begint met kamers delen in Londen met Mick Harvey van The Birthday Party en The Bad Seeds. Samen met Nick Cave schrijft hij 'Wings of Flies' van From Her to Eternity (1984). Hij stelt de verzamelaar Strategien gegen Architekturen (1984) samen, die Einstürzende Neubauten buiten Duitsland lanceert. Verder werkt hij samen met Edwyn Collins van Orange Juice, Virgin Prunes, Matt Johnson van The The en Coil.
In de jaren negentig werpt hij zich op als maniakaal remixer en neemt hij werk van bijvoorbeeld Prong, Front 242, Nine Inch Nails en Red Hot Chili Peppers onder handen. Voor remixen van zijn eigen nummers kan hij dan weer rekenen op de gewillige assistentie van Amon Tobin, Kid606, Franz Treichler (Young Gods), Mike Patton, Matmos of Jason Forrest.
Wat gebeurt er dan?
Aan het Foetusfront verschijnen nogal wat liveplaten: Rife (1988), Male (1992) en Boil (1996). Daarnaast leeft Thirlwell zijn obsessie met big band- en Afrikaanse drummuziek uit in fantastische platen van Garage Monsters, Steroid Maximus en Wiseblood. Quilombo (1991), Pedal to the Metal (1991) en Gondwanaland (1992) zijn hoogtepunten in zijn oeuvre.
In 1995 pikt Sony Records Foetus op. Om de zaken voor die major een beetje overzichtelijk te houden, schrapt hij zijn bizarre naamsuitbreidingen permanent. Gash (1995) is zeker geen slecht album, maar ook niet zijn meest geïnspireerde. De gehoopte doorbraak blijft uiteraard uit.
Na dat mislukte major labelavontuur raakt Thirlwell creatief geblokkeerd en verzandt hij in alcoholisme. Pas in 2001 schudt hij zichzelf wakker en brengt het bijtende Flow uit. Hij gaat op tournee met ex-Rollins Bandgitarist Chris Haskett en klinkt behoorlijk gerevitaliseerd. Er verschijnen opnieuw geregeld, relatief sterke, Foetusplaten en remixplaten. Ook Steroid Maximus wordt nieuw leven ingeblazen en als het ietwat ongrijpbare project Manorexia brengt hij ook verschillende platen uit. Het radicale Australische jongetje Jim Thirlwell is ondertussen een regelrecht instituut geworden; Foetus is duidelijk geen foetus meer.
Fotografie: Michael Lavine (eerste twee foto's) en Todd Eberle (laatste foto)
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/foetus/onvoltooid-verleden-tijd-foetus-oftewel-say-what-you-mean-and-say-it-mean/16956/
Meer Foetus op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/foetus
Deel dit artikel: