Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Glasgow is niet alleen Schotlands grootste, maar veruit ook coolste stad. De voorbije vijftien jaar transformeerde de grijze industriestad in een oord waar interessante bands bij bosjes te vinden zijn en cafés, nachtclubs en concertzaaltjes allerhande uit de grond schieten. Cafés en clubs met een reputatie. Mocht u daar met uw kritische geest aan twijfelen: in King Tut’s Wah Wah Hut werd Oasis ontdekt, in Stereo, Mono, 13th Note, Barfly en Nice ’n Sleazy staan alle bekende bands van Glasgow vroeg of laat in hun carrière op de planken, en in de legendarische nachtclub Sub Club werd acht jaar geleden Kill All DJ’s gelanceerd, het motto waarmee de DJ-cultuur nekhoog in de zeik gezet werd. Glasgow moet in hipheid nauwelijks onderdoen voor Berlijn of Londen. Dat is geen verrassing voor Keith McIvor, één van de organisatoren van de befaamde Optimo-avonden op zondag in de Sub Club: “Ongeveer vijf jaar geleden viel het op dat er een boel interessante dingen gebeurden. Je kon voelen dat er een golf van uitstekende bands zat aan te komen.”
Mentaliteit
Tot voor kort was Glasgow nochtans het Charleroi van Schotland: een troosteloze industriestad die gevangen zat in een vicieuze cirkel van werkloosheid, armoede en criminaliteit. Een symbolisch keerpunt kwam er in 1990, toen Glasgow uitgeroepen werd tot Europese cultuurstad. Newsweek en Time Magazine prezen Schotlands grootste stad om haar bruisende culturele leven en reisgids Frommer’s riep Glasgow onlangs uit tot één van de up and coming bestemmingen voor 2006, tussen exotische oorden als Venezuela en Tasmanië.
De reden? Glasgow is kosmopolitischer en moderner dan Edinburgh. Het heeft zijn 20ste eeuwse reputatie van smerige, grijze misdaadstad achter zich gelaten en heeft een zeer actieve muziek- en kunstscene.” Terwijl de stad traditioneel een arbeidersnest is, barst het er nu van studenten, kunstenaars en drop-outs: Glasgow telt vier universiteiten en een resem hogescholen.
Die bijzondere achtergrond zorgt vervolgens voor een typisch Glasgowse mix van kunstzinnige creativiteit en een no nonsense arbeidersmentaliteit, aldus Alex Kapranos (Franz Ferdinand, foto boven): “Enorm veel mensen zijn creatief bezig en houden zich onledig met kunst, maar tegelijk zijn ze heel down to earth en nuchter. Het publiek in Glasgow kan heel hard en meedogenloos zijn. Je moet er niet aan denken om je zelf te serieus te nemen of hoogdravend te doen. Een goeie leerschool voor beginnende bands, maar tegelijk heerst er een enorme vrijheid. Iedereen doet waar hij zin in heeft. De muziekscene is heel divers. Je hebt Mogwai, Teenage Fanclub, Sons and Daughters, Mother And The Addicts, Snow Patrol: bands die muzikaal niets met elkaar te maken hebben, maar die typische mentaliteit van Glasgow hebben.”
Al die groepen zijn ook nog eens productiever dan een nest krolse konijnen. Vorig jaar dropten Sons and Daughters, Franz Ferdinand, Arab Strap, Malcolm Middleton (gitarist bij Arab Strap), Dead Fly Buchowski, The Zephyrs en Mother and the Addicts een album in de platenzaken.
De komende maanden stellen Belle and Sebastian, Mogwai, Aerogramme, Fuck-Off Machete, My Last Novel, Colin MacIntyre, The Pastels én Snow Patrol hun nieuwste worp voor. Daarnaast staan volgens ingewijden een hoop bands op de rand van de (inter)nationale doorbraak: discorockgroep Shitdisco, The 1990’s (getipt door Alex Kapranos), Bricolage, garagerockband Sluts of Trust, electronoisecombo Errors, rammelrockers The Ronelles, primitieve rock/no wave band Park Attack, de zelfverklaarde ‘electrodiscowonkpop’-band The Flying Matchstick Men en – volgens velen de beste band uit Glasgow op dit moment – Uncle John and Whitelock, om er maar een aantal te noemen. Een mens zou van minder denken dat er een besmettelijk virus in het drinkwater zit in Glasgow.
Chemikal Underground
Toch is het succes van Glasgow niet helemaal nieuw. Het hipper dan hippe Franz Ferdinand trok internationaal de aandacht op de scene in Glasgow, maar het succes van de Schotse stad broeide al langer ondergronds. Sinds midden jaren negentig is Chemikal Underground het label in Glasgow en Schotland waar goed volk als Mogwai, het opgedoekte The Delgados (oprichters en nog steeds bezielers van het label, foto rechts), Arab Strap, Aerogramme en Mother And The Addicts hun kunstjes laten horen.
“Chemikal Underground werd opgericht door vier muzikanten uit Glasgow wier passie voor muziek veel belangrijker was dan geld maken. Die ethos is cruciaal voor het label, maar ook voor Glasgow, waar een eerlijke benadering van muziek er ingebakken zit”, vertelt BBC-journalist Vic Galloway. “Glasgow is altijd cool geweest. Dat zal zo blijven, omdat de groepen hier buiten de mainstream en de media-aandacht opereren, is er een eigen infrastructuur.”
De geïsoleerde ligging van Glasgow, op 660 km van Londen en genesteld tussen de rivier Clyde en de Schotse highlands, is volgens Alex Patterson van Sons and Daughters een belangrijk deel van de verklaring van de huidige boom: “Je vindt meer en rauwere rock-’n-roll in afgelegen steden, waar niet iedereen anderen kopieert en een stuk van de koek wil. In Glasgow kan je je gang gaan zonder dat de media er meteen opspringen, zonder druk. Kijk naar Alex Kapranos: hij zat in een rist bands voor hij uiteindelijk succesvol werd.”
Eén van de meest veelbelovende bands uit Glasgow is Mother And The Addicts (check hun uitstekende cd Take the Lovers Home Tonight, als u dat nog niet gedaan heeft). Sam Smith is songschrijver van de band en een inwijkeling in Glasgow. “Ik maakte enkele tapes voor mezelf, iets wat ik al jaren doe. Er waren verschillende labels geïnteresseerd, maar de grote labels namen liever geen risico’s. Chemikal Underground zei: ‘Fuck it, laten we het doen’. Dat is zo fantastisch aan de stad: er is veel mogelijk. Er zijn verschillende indie labels die beginnende groepen een kans geven.”
Mylo (alias Myles McInnes), bekend van het uitstekende hitje Drop The Pressure en de swingendste Schot in tijden: “We bestonden amper een half jaar, maar het was voor ons verrassend makkelijk om een label te vinden. In Londen zouden we dezelfde kansen nooit gekregen hebben. De scene is klein. Mensen helpen elkaar zoveel ze kunnen.”
De bron
Een andere stuwende factor in de bloeiende kunst – en muziekscene is de leegstand in de stad, het gevolg van de diepe economische crisis die tot ver in de jaren ‘80 Glasgow in zijn grauwe greep hield. Een geliefkoosd terrein voor kunstenaars en muzikanten die in guerillastijl happenings, concerten en feestjes op touw zetten. De verhalen over de illegale feestjes die Franz Ferdinand en vrienden gaven in The Chateau, een kraakpand annex art déco-gevangenis uit de negentiende eeuw, zijn genoegzaam bekend. De banden tussen de muziek- en kunstscene zijn sowieso nauw: leden van zowel Franz Ferdinand, Belle and Sebastian, Travis en Snow Patrol (foto links) studeerden aan de Glasgow School Of Art.
Enkele jaren geleden besliste de overheid bovendien om een deel van de troosteloze hoogbouw uit de jaren zestig en zeventig te slopen, omdat het broeihaarden van criminaliteit en druggebruik bleken te zijn. “Van de leegstand maken kunstenaars handig gebruik”, bevestigt kunstschoolstudente Natalia Palombo, samen met Lucy Brown uitbaatster van The Blitzkrieg Bop, een club die een jaar geleden onderdak vond in cultuurcentrum The Arches. “Studenten van de Glasgow School Of Art organiseren nog steeds allerlei illegale feestjes. Die onvoorspelbare initiatieven maken het spannend. Shitdisco speelt bijvoorbeeld in een appartement waar ze een podium geïnstalleerd hebben. Het appartement staat voor de rest leeg en de eigenaar geeft geen zier om wat er gebeurt. Het leuke is dat al die dingen niet tot één buurt beperkt blijft. De interessante pubs en zaaltjes zitten helemaal over de stad verspreid.”
De vraag is hoe lang de boom in Glasgow nog blijft duren. In Detroit en Berlijn weten ze intussen hoe vlug muziekhypes voorbij kunnen waaien. Maar Keith McIvor van Optimo (de befaamde avonden in de Sub Club zijn genoemd naar een song van Liquid Liquid) is haast beledigd als we hem vragen of het succes van de muziekscene in Glasgow binnenkort alweer verleden tijd zal zijn. “Absoluut niet. Er is om te beginnen sowieso geen echte scene. Er zijn allerlei groepen die met verschillende dingen bezig zijn. Glasgow heeft bovendien altijd al een liefdesrelatie met muziek gehad. Het enige wat zal veranderen, is de aandacht van de media. Er is sowieso nog heel veel dat onder de radar van het grote publiek blijft steken. Iedereen heeft de mond vol van Franz Ferdinand, Mogwai en andere gitaargerelateerde muziek, maar er is in Glasgow ook een enorme dancescene. Niet dat het hier barst van de producers, maar er zijn gigantisch veel danceclubs. Wees gerust: de bron is nog lang niet opgedroogd.”
Glasgow, 25 jaar eerder
Het succes van de muziekscene in Glasgow is niet nieuw. In de jaren tachtig plaatsten Orange Juice, Fire Engines, Josef K, Jesus And Mary Chain, Aztec Camera, The Associates en Primal Scream Glasgow en Schotland al op de kaart. Veel van de bands van toen worden door de nieuwe lichting groepen geciteerd als belangrijke invloeden. Zo bracht no wave/postpunkband Fire Engines uit Edinburgh amper één album uit (Lubricate Your Living Room, 1981), maar dat volstond ruim om een legendarische reputatie uit te bouwen. “Fire Engines waren de perfecte tegenhanger van de verschrikkelijke progrock-rommel”, zegt Alex Kapranos. “Hun melodieën waren atonaal, maar klonken toch zo catchy als een Phil Spector-song. Fire Engines was een popgroep met lak aan conventies.”
Edwyn Collins (foto rechts) was voorman van de al even legendarische postpunkband Orange Juice uit Glasgow (vorig jaar verscheen het compilatiealbum Glasgow School van de band). Collins produceerde net voor zijn beroerte Sons and Daughters en remixte ook het debuutalbum van Mother And The Addicts. “Ik kan me niet herinneren dat er ooit zoveel interesse was in Schotse bands. Glasgow had in de jaren tachtig helemaal niet de naam die het nu heeft. Wij moesten zelf naar Londen gaan om onze muziek aan de man te brengen. We hebben John Peel ooit op licht dreigende toon laten verstaan dat hij ons moést draaien. En hij deed het ook (lacht). Het is fantastisch wat er nu gebeurt. Muzikaal is het verschillend van toen, maar veel groepen hebben dezelfde spirit.”
Een andere legendarische band uit Glasgow is The Jesus And Mary Chain, die door hun verschroeiende feedbackherrie door velen veeleer bekeken werden als gewiekste charlatans dan als getalenteerde songschrijvers - hoewel vooral op hun debuutalbum Psychocandy heel goeie songs staan, voor wie verder luistert dan de overstuurde fuzzgitaren. Uiteindelijk deed The Jesus And Mary Chain precies hetzelfde als wat veel bands uit Glasgow nu doen: opwindende popmuziek maken, die het schurft heeft aan regels.
Het nieuwe album van Snow Patrol, Eyes Open genaamd, ligt vanaf 1 mei in de winkel.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/glasgow/glasgow-is-het-manchester-van-nu/12507/
Meer Glasgow op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/glasgow
Deel dit artikel: