Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De set waarmee Grails de laatste dag van het Domino-festival openen, is kort en laat een heel andere band horen dan we van het eerdere werk Burden Of Hope en Red Light kennen. Timothy Horners viool is intussen verdwenen en dit heeft zijn gevolgen. Grails ontpoppen zich op basis van twee gitaren - waarvan er één soms ingewisseld wordt voor een banjo - tot een rockband waarbij vooral de strakke ritmesectie opvalt. Na 'Black Sabbath', een cover van de gelijknamige band, vallen Grails terug op het oudere werk. Daarbij wreekt zich het ontbreken van de viool, die de nummers vroeger toch een speciaal cachet gaf. Helaas is de set te kort om in de nieuwe opzet te kunnen overtuigen.
De drummer, bassist en de twee gitaristen van Akron/Family [foto boven] zitten allemaal gezellig dicht bij elkaar vooraan op het podium. Hun muziek is niet in een welbepaald hokje onder te brengen. We horen invloeden van new weird folk, maar toch horen ze niet helemaal bij deze beweging. Daarvoor mengen ze te veel stijlen. Het resultaat is redelijk origineel, maar niet altijd even pakkend of indrukwekkend. Ze wisselen stevige, rammende, structuurloze stukken af met rustige, best gestructureerde nummers, zowel van Akron/Family als van hun split-cd met Angels of Light. Nu eens klinkt het erg chaotisch, dan weer volgen vrolijke intermezzo’s met handgeklap, belletjes, een tamboerijn en zelfs een blokfluit. Meestal zingen de drie gitaristen tegelijk en de zang klinkt daardoor soms zeer euforisch, zoals in ‘Future Myth’. Het lijkt wel gospel, af en toe.
We zien vier muzikanten die zich vol overgave inzetten; we horen een eigen geluid en catchy melodieën, maar slechts weinig echte liedjes. Bij vlagen heeft het concert veel weg van een jamsessie die net iets te lang duurt, vooral wanneer de muzikanten een soort mantra’s beginnen te kwelen. Misschien is hun muziek in de juiste setting - valavond, een kampvuur aan een rivier in een brede vallei in de heuvels - beter te pruimen.
Ook het extreme karakter van Wolf Eyes [foto links] komt niet uit de verf, in hun geval doordat het volume van de grote zaal wat braafjes afgesteld staat. De capriolen van Connelly, Olson en Young hebben zo allerminst het gewenste effect. Visueel zit het wel goed. Connelly ondersteunt met twee microfoons in zijn hand verbaal de geluidsmanipulaties van zijn companen, terwijl Olson nu en dan zijn saxofoon ter hand neemt om de ongebreidelde noise ritmisch te begeleiden. Daarbij wordt de typische, harde Wolf Eyes-beat afgewisseld met onheilspellende, pikzwarte soundscapes. Jammer dat het zo zacht moet. Dit is niet meer dan Wolf Eyes op halve kracht.
65daysofstatic [foto rechts] brengt een heel eigen, energieke versie van postrock. Tijdens de rustige stukken dommelt het concert telkens even in. Het zijn dit soort momenten die een band als Mogwai zo spannend maken, maar het werkt minder bij 65daysofstatic. Hun kracht ligt in de snelle, hoekige riffs, waarmee ze zich onderscheiden van aanverwante bands. Net als met de prominent aanwezige samples, die niet zozeer dienen als aanvulling, maar die de basis vormen waarrond een gitaarmuur wordt opgetrokken. Elektronica vormt een even belangrijk onderdeel van hun muziek als de gitaren.
De set is volledig opgehangen aan One Time for All Time, hun laatste album, dat duidelijk gekend is door het publiek, afgaande op de hoeveelheid songtitels die er op de band wordt afgevuurd. Hoogtepunten zijn 'Await Rescue', met die geweldige, drammerige gitaren in het refrein waarmee ze ons de energiekick bezorgen die de schamele lente ons niet biedt, en bisnummer 'Drove through Ghosts to Get Here'.
Mogwai [foto onder] bestaat inmiddels al tien jaar, maar misstaat zeker niet op een festival als Domino. De Schotten zijn immers al deze tijd toonaangevend geweest binnen de instrumentale, epische gitaarrock en ze spreken intussen een volgende generatie muziekliefhebbers aan. Een nieuwe plaat van Mogwai is altijd iets om naar uit te kijken. Ook hun concerten zijn telkens een gebeurtenis, al sinds hun eerste, overrompelende concert in België, in kunstencentrum Stuk zo’n tien jaar geleden.
Het publiek herkent de nummers, zowel die van hun nieuwe plaat Mr. Beast als die van de 'klassiekers', al aan de eerste noten. In nummers als 'Yes! I’m a Long Way from Home' en 'Like Herod' is tijdens de rustige stukken de spanning te snijden en zorgt de obligate uitbarsting voor een gelukzalig gevoel wanneer alles in de plooi lijkt te vallen. Na de stilte voor de storm is het na al die keren toch telkens weer verschieten. Is dit een uitgemolken formule geworden? Nee, want het werkt iedere keer en de vibraties die door je lichaam gaan, hebben iets verslavends.
De nummers van Mr. Beast laten de meer melodieuze kant van Mogwai horen en blijven zeker overeind tussen de rest. 'Folk Death 95' en 'Glasgow Mega-Snake' behoren zelfs tot het beste wat we deze avond horen. Het hoogtepunt bewaren ze voor de bis: 'Mogwai Fear Satan', het slotnummer van Young Team, hun eerste volwaardige album uit 1997 alweer. Het wordt gekenmerkt door een geweldige opbouw, een aanstekelijk drumritme en een ondraaglijke spanning met opnieuw de ontlading en de daaropvolgende gelukzaligheid. Daarop volgt natuurlijk nog de traditionele feedbackfinale van enkele minuten, waarbij enkel Stuart Braithwaite op het podium blijft.
We zagen straffere concerten van Mogwai in het verleden. Desalniettemin is dit een waardige afsluiter van deze boeiende avond en van dit hipper dan hippe festival. Tot volgend jaar op Domino? Reken maar!
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=12568
Meer Domino op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/domino
Deel dit artikel: