Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Met een enorme vaart raasde eind jaren tachtig een wervelwind aan gierende gitaren en zweverige vocalen over het Britse land. Ergens in dat harde klimaat, waar premier Thatcher de arbeidersklasse steevast met een ijzeren vuist op de neus raakte, broedde een stroming die als een dikke maar koude deken de muzikale wereld bedekte. Althans een klein deel van die wereld. Een deel dat de aantrekkingskracht van het grote geld en de blikbeats en synths van de new wave-stroming kon weerstaan. Een deel dat waarde hechtte aan de pure intensiteit van muziek. Zichzelf wegcijferend, de grote verdwijntruc toepassend. Magistrale klanken vulden de koude lucht, zweverige zang legde een schijnheilig laagje over een intense muur van door zeven stormen bezeten gitaren.
De broedgrond werd bevrucht door pioniers die de storm aanwakkerden en een opening naar een hogere beleving van muziek forceerden. Forceren was noodzakelijk, de Britse jeugd ruilde langzaam de barkruk waarop ze zaten te grieven op zwartgallige muziek van Joy Division en The Fall in voor de door New Order en Human League gesynthesizerde dansvloeren. Het credo was dansen, gezien worden, simpelweg met de kudde meerennen. Op de vlucht voor de barre realiteit van de kille jaren tachtig.
The Jesus & Mary Chain had daar geen boodschap aan, ze schopten hun weg naar de Britse podia. Als onaangekondigde support act bestormden ze de podia met een tussen hemel en hel geklemde muur aan opstijgende feedback. Het was een mini-revolutie. Pure popliedjes en melodieën werden bedekt door een ruisende laag feedback. Gezien worden werd een kwestie van minuten, de broertjes Reid, die de kern van The Jesus & Mary Chain vormden, werkten hun shows in tien tot twintig minuten af. Met hun rug naar het publiek. De muziek nam het over, hypnotiseerde de menigte en zette aan tot rebellie. Shows liepen uit op relletjes, apparatuur sneuvelde en het publiek kreeg microfoonstandaards naar het hoofd gesmeten. Een formule werd gesmeed, de diamantboren werden geslepen en boorden met een fijne subtiliteit een gaatje in het muzikale onderbewustzijn van een groepje introverte Britten. Een glansrol was weggelegd voor de hypnose, de poppetjes werden ontvoerd door de magie van hun instrumenten.
Psychocandy, het debuut van The Jesus & Mary Chain, legde een rauwe fundering voor de met noise overdekte popliedjes van de latere shoegazers. Het met effecten beladen gitaarspel van Cocteau Twin Robin Guthrie bood een nieuwe dimensie aan de bestaande gitaarmuziek. Een emotie werd blootgelegd maar beschermd achter een glazen muur van intense gitaardistortie en robotachtige drumcomputers. Garlands bevruchtte de grond waarop later Isn't Anything van My Bloody Valentine openbloeide tot een erotische bloem, ondergedompeld in een roze gloed van gitaarfeedback en kille breakbeats. Het paradijs bezongen in een bittere realiteit.
Een sfeer die bij Spacemen 3 en Loop al werd nagestreefd. Begin jaren tachtig experimenteerden Sonic Boom (Peter Kember) en Jason Pierce (later Spiritualized) met psychedelische gitaarkleden. Hogere sferen werden onder invloed van diverse drogerende middeltjes opgezocht en gedurende de met halleluja-sferen beklede liedjes voor een tijdje bewoond. Een soort gospelpyschedelica. Voor Loop was de realiteit paradijselijk genoeg, al werd die vaak naar een zijspoor gedirigeerd door het paradijselijke gevoel dat verdovende middelen veroorzaakten. De dikke psychedelische gitaarmuren op Heaven's End bewegen zich als een moddervette pap door de ruimte. Alles op zijn weg meesleurend. Een zwevende, trippy steen werd zo aan de shoegaze-fundering gelegd.
De bouwstenen werden vormgegeven door My Bloody Valentine, de zoetzure vocalen van Kevin Shields en de gelaagde sfeer op Isn't Anything als voorbode voor wat komen ging. Ride volgde met een suizend en magistraal debuut. Nowhere bevat perfecte popliedjes, de zomer schuilt in de melodie terwijl de ijskoude winterse gitaren de sfeer als ijskoningen regeren. De koude, door de Cocteau Twins omgezet naar magische trillingen van de snaren. Met effecten beladen gitaarspel, een stijl die My Bloody Valentine overnam maar niet kopieerde. My Bloody Valentine schiep een nieuwe dimensie. Een androgyne hybride tussen ruimtelijkheid en intimiteit.
Met Loveless werd die sfeer uitgebreid tot een wirwar van gemengde gevoelens. De onaards dikke laag aan gitaren weerspiegelde een generatie aan dromers. Ver boven de realiteit zweefden Bilinda Butchers vocalen op zoek naar oneindig genot. Een tijdloos vacuum werd gecreëerd waarin het begin het einde was en het einde het begin. De nummers zweven om en langs elkaar heen. Loveless lijkt achteraf een kruispunt van invloeden en een middelpunt waarom de shoegaze-materie zich lijkt te bewegen.
Het uit Reading afkomstige Chapterhouse kreeg zijn kans na een getourd te hebben met acidspacers Spacemen 3. De daarop volgende E.P. Freefall gaf een voorproefje van de de psychedelische space-gitaren die Chapterhouse hun specifieke geluid gaven. Het in 1991 verschenen debuut Whirlpool mag gelden als een rauwe My Bloody Valentine-schets. Ingekleurd met diepblauwe inkt. De beats haast dansbaar maar de sfeer gerijpt om je naar een hogere geestestoestand te voeren. Escapisme als de ultieme conclusie. De utopie van een paradijs werd in de gierende wall of sound werkelijkheid. Al dan niet een schijnparadijs. Want achter de dikke geluidsmuren schuilen versen uit de bittere realiteit.
"Listen close, and don't be stoned
I'll be here in the morning
'Cause I'm just floating
Your cigarette still burns
Your messed-up world will thrill me
Alison, I'm lost
Alison, I said we're sinking"
(Slowdive, 'Alison')
De magie van Slowdive school in het delicate geluid. Een schoon shoegaze-geluid dat de pure essentie wist te raken. De stem van Rachel Goswell bezat een dromerige, tot de verbeelding sprekende zweverigheid. Nonchalant maar tegelijkertijd bloedstollend puur. Slowdive's debuut Just for a Day kwam uit in een periode waarin de shoegaze-wervelwind in volume aan het afnemen was. De Britse pers was alweer op zoek naar zijn volgende slachtoffers en shoegaze werd langzaam maar zeker compleet genegeerd. Toch deed Just for a Day het bijzonder goed en ondanks de boycot door de pers drong het door tot in de Engelse indie top tien. Het was slechts een betoverend voorproefje. Slowdive's geluid werd voor Souvlaki geperfectioneerd tot een magistrale finesse. In een droom opgenomen, bijgestaan door het ruimtelijke keyboardspel van de ambientmeester Brian Eno. De lijntjes met het rauwere geluid van de Cocteau Twins worden hier dunner en lossen uiteindelijk op in een oneindig stelsel van atmosfeer. De ruimte tussen de zweverige vocalen van Neil Halstead en Rachel Goswell wordt ingevuld door de lichte gitaarmuren die vanuit het niets opdoemen om de sfeer te bekrachtigen en versterken.
Souvlaki was het summum van shoegaze-emotie. Het later verschenen album Pygmalion werd met forse kritieken ontvangen. Halstead had zich helemaal op sfeer toegelegd en Pygmalion bevatte ambient soundscapes met minimale shoegaze-invloeden. Niet helemaal wat men verwachtte, maar de pers was toch al bezig om aan de poten van de shoegaze tafel te zagen.
De dialoog tussen vrouwelijke vocalen en muren gitaargeweld lijkt de perfecte synthese, de ideale combinatie om een soort onsterfelijke sfeer te creëren. Een sfeer die bij zowel Curve als Lush de toon zette. Curve's Doppelganger rijgt de zoete vocalen van zangeres Toni Halliday aan elkaar als parels aan een zijdedraad. De muziek danst als een koude luchtstroom om de teksten. "I've come to make you feel good" zingt Halliday in 'Fait Accompli' langs de winderige toppen van Dean Garcia's gitaarspel. Curve was vrij succesvol, zowel in Engeland als in het door grunge gedomineerde Amerika. Een nummer één notering in de Britse indie chart werd zelfs een feit. Na Doppelganger werden er twee gitaristen aan de line up toegevoegd. Garcia concentreerde zich op de basgitaar en het geluid werd donkerder, industriëler (Cuckoo, 1993) en later zelfs electro- en techno-achtig (Come Clean, 1998 en Gift, 2001). Lang na het gouden shoegaze-tijdperk is Curve mee gegaan met de tijd, Ze pasten hun geluid aan om de shoegaze-invloed van zich af te schudden. Veel leverde dat niet op want Doppelganger blijft nog steeds hun beste werk. Een droom waarop eenheid van stem en muziek de sleutelrol speelde.
Die eenheid werd ook hoorbaar gemaakt bij Lush. Serene popliedjes voorzien van een massief gitaargeluid, het samenspel zit in het contrast. Het contrast dat uiteindelijk de kunstvorm zijn waarde geeft. Na een tour met onder andere Loop nam Lush voor 4AD een EP op, Mad Love, met hulp van Robin Guthrie (Cocteau Twins). Het geluid werd door Guthrie als producer voorzien van een ruimteljke, gelaagde sfeer. Onder de naam Gala verzamelden ze een collectie aan EP's waaronder ook Mad Love. Guthrie als producer drukte een stempel op de muziek, een stempel die volgens Lush het authentieke geluid ondersneeuwde. Voor het volgende album werd dan ook geen beroep meer gedaan op de Cocteau Twin. Spooky sloop zo de chartlijsten in ondanks dat velen van mening waren dat door het gemis van Guthrie de sfeer ver te zoeken was.
Het leek erop dat het groepje muzikanten met grote bossen haar dat maar naar de grond bleef staren en een enorme muur van intensiteit optrok de Amerikaanse markt zo zou gaan veroveren. Maar door de rauwe golf van grunge-bandjes die Amerika als een modderstroom meetrok naar de kelders van highschools, gebreide truien en houthakkersblousen. De Madchester-scene nam bezit van het Engelse publiek met zijn aanstekende grooves en acid electro-invloeden. Het werd steeds lastiger voor "The scene that celebrated itself" – een term die door Melodymakers Steve Sutherland was verzonnen doordat de diverse shoegaze-bandjes elkaar opzochten tijdens concerten. Onder andere Slowdive, Moose en zelfs Blur maakten deel uit van die scene – de weinig energieke live performances werden omver gelopen door de energieke grunge- en Madchester-shows.
Na 1993 leken de dagen van de shoegaze definitief geteld. Bands die in de slipstream van de Grote Vijf (Ride, Slowdive, Chapterhouse, Lush en in mindere mate Moose) probeerden door te breken of op zijn minst een graantje mee trachtten te pikken van het kortdurende shoegaze-succes liepen uit op schamele pogingen en botsten op een harde muur van negatieve kritieken. Interviews en zelfpromotie behoorden ook niet tot de favoriete bezigheden van het groepje schoenenstaarders, de ondergang werd dan ook langzaam maar zeker een feit.
Toch waren er naast die Grote Vijf een aantal bandjes die net niet doorstootten tot de top maar toch shoegaze-waardige albums uitbrachten. Een opsomming:
Pale Saints – Comfort of Madness (1990)
Door een moeizame relatie met de Britse muziekpers vielen de Pale Saints steeds net buiten de boot. Comfort of Madness is echter shoegaze in topvorm. Een licht experimentele vorm met herkenbare jongensachtige vocalen van Ian Masters gecombineerd met raggende Wedding Present-achtige gitaren.
Moose - ...XYZ (1992)
Zanger Russel Yates deed de titel shoegaze alle eer aan door niet alleen continu naar de grond te staren tijdens liveshows, hij plakte de teksten zelfs op de vloer van het podium. Met ..XYZ doet Moose even mee met het shoegaze-hypeje. Met de focus op het liedje zelf maar overdekt met gelaagde gitaareffecten. Op 'Soon is Never Soon Enough' doet Dolores O'Riordan van The Cranberries een duit in het zakje. Later concentreerde Moose zich meer op het pure popliedje en werd shoegaze een steeds vager referentiepunt.
Catherine Wheel – Ferment (1992)
Met hulp van Tim Friese-Greene, producer van Talk Talk-meesterwerken als Spirit of Eden en Laughing Stock maakte Catherine Wheel een melodieuze start in het shoegaze-wereldje. De melodie ondergesneeuwd door een dikke laag gitaargeweld voorop. Bizar: zanger Rob Dickinson is een neef van Iron Maiden-zanger Bruce Dickinson. Bewonderenswaardig hoe Rob de verleiding tot Iron Maiden-zijpaadjes heeft kunnen weerstaan.
The Telescopes – S/T (1994)
Als regelrechte My Bloody Valentine-klonen met een flinke slok Jesus & Mary Chain op produceerden The Telescopes hypnotiserende feedbackmuren. Op dit album verfijnen ze dat geluid tot akoestische popliedjes bedekt met een deken van elektrische gitaren. Om de variatie compleet te maken wordt er gebruik gemaakt van minder klassieke shoegaze-instrumenten als bongo's en orgels. Het geluid dat The Telescopes achterlieten werd later deels opgepikt door The Verve op A Storm in Heaven.
Zo waren er bands die de hoop niet opgaven, in de luwte en achter een muur van geluid trachtten zij de laatste shoegaze-snik op te vangen. Maar de opkomst van Suede, het album Parklife van Blur en de opmars van Oasis zette shoegaze geheel op een zijspoor. Britpop deed zijn intrede, de dromerigheid werd ingeruild of verdrongen door verzen uit de realiteit. Simpele gitaarmelodietjes vervingen de enorme complexiteit van de shoegaze.
De stroming werd naar de open zee verdreven om daar te wachten op de volgende grote golf en opgeslokt te worden door de retro-trend. Sinds anderhalf jaar begint de waardering voor shoegaze weer toe te nemen. Het is een wedergeboorte die aanvoelt als een warme deken.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=4885
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: