Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Engeland was begin jaren tachtig in de ban van postpunk. Een muzikale vorm die als tegenhanger gold van de punkbeweging. Net zoals The Beatles een tegenwicht boden aan de rock-'n-rollmachine, die onder leiding van The Rolling Stones op volle toeren draaide. Zo boden The Smiths een uitweg aan degenen die het rammen op overstuurde gitaren zat waren. De gitaargroep bracht gevoelens terug in het door punk omgewoelde muzikale landschap; er was plaats voor onzekerheid. Donkere droefenis werd door The Smiths verpakt in theatrale popliedjes en een solide fundering werd gelegd voor de latere britpop-hausse.
In den beginne…
In 1982 zocht een kledingverkoper genaamd Johnny Maher (later Marr) een liedjesschrijver die zijn muziek van teksten kon voorzien. Stephen Morrissey, die in die tijd druk bezig was een carrière als popjournalist op te zetten, werd snel gevonden. De twee twintigers konden onmiddellijk goed met elkaar opschieten. Later zou Marr zelfs spreken van twee klassieke popcomponisten die elkaar vonden. Hij maakte de vergelijking met Jerry Leiber en Mike Stoller, legendarische songwriters die aan de wieg hadden gestaan van een beginnende rock-'n-rollscene. Marr en Morrissey gingen om de tafel zitten, schreven een paar nummers en maakten die af met Marrs muziek. Het plan was om de liedjes te verkopen aan bestaande bands om zo wat geld te verdienen.
Dat plan werd echter snel aan de kant gezet, in plaats daarvan besloten ze zelf een band te beginnen. Nog voordat ze de complete line-up bij elkaar hadden bedachten ze The Smiths als naam. Simpel en Engels, dat waren de twee belangrijkste motieven. Een reactie op pretentieuze namen van synthesizerbandjes als Spandau Ballet en Orchestral Manoeuvres In The Dark. Mike Joyce (drums) en Andy Rourke (bas) werden erbij gehaald en een fenomeen was geboren.
Een jaar later, in 1983, gaf de band een aantal noemenswaardige optredens in de radioshow van Engeland's muziekgoeroe nummer één, John Peel. Snel was duidelijk dat er iets speciaals aan de hand was: een combinatie van stijl, charisma en frisheid die in die tijd slechts te vinden was in een mechanische vorm bij de talloze synthesizeracts. Naakte popliedjes in een dramatisch jasje waren zeldzaam. The Smiths hadden er patent op. Marrs verfrissende en heldere gitaarspel, vooral beïnvloed door exotische, Caribisch en Afrikaans getinte melodieën, contrasteerden met Morrissey's cynische, zwartgallige teksten vol zelfbeklag. De stuwende ritmesectie bood de vaste ondergrond waarop Marr en Morrissey zich helemaal konden uitleven.
Eindeloze verlangens
Morrissey presenteerde zich als de leider met een flamboyante houding rechtstreeks geleend uit het Londense theater. Hij verlangde naar alles dat buiten zijn bereik lag. Een vorm van oneindige hopeloosheid creërend. De hoezen van Smiths-albums gaven uiting aan zijn diepgewortelde nostalgische gevoelens.
Toen Morrissey zijn eigen portretten op zijn soloalbums ging zetten bereikte hij zelf de status van ongrijpbaar idool. Horden fans aanbeden hem en zijn herkenbare weltschmerz werd gekoesterd.
Het eerste bescheiden Smiths-hitje in Engeland was 'This Charming Man'. Het haalde de top25 van de Engelse hitlijsten. Morrissey was als extravagante persoonlijkheid helemaal in zijn nopjes toen hij hun nieuwe single 'What Difference Does it Make' in 1984 mocht promoten in Top of the Pops. Hét popinstituut van Engeland waar alle gevierde sterren en beloftes status aan ontleenden.
Meanwhile in de Lage Landen
In het begin van de jaren tachtig, in 1983 en '84 zingt Nederland dat vriendschap een illusie is en in de lucht zweven de 9'9 Luftballons' van Nena. Nederland demonstreert massaal op het Haagse Malieveld tegen de komst van de kruisraketten en het kabinet heeft te kampen met miljoenentekorten. Die serieuze toon klinkt nauwelijks door in de popmuziek. In Nederland heerst net zoals vandaag een pure popcultuur. Frits Spits werpt zich in die jaren op als de Nederlandse John Peel en draait 'Heaven Knows I'm Miserable Now' (Hatful of Hollow, 1984) en 'The Headmaster Ritual' (Meat is Murder, 1985) regelmatig in zijn radioprogramma Avondspits. Voor het overgrote merendeel doet Nederland zich, net als vandaag de dag het geval is, tegoed aan fastfoodmuziek, een hitje wordt in elkaar geflanst en de hitparades in gelanceerd. Anders dan in Engeland, dat toch de bakermat van de popmuziek genoemd mag worden en waar popartiesten vanuit historisch perspectief nog wel hun eigen liedjes schreven en muziek maakten. Met uitzondering van U2 zijn er in die jaren ook weinig politiek of sociaal geladen liedjes die de hitparades halen. Het merendeel van Nederland ziet muziek als vermaak, als achtergrond tijdens een avondje stappen, of om eens lekker op uit je bol te gaan. De Nederlandse muziekpers leek nog niet te beseffen hoe groot de invloed van The Smiths was. De eerste door The Smiths gesierde OOR cover was pas in mei 1985 een feit. Het titelloze debuutalbum ging ondanks de hoeveelheid stof dat het in Engeland deed opwaaien, geruisloos aan velen voorbij. In 1986, het jaar dat ze hun enerlaatste en meest enerverende studioalbum, The Queen Is Dead, uitbrachten, pikte Nederland aan. De single's 'Big Mouth Strikes Again' (The Queen Is Dead - 1986) en 'Panic' (Louder than Bombs - 1987), staan respectievelijk drie en zes weken in de Nederlandse Top40. Het aanstekelijke 'Girlfriend in a Coma' houdt het in 1987 ook drie weken uit in de Nederlandse hitparade.
Morrissey de fan
Fans van The Smiths waren fans van Morrissey. De charme van Morrissey als persoonlijkheid was in feite zijn eigen 'fan zijn' van diverse pop- en cultuuriconen. Morrissey's invloeden vormden Morrissey zelf tot een popfenomeen. Hij begreep het gevoel dat achter zijn status school omdat hij zelf idolaat was van zijn eigen inspirators. Daarnaast wist hij sociaal gevoelige thema's in extreem pakkende songteksten om te zetten (het nummer 'The Queen Is Dead').
"Fame, fame, fatal fame / It can play hideous tricks on the brain / But still I'd rather be famous / than righteous, or holy / Any day, any day, any day / But sometimes I'd feel more fulfilled /
Making Christmas cards with the mentally ill / I want to live and I want to love / I want to catch something that I might be ashamed of."
'Frankly Mr Shankly'
Dergelijke teksten deden de fans zonder aarzelen diep in hun buidel tasten. Zijn teksten schilderden een uitzichtloze situatie die door fans in vele vormen geïnterpreteerd en herkend werd.
Morrissey wentelde zich graag in zijn eigen misère. Hij verviel niet in clichématig rockstergedrag. Geen overdoses drugs of orale seks in bubbelbaden maar een alcoholvrije weergave van zijn eigen ironie, schaamte en droge Engelse humor.
Voor zijn teksten jatte Morrissey zonder blozen passages uit boeken van Oscar Wilde en theaterstukken als A Taste of Honey van Elizabeth Smart.
Cynisch, melodieus en theatraal; The Smiths van album tot album
Het eerste, naar henzelf genoemde album The Smiths kwam uit in een door synthipopbandjes gedomineerde tijd. Het liet meteen horen waar ze zo goed in waren. Marr combineerde exotische, Afrikaans-getinte gitaarloopjes met pakkende melodieën, Morrissey zong zijn cynische teksten met veel bravoure en de ritmesectie was stuwend en enerverend. Het liedje 'Reel around the Fountain' opent het album op een frisse en schone manier. Machinaal klinkende drums gaan hand in met de midtempo gitaarmelodieën en de jammerende zang van Morrissey maakten The Smiths in een klap herkenbaar. Marrs exotische gitaarspel contrasteerde sterk met Morrissey's teksten en daarmee heb je meteen de kracht en de charme van The Smiths te pakken.
Met Meat Is Murder lieten ze hun geluid uitwaaieren over meerdere stijlen en sferen. De typische, rammelende melodietjes bleven overeind in onder andere 'The Headmaster Ritual', 'I Want the One I Can't Have', 'Well I Wonder' en 'Barbarism Begins at Home'. Een gelaagder, episch geluid werd hoorbaar op de single, 'How Soon Is Now' dat snel op het album werd gedropt net voor de Amerikaanse release. 'How Soon Is Now' valt met zijn donkere sfeer en melancholische, hemelse gitaarloop een beetje uit de toon bij de rest van het album dat vooral het rammelende midtempo Smiths-geluid laat horen. Ook hier laat Morrissey zich weer zien als slachtoffer in een hard bestaan als opgroeiende adolescent. "I've seen this happen in other people's lives / And now it's happening in mine", enkele regels uit 'That Joke Isn't Funny Anymore', ze lijken het moment weer te geven dat Morrissey beseft dat hij een typische, trieste puberale jongen is. Donkere dagen, trieste vooruitzichten en veel, veel liefdesverdriet en onzekerheid. Hiermee zet hij de toon voor de rest van zijn teksten.
In 1986 verschijnt The Queen Is Dead.. Het album staat van begin tot eind. Alle kanten van The Smiths komen aan bod, grootser dan ooit. Het album opent, op een manier zoals The Smiths nog niet te horen waren, met het stuwende 'The Queen Is Dead'. De anti-monarchistische tekst zit vol met humoristische verwijzingen naar de Britse koningin en haar familie. "So I broke into the palace / With a sponge and a rusty spanner / She said: 'Eh I know you and you cannot sing / I said: That's nothing, you should hear me play piano." Morrissey op zijn best. 'Frankly, Mr. Shankly' staat weer aan de geheel andere kant van het Smiths oeuvre. Een pakkend reggaeritme stuwt het nummer voort dat weer vol staat met zelfspottende teksten. Op het donkere en trieste 'I Know It's over' is Morrissey weer te horen als gepijnigde ziel, een intense ballade gewijd aan zijn hartebrekens. Het album springt van de hak op de tak maar blijft muzikaal altijd in balans. Het poppy 'Cemetary Gates' laat de tegengesteldheid van de opgewekte gitaarmelodieën met de sarcastische en zwartgallige teksten meer dan ooit perfect zien. Een rustpuntje na zwaarbeladen, emotionele nummers als 'I Know It's over' en 'Never Had No One Ever'. 'Cemetary Gates' is een paradoxaal verhaal dat gaat over plagiaat in de literatuur. Morrissey jatte ondertussen zelf een aanzienlijk deel van zijn teksten bij elkaar.
Voor 'Cemetary Gates' jatte hij letterlijk passages uit de film The Man Who Came to Dinner.
De zin "A hundred times (maybe less, maybe more)" leende hij schaamteloos uit Shakespeare's Richard III. Zijn tekstuele voorbeeld Oscar Wilde noemt hij een "weird lover".
De bombastische single 'Bigmouth Strikes Again' is een nummer waar niet-Smiths-fans als eerste naar toe neigen als leukste Smiths-nummer. Het uptempo karakter lijkt opwekkend, de teksten zijn dat wederom allerminst. Het autobiografische 'Boy With the Thorn in His Side' gaat over Morrissey's (die in feite de knul met de doorn in zijn zij is) pessimistische kijk op relaties. Het Afrikaans-getinte gitaarspel van Marr contrasteert hier weer sterk met de donkere teksten.
Een absoluut hoogtepunt van The Queen Is Dead vormt het destructief romantische 'There's a Light That Never Goes out'. Morrissey zingt over zijn suïcidale gedachten als hij achter het stuur van zijn auto zit en combineert dat met het eindelijk vinden van een geliefde die door voor hem te kiezen kiest voor het sterven aan zijn zijde, op welke manier dan ook. Wederom zorgt het uptempo en catchy gitaarspel van Marr voor een positieve schijn. 'Some Girls Are Bigger Then Others' is niets meer dan de titel doet vermoeden. Het simpele feit dat sommige meisjes nu eenmaal groter zijn dan anderen.
The Queen Is Dead mag worden gezien als het meesterwerk en een beeld van The Smiths op de top van hun kunnen. Pakkende ritmes, uptempo gitaarmelodieën en zwartgallige teksten vol cynische humor.
Na The Queen Is Dead begon de relatie tussen Marr en Morrissey te verbrozen. Strangeways Here We Come is het laatste Smiths album, een album waarop ze probeerden de grootsheid van The Queen Is Dead te benaderen maar in de verste verte niet in slaagden. Het album werd na de break-up uitgebracht en lijkt snel snel in elkaar gezet te zijn. Niettemin is Strangeways Here We Come een aantrekkelijk album met de single 'Girlfiend in a Coma' en lekkere liedjes als 'Stop Me if You Think You've Heard This One Before' en 'I Started Something I Couldn't Finish'.
The Smiths waren een echte singles-band. De albums, op The Queen Is Dead na, concentreerden zich rond twee, drie of vier echte klappers. Niet dat de rest slecht was, de klappers waren extreem goed. Ze behandelden singles dan ook als iets waardevols. De compilatie albums Hatful of Hollow, The World Won't Listen en Louder Than Bombs bevatten voor de diehard fans onmisbare liedjes als 'This Charming Man, 'Panic', 'William It Was Really Nothing' en 'Ask', daarnaast een aantal Smiths dieptepunten als het door Marr geschreven 'Oscillate Wildly' en een cover van one hit wonders Twinkle, 'Golden Light'.
Het Smiths tijdperk kwam in 1987 ten einde op de typische manier. De twee masterminds Marr en Morrissey groeiden steeds verder uit elkaar. Marr zat in Amerika met een van zijn vele nevenprojecten terwijl Morrissey het laatste Smiths-album Strangeways Here We Come in Engeland moest promoten. Morrissey was niet blij met de nevenprojecten van Marr, en Marr kon zich niet meer vinden in Morrissey's teksten, noch in de muzikale kant die Morrissey op wilde. Marr startte samen met New Orders Bernard Summer en Neil Tennant van de Pet Shop Boys de supergroep Electronic die na twee jaar onder zijn eigen gewicht bezweek.
Moz solo
Morrissey solo deed ook nogal wat wenkbrauwen fronzen. Kon Morrissey het alleen bolwerken, zonder de hulp van het engelachtige gitaarspel en compositietalent van Marr? Zou het ego van Morrissey ooit andere, veelal mindere studiomuzikanten, kunnen tolereren? Het antwoord is ja. Dat kon hij, maar net zoals Morrissey voor een zeer groot deel The Smiths was, waren The Smiths ook voor een groot deel Morrissey. De twijfel sloeg echter om in verbazing en een gevoel van 'zie je wel, hij kan het toch', na het verschijnen van de single 'Suedehead'. Sommigen vonden de single niet alleen net zo goed als The Smiths, maar zelfs beter. Durutti Column-gitarist Vini Reilly was aangetrokken om Johnny Marr te vervangen in de studio, en hoewel Morrissey Reilly kneedde in een Marr-keurslijf deed de gitarist zijn werk voortreffelijk. De fans mochten weer hoop koesteren dat ze Morrissey nog niet verloren hadden en de pers had weer die ster terug die altijd goed was voor een aantal spraakmakende quotes. Smiths-producer Stephen Street liet Morrissey de eerste jaren niet in de steek en schreef tot Morrissey's tweede album de muziek. Viva Hate, Morrissey's eerste album als soloartiest leek de vraag of hij het in zijn eentje kon gematigd positief te beantwoorden. De single 'Suedehead' deed het goed bij The Smiths-fans en was weer een bevestiging van Morrissey als typische singles-artiest. Maar het album stelde teleur in de zin dat het niet voldeed aan de verwachtingen die weer wat opgeschroefd waren na 'Suedehead'. Het album werd qua verkoopcijfers een groter succes dan welk Smiths-album ook. Zowel in Amerika als in Engeland was Morrissey populairder dan ooit. Na het zwakke, overgeproduceerde Kill Uncle leek de persloyaliteit om te keren. De zogenaamde backlash zette in. Morrissey had het moeilijk met het vinden van een eigen weg als soloartiest. Met zijn grote kameraad Marr aan zijn zijde leek het allemaal vanzelf te gaan, des te meer illustrerend hoe belangrijk Marr was voor Morrissey.
Van glam naar prog?
Met Your Arsenal (1992) maakte Morrissey een uistapje richting de glampop van Bowie en T-Rex. Gitaarriffs badend in distortie en melodramatische anthems gingen hand in hand. Interessant feit: Your Arsenal bevatte geen teksten in het boekje. Of dat kwam door de explicitiete teksten die de platenmaatschappij liever niet zag of door persoonlijke redenen, is niet duidelijk.
Vauxhall and I (1994), de opvolger van Your Arsenal ging verder waar Viva Hate was opgehouden, Morrissey verliet de glamrock- en rockabillypaden en dook weer diep in de melancholische sferen. In 'Why Don't You Find out for Yourself' en 'Lifeguard Sleeping, Girl Drowning' laat Morrissey zich weer op zijn trieste best horen. De dood van drie goede vrienden voegen nog een extra persoonlijke dimensie toe aan dit uitstekend geproduceerde album.
Southpaw Grammar blijft een onbegrepen album, Morrissey's fascinatie voor boksers en geweld komt hier muzikaal tot uiting. Dat resulteert in het ruwste Morrissey-werkje ooit. Verhalend over de Britse arbeidersklasse doet Morrissey een poging een album rond dit concept te maken, maar hij slaagt er slechts matig in.
Na dit enigszins bevreemdend progrock-uitstapje laat Morrissey via Maladjustment weer horen dat hij nog de oude is. Geen superalbum, maar wel een plaat die laat zien dat Morrissey met zijn 38 jaar nog steeds in staat is typische Morrissey-muziek te maken. De rammelende popliedjes als 'Alma Matters' en 'Roy's Keen' zijn vintage Morrissey-nummers. Nog steeds hebben de liedjes een sterk jaren-tachtiggevoel, maar sfeervolle rocknummers als 'Trouble Loves Me' en 'Ammunition' dragen Morrissey de jaren negentig in met rockende, on-Marr-se gitaren.
En nu?
Morrissey solo kon niet op tegen de verwachtingen die werden geschapen in zijn tijd als Smiths-zanger. De meeste Smiths-fans grijpen dan ook steeds weer terug naar The Queen Is Dead en Meat Is Murder. Het is wederom aan Morrissey om dat tij te keren. Onmogelijk? Morrissey is tot veel in staat. Zijn nieuwe album You Are The Quarry (jij bent het aas) kwam 18 mei uit. Waren de verwachtingen hooggespannen? Toch wel, het had immers zeven jaar geduurd. Maar Mozza is terug, » lees hier de recensie.
Triootje Nederlandse artiesten over The Smiths en Moz Solo
Olaf Koeneman, zanger/gitarist The Yearlings
Favoriete album: Meat Is Murder
Favoriete liedje: 'The Boy With the Thorn in His Side'
Koestermoment: "Die teksten vooral, die verwoordden ieders tienerleed. Maar ik kan me wel herinneren dat ik de humor toen toch ook wel zag. 'And she doesn´t even like me. I know because she said so'."
Moz solo: "Ik denk dat meer mensen dit hebben: 'Suedehead' was prachtig, alles daarna kan me toch min of meer gestolen worden."
Marg van Eenbergen, gitariste Seedling
Favoriete album: The Queen Is Dead
Favoriete liedje: 'How Soon Is Now'
Koestermoment: "De eerste keer dat we in Londen speelden, logeerden we bij de drummer van een bevriend Engels bandje. Die had een kast vol met boeken en video's van de Smiths. Die verslonden we met z'n vieren. 's Nachts na het optreden de hele nacht door thee met Smiths-videos. Rock-'n-roll!"
Moz solo: "Ik heb Morrisey solo in 013 gezien en ik vond het tegenvallen. Ik weet dus niet of ik nog een keer met een nieuw album van hem wil kennis maken. In dit geval blijf ik liever nostalgisch dwepen met het werk van zijn vroegere band."
Vincent Lemmen, gitarist Gem
Favoriete album:
"The Queen Is Dead. In Amerika zou er een sticker op staan, All Killer No Filler!"
Favoriete liedje: 'Stop Me If You Think You've Heard This One Before'
Koestermoment: "Ik weet nog goed dat ik ze voor de eerste keer zag. Eerste gedachte: 'Fuck man, die gast is homo!' Wist ik, toen ik 10 jaar was, veel waar die teksten soms overgingen!"
Moz solo: "Frappant vond ik het dat Johnny Marr vorig jaar met zijn solotour in de Melkweg speelde en daar ruim geschat maar 60 mensen aan publiek stonden. Ik had zelfs het idee dat er nog meer mensen voor de ex-bassist van Kula Shaker, die in de begeleidingsband speelde, waren, dan voor Marr zelf!!! Shame on you, Holland!!! Morrisey moet zich ook weer bewijzen. The Smiths zijn niet te evenaren."
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=6124
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: