Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
TYPE O NEGATIVE | BLOODY KISSES Roadrunner
Bloody Kisses is de beste plaat van enfant terrible Peter Steele in zijn Type-O-Negative periode. Met deze derde plaat brak de band door bij een groter publiek en de videoclips van killersongs ‘Christian Woman’ en ‘Black No. 1’ werden en worden zelfs vertoond op tv. De schijf zelf begint met ‘Machine Screw’, waarop het geluid van een mitrailleur en een hijgende vrouw is te horen. Leuke binnenkomer zullen we maar zeggen. Deze intro maakt de weg vrij voor bovenstaande parels die samen 20 minuten van je leven opslokken. Wat volgt zijn composities die behoorlijk militant overkomen en de hardcoretouch van Steele’s vorige band Carnivore oprakelen, maar met een song als ‘Bloody Kisses’ toch ook de gotische metalkant opgaan. Alles wordt voorzien van de donkere en diep doordrongen stem van playboy Steele. De door deze plaat gestelde verwachtingen worden later niet meer ingelost en de opgedane populariteit wordt niet schrikbarend uitgebreid met het latere werk October Rust, World Coming Down en Life is Killing Me. Gelukkig laat deze laatste plaat Type-O-Negative weer zien op de weg terug en daarom is de band anno 2004 nog steeds een act om rekening mee te houden.
Door Maurice van der Heijden
SEPULTURA | CHAOS A.D. Roadrunner
Chaos A.D. is de plaat die verdeeldheid zaaide onder Sepultura fans. Veel aanhangers van Beneath The Remains en Arise konden niets met de plotselinge experimenteerdrang van het thrashinstituut uit Brazilië. Waar kwam al die afwisseling ineens vandaan? Waarom niet gewoon snel en hard vooruit? Voor die fans luidde Chaos A.D. het begin van het einde in. Ik behoor tot het kamp dat vindt dat het experiment met latin erg goed uitpakte. Niet alleen is de productie van Andy Wallace van ongeëvenaarde kwaliteit, ook het songmateriaal is tegelijkertijd fris en hard. Sepultura had al bewezen eerste klasse, snelle thrash te kunnen leveren, maar bij deze gaat de band nog een stapje verder. ‘Refuse/Resist’ is een klassieker, ‘Territory’ lijkt de ultieme samensmelting van metal met latin, en ‘Propaganda’ blaast op ouderwetse wijze alle muren plat. Pas met Roots maakt Sepultura een eerste misstap, hoewel de band hierdoor wel doorstoot naar een groter publiek. Één zaak staat vast: toen zanger/oprichter Max Cavalera zich van Sepultura afsplitste, werd het hoog tijd om afscheid te nemen van de echte Sepultura.
Door Ruud van Esch
LIFE OF AGONY | RIVER RUNS RED Roadrunner
“I got a razor on my wrist / And I can’t resist.”: opgroeien is niet leuk, vooral niet als liefde een vreemd woord lijkt. Enter Keith Caputo. Deze charismatische frontman groeit op in een stoere gangsta-buurt. Als introverte jongen zit je dan goed verkeerd tussen al die getatoeëerde badasses. Gelukkig biedt muziek wederom een mooie uitkomst. Al gauw is Caputo met zijn theatrale, tegen opera aanleunende stem zanger van Life Of Agony. Dankzij het door Josh Silver (Type O Negative) geproduceerde debuut River Runs Red breekt LOA in één keer door. Deze plaat combineert ruige NYC-hardcore met de emotionele teksten van Caputo. Verwacht je aan hartverscheurende poëzie met de slang van het asfalt, bloedende knokkels van woede, maar ook rode ogen van machteloosheid. Huilen mag. De échte doorbraak (die naar het TMF-volk) blijft jaren die op deze release volgen uit. Caputo stapt door zakelijke perikelen in 1998 op waarna de band nog een tijd doorgaat met Whitfield Crane (Ugly Kid Joe). Kort daarop split de Life Of Agony. In 2003 komt de groep echter in de originele bezetting terug voor een reeks memorabele optredens. Nog belangrijker is dat er inmiddels zelfs een nieuwe plaat is uitgekomen. Je recensent kon trouwens zijn ogen wéér niet droog houden toen hij deze plaat hoorde.
Door Philippus Zandstra
PRONG | CLEANSING Sony
Prong is één van de meest invloedrijke powertrio’s ooit. Helaas is het ook één van de meest onderschatte. Prong wordt eind jaren tachtig opgericht door Tommy Victor, de toenmalige geluidsman van CBGB’s. Echte hardcore is aanvankelijk de stijl, maar gaandeweg breekt de eigenzinnige en van een schor stemgeluid behepte frontman door de beperkingen van het genre. Cleansing is daarvan het logische én onlogische gevolg. De band heeft puur hitmateriaal met de staccato gitaarpartijen van Victor op ‘Whose Fist Is This Anyway’ en ‘Snap Your Fingers, Snap Your Neck’. De ware kracht van Prong ligt echter in de tweede helft van Cleansing. Neem nu het relaxte, bijna funky aanvangende ‘Broken Pieces’. Zoiets was voor die tijd nog niet eerder op cd gezet. En er mag ook nog getript worden! ‘Out of This World’ is bijna volledig opgebouwd uit een chillende wahwah. Met het noodsingnaal van ‘Test’ wordt de plaat dreigend afgesloten. Meezingen mag nog wel: “This Time it’s only a Test!” Al deze tracks zijn heuse juweeltjes. Je kan ze best wel meerdere keren innemen voor een goede spijsvertering. Deze plaat is in elk geval van onmiskenbare invloed geweest op de hele nu-metalscene. Prong bestaat anno 2004 nog steeds en heeft vorig jaar zelfs een nieuwe plaat opgenomen (het flauwe Mercury Rising). Aan Cleansing heb je echter genoeg, tegen een mid-prijsje nog wel.
Door Philippus Zandstra
PANTERA | FAR BEYOND DRIVEN Atlantic
NRA, Confederate Flag, BBQ’s en slangenleren schoenen: hier zijn de überhetero’s van Pantera! Met al twee klassiekers op zak is deze plaat de belangrijke derde. Far Beyond Driven lost alle verwachtingen in. Maar zo fris en vitaal als op de twee voorgangers, klinkt Pantera bij deze niet meer. Wel extremer. ‘Becoming’ en ‘5 Minutes Alone’ zijn nog echte krakers waarbij de fles Jack Daniels niet ver weg staat. Maar de rest van de plaat laat zich beluisteren als een compromis tussen Anselmo’s voorliefde voor death en black metal enerzijds en de groovende riffs van Dimebag Darrell anderzijds. Dimebag weet de band muzikaal nog op het spoor te houden, maar het bijna volledig ontbreken van de normale zangstem van Anselmo –behalve op de cover van Black Sabbath’s ‘Planet Caravan’- lijkt een concessie. Far Beyond Driven slaat echter goed aan en consolideert de stadionstatus van Pantera. De schreeuwende zanger is in deze periode al zwaar verslaafd aan heroïne. In 2001 wordt de band dan ook opgeheven.
Anselmo gaat verder met Superjoint Ritual, een extremere hardcore-versie van Pantera. Dimebag Darrell start samen met zijn drummende broer Vinnie Paul het vertrouwd klinkende Damageplan. Het debuut New Found Power zal helaas ook de laatste plaat zijn voor Dimebag. Tijdens een optreden op 9 december 2004 in Ohio wordt de gitarist door een doorgedraaide bezoeker doodgeschoten. Eén van de meest invloedrijke metalmuzikanten van de laatste twaalf jaar komt zo op een trieste en nutteloze manier aan zijn einde. Dimebag’s riffs van ‘Walk’ en ‘Cowboys from Hell’ zullen echter onsterfelijk blijven.
Door Philippus Zandstra
BIOHAZARD | STATE OF THE WORLD ADRESS Roadrunner
Iedereen heeft het wel eens gedaan: in een cirkelpit bij Biohazard los gaan. Bij het uitkomen van State of the World Adress is een wereldwijde doorbraak nog maar een kleine stap. Hardcore en hiphop komen samen in een explosieve mix die net zo divers is als NY zelf. En nog belangrijker: de songs blijven hangen. De van asfalt doordrenkte teksten zijn nog stoerder dan de woordendiarree die 50 Cent tegenwoordig maakt. Het gevaar ligt op de hoek, een carjack is niet meer dan dagelijkse routine en de politie verschilt niet veel van het tuig dat de straten van Brooklyn verpest. Het opstappen van de aan harddrugs verslaafde gitarist Bobby Hambell maakt echter snel een einde aan de opmars van het stoere collectief. Sindsdien kan de band qua niveau niet meer tippen aan State of the World Adress, noch is men in staat om het stigma van ‘festivalband’ van zich af te schudden. Zanger/bassist Evan Seinfeld houdt zich nu bezig met zijn eigen Tapes from the Hardside. Naar wat je recensent via via heeft gehoord is Seinfeld tegenwoordig porno-acteur. Ik zeg: via via…
Door Philippus Zandstra
DOG EAT DOG | ALL BORO KINGS Roadrunner
Eens per zoveel jaar is er zo’n plaat die de hele wereld met verstomming slaat. In ’94 viel die eer te beurt aan het debuut van een groepje tuig, afkomstig van de Amerikaanse Oostkust:
All Boro Kings, of hoe Dog Eat Dog in één klap de wereld veroverde.
All Boro Kings schopte het dankzij de singles ‘Who’s the King’ en ‘No Fronts’ tot bestseller, hoewel het niet eens zo’n schitterend album was. De kracht lag echter in twee dingen : de combinatie van stijlen en het aanspreken van de jeugd.
Dog Eat Dog overgoot hardcore en rap met saxofoon-melodietjes, waardoor het grote publiek interesse kreeg voor de vroegere Mucky Pup-roadies. Langs de andere kant waren de teksten typerend voor het begin van de jaren ’90: jongeren hadden een eigen mening en wilden die delen, en Dog Eat Dog werkte als spreekbuis voor duizenden van hen.
Na All Boro Kings was het vat zo goed als af en werd de band bijgezet in de grote collectie van groepen die hun hoogtepunt nooit konden evenaren.
Door Steven Van Duyse
DOWNSET | DOWNSET Mercury/Universal
‘Anger’ was rond 1994 een van die alternatieve dansvloerkrakers waar je lekker op kon pogoën. Band in kwestie was Downset, een rapmetalcollectief dat nog de meeste gelijkenis vertoont met Rage Against The Machine. Het nummer was afkomstig van het titelloos debuut, dat de band een plekje op Dynamo Open Air opleverde in 1995. Daar stonden de heren tussen grootheden als Biohazard, Dog Eat Dog, Fear Factory, Life Of Agony en Machinehead. Dat de band zelf nooit zo groot werd, is niet geheel verwonderlijk. Opvolger Do We Speak a Dead Language verscheen nog op hetzelfde label 2 jaar na de release van het debuut, maar vervolgens verscheen elk album bij een andere platenmaatschappij met een interval van gemiddeld vier jaar. Velen verwijten de band dat het enkel zichzelf weet te herhalen op elk album; als je het ene schijfje kent, ken je het andere ook en dat is niet geheel onwaar. Downset verkeerde vanaf het prille begin in de underdogpositie en dat zal dan ook nooit meer veranderen. Maar dat ze goed is in het doen van haar eigen ding, staat al sinds 1994 – sinds dit titelloze debuut welteverstaan - buiten kijf…
Door Bart Nijssen
NOFX | PUNK IN DRUBLIC Epitaph
Het is jammer dat Punk In Drublic alweer tien jaar oud is. Voor NOFX dan, want de band heeft deze mijlpaal nooit kunnen overtreffen. Post een ‘beste NOFX plaat’ poll op een willekeurig punkforum en de uitslag voltrekt zichzelf.
Rotte appels kent Punk In Drublic niet. Integendeel. De snelheid waarmee klassieke NOFX nummers elkaar opvolgen is ongekend. ‘Linoleum’, ‘Leave It Alone’, ‘Perfect Government’, ‘The Quass’ en ‘Lori Meyers’ zijn nog maar zes pareltjes en daarmee hebben we ze nog niet eens allemaal gehad. Hilarische en maatschappijkritische teksten worden in koortjes gezongen over een stortvloed aan gave gitaarriffs en ultra-snelle punkritmes. Klassiek zijn ook Fat Mikes imitaties van onder andere Beavis and Butthead, Mr. Anderson, Speedy Gonzales en Ren aan het eind van de cd. Daarmee is het tijdsbeeld helemaal af.
Door Ruud van Esch
MADBALL | SET IT OFF Roadrunner
Een van de beste hardcore bands die New York ooit voortbracht, had geen betere naam kunnen verzinnen voor hun eerste full length. Set it Off zette Madball voorgoed op de kaart. Hoewel opvolger Demonstrating My Style meer mensen wist te bereiken, blijft Set It Off het onbetwiste huzarenstukje. Deze laatste is immers dé plaat waarmee Madball New York hardcore nieuw leven inblies door snelheid met een keiharde beatdown te combineren. Een beetje hardcore kid kon niet om Madball heen, temeer omdat de clip van ‘Down By Law’ zeer regelmatig te zien was bij Headbangers’ Ball. Jaren later begon het te rommelen in de bezetting van Madball en was de band zelfs een klein jaar uit elkaar. Inmiddels hebben een aantal optredens in de nieuwe bezetting ervoor gezorgd dat het vertrouwen in Madball weer is teruggekeerd, zelfs zonder gitarist Matt Henderson.
Door Ruud van Esch
MACHINE HEAD | BURN MY EYES Roadrunner
Rond 1994 begon je als klein ventje natuurlijk met Metallica of Guns N’ Roses maar diegene die meer wilden kwamen al gauw uit bij Machine Head. ‘Davidian’ kwam langs op Wet 'n Wild en dat was wel ongeveer het hardste wat er op de buis kwam. De pissige strot van Robb Flynn in combinatie met de brute trashmetal, gecombineerd met harde moshstukken kwam aan als een mokerslag. Op het debuut Burn My Eyes werd dit met de nodige vernieuwingsdrang gepresenteerd. Machine Head stond daarmee meteen in de eredivisie van de metal. Jammer genoeg heeft de groep dit debuut nooit overtroffen. Was opvolger The More Things Change… ook nog zeker goed te pruimen, met nakomelingen The Burning Red en Supercharger kwam de klad erin. Het eigen geluid werd opgegeven en de band begon te flirten met de populaire stroming nu-metal. Gelukkig grijpt de laatste plaat Through the Ashes of Empire weer terug naar het debuut. De harde mosh stukken en snelle gitaarpartijen zijn weer als vanouds vertegenwoordigd. En daarmee lijkt de ster van Rob Flynn en consorten weer reizende.
Door Maurice van der Heijden
KORN | KORN Sony
De eerste keer dat Korn naar Nederland kwam, speelden de heren als onbekend bandje in het voorprogramma van Primus. Weinigen konden vermoeden dat de band jaren later zo groot zou zijn, maar de echte kenners hadden het toen al door: hier stond iets unieks, iets origineels, iets revolutionairs. Korn bracht iets dat ze nog nooit eerder gehoord hadden. Met het titelloze debuut wisten de heren een nieuwe stroming te ontwikkelen die later ‘nu-metal’ genoemd zou worden en de weg te plaveien voor o zo vele volgers. Wat dat betreft is Korn een van die zeldzame bands die echt vernieuwend te werk ging. Legendarisch is de opening van dit debuut, waarin frontman Jonathan Davis uitroept: “Are you readyyyyyyy!” Ook het uit kinderliedjes bestaande ‘Shoots and Ladders’ was opmerkelijk. Haast even legendarisch als de band zelf werd met dit album, werd producer Ross Robinson, die vervolgens met elke grote band mocht gaan werken. Hij kreeg bij iedereen het onderste uit de kan, wat misschien nog wel het best geïllustreerd wordt door de laatste track op dit album. Tijdens de opnames van ‘Daddy’ liet zanger Jonathan Davis zijn emoties de vrije loop en barstte daadwerkelijk in tranen uit, wat vervolgens perfect door Robinson werd vastgelegd. Dit debuut van Korn is in alle opzichten absoluut een mijlpaal in metal, of je het nu leuk vindt of niet.
Door Bart Nijssen
HELMET | BETTY Interscope
Helmet was een van de eerste bands die ten prooi viel aan de grijpgrage handjes van de platenmaatschappijen. De band uit New York werd door Interscope binnengehaald als de nieuwe Nirvana. Niet geheel begrijpelijk, want hoewel de muziek een heerlijke mix van hardcore, jazz, postpunk en noise is, loopt het overgrote deel van het mainstream publiek nu niet bepaald gemakkelijk weg met de band. Helmet onderstreept dit nog even door op Betty de Dizzy Gillespie cover ‘Beautiful Love’ te beginnen met een jazzgitaar om te eindigen is totale noisechaos. En zo zet de band je op hun derde album wel vaker op het verkeerde been. Op het eerste zicht misleidt de schattige voorkant met daarin een CD vol met bloemetjes en het eerste nummer dat ‘Wilma’s Rainbow’ heet. Maar pas op: de dikke gitaarmuren vallen als een opgekropte woedeaanval op je neer.
Helmet zette met Betty een standaard neer hoe riffrock gespeeld moest worden. Voordat de band de studio indook voor de opvolger verliet gitarist Rob Echeverria de band. Helmet besloot door te gaan als trio en na een moeilijk proces ontstond uiteindelijk het album Aftertaste in 1997. De uitgeklede sound op Aftertaste bleek niet het ideale format te zijn en een jaar later gaat de band uit elkaar. Maar in de zomer van dit jaar bereikten ons de eerste berichten dat Helmet weer in de studio zat. Het resultaat heet Size Matters en wordt overal positief onthaald.
Door Tijs Heesterbeek
SICK OF IT ALL | SCRATCH THE SURFACE Atlantic
Ook al ben je als band al een halve legende, soms heb je dat extra duwtje in de rug nodig om je plaats aan de top voor eeuwig te verzekeren. Sick Of It All’s Scratch the Surfaceis daar een mooi voorbeeld van.
De vier New Yorkers maakten handig gebruik van de punkrevival (onder leiding van onder andere Green Day en Offspring) om de grote stap te maken naar het heldendom. Scratch the Surface was hard, ongenadig en oprecht : het ideale medicijn voor zij die Green Day, Lagwagon en No Use For A Name maar slappe kost vonden. Nummers als ‘Step Down’ en ‘Who Sets The Rules’ worden live nog steeds uit volle borst meegebruld en wie ooit deelnam aan een “Wall Of Death” weet hoeveel kracht er uit gaat van het titelnummer.
Scratch the Surface past na tien jaar nog steeds mooi tussen Set it Of, One Voiceen Damaged.
Door Steven Van Duyse
STUCK MOJO | SNAPPIN’ NECKS Century Media
De familie Lowery is een muzikale familie. Clint Lowery speelt gitaar in Sevendust, Dustin Lowery kreeg een platendeal bij Roadrunner Records als zanger van de band Ether Seeds (uiteindelijk verscheen het album overigens nooit via dat label) en broer Corey Lowery … die maakte rond 1994 als bassist furore met zijn band Stuck Mojo. Pas een jaar breidde het gezelschap van deze laatste band uit onder leiding van de Afrikaans/Amerikaanse frontman Bonz toen ze reeds een platendeal in de wacht sleepte bij Century Media. Hieruit is deze Snappin’ Necks gegroeid. Een crossover van rap en metal is het resultaat, in de beste traditie van een band als Rage Against The Machine. Stuck Mojo voegde er echter iets meer old school metalinvloeden aan toe. Bekendste nummer werd ‘Not Promised Tomorrow’, maar ook ‘The Beginning of the End’, ‘Who’s the Devil’ en ‘Change My Ways’ (met dat onvergetelijke introwijsje) mochten er wezen.
Toch kreeg Stuck Mojo aardig wat kritiek te verduren en met latere albums als Rising en Declaration of a Headhunter veranderde dat niet. Rond 2000 gooide de band dan ook het bijltje er bij neer, waarna eerdergenoemde Clint Lowery nog even baste bij Stereomud (de band waarin ook Joey Z van Life Of Agony speelde). Toen de reünie van LOA op gang kwam, viel ook Stereomud uit elkaar en stond Lowery weer op straat. Stuck Mojo behaalde nooit de top, maar wie weet wat er nog gaat gebeuren. Onlangs werd namelijk bekend dat ook een Stuck Mojo-reünie in de planning staat, dus Lowery kan misschien weer aan de bak…
Door Bart Nijssen
FEAR FACTORY | DEMANUFACTURE Roadrunner
Ja, dit kan niet! Een metalband die het vervloekte e-woord gebruikt! Hoe gek kan je zijn? Metal moet puur zijn, organisch, dus niet elektronisch zoals die troep waar gabbertjes naar luisteren. Fear Factory bewijst echter dat met een high-techsound bruutheid opnieuw definieerbaar is. Hierin slagen ze zelfs zonder de melodie te vergeten.
Demanufacture laat een band horen die het begrip strakheid een paar nanoseconden verder inperkt. Hakkende riffs worden rotsvast ondersteund door klinische drums. Maar wat deze plaat bovenal zo sterk maakt zijn de hysterische schreeuwpartijen van zanger Burton C. Bell. Zijn angst voor de machine is voelbaar, want er is strijd tussen vlees en machine. Het contrast tussen de perfectionistische machines en de feilbare mens is ook de symbiose die Fear Factory zo uniek maakt. Met behulp van DJ Dano, Rhys Fulber Jones (Front Line Assembly) én Tom Holkenborg (Junkie XL) heeft Fear Factory een heuse primeur door het album als Remanufacture te remixen. Klonen verdient uiteindelijk ook een muzikale interpretatie. In 2001 is er een split, maar twee jaar later maakt de band zonder oprichter Dino Cazares een doorstart. Het ouderwets harde Archetype laat een Fear Factory horen die Demanufacture weer als prototype gebruikt. Achterhaald, maar o zo vertrouwd.
Door Philippus Zandstra
CIV | SET YOUR GOALS Wea International
In een tijd waarin de hardcore vooral werd gedomineerd door de gefronste wenkbrauwen en getatoeerde spierballen van bands al Madball, Biohazard en Sick of it All, kwam CIV met een opvallend luchtig album. Natuurlijk staan er op Set Your Goals ook snelheidsduivels als ‘State of Grace’, ‘Trust Slip through your Hands’ en het sublieme ‘Soundtrack for Violence’ maar daartegenover werden makkelijk in het gehoor liggende nummers geplaatst als ‘Set your Goals’ en de single ‘Can’t Wait One Minute More’ met een gastrol voor Pete Koller van Sick of it All.
Wat het meest opvalt is echter dat CIV niet alleen serieus uit de hoek kwam. Zo marcheert er opeens een complete fanfare je kamer binnen en sluiten ze met ‘Don’t Got to Prove it’ af met een semi-akoestische meezinger. Verder presenteert de band zich (ver voor de hausse) als een retro jaren ’50 band, compleet met strakke smokings, en nemen ze in de clip van ‘Can’t Wait...’ de Amerikaanse talkshows op de hak (met Pete Koller live from the state penitentiary).
Zanger, oprichter en naamgever Anthony Civocelli had met zijn vorige band The Gorilla Biscuits al enige faam verworven in hardcoreland. Dat hij met de muziek van CIV de grenzen van hardcore opzocht was dan ook gewaagd. De band raakt na de opvolger Thirteen Day Getaway helaas in de vergetelheid.
Door Tijs Heesterbeek
SHELTER | MANTRA Roadrunner
Naast Anthony Civocelli begon ook voormalig Youth Of Today bandleider Ray Cappo een nieuwe carriere als zanger bij Shelter. Samen met Fugazi frontman Ian Mackaye werd Cappo gezien als een van de fundamentleggers van het straight edge denken: een leefwijze waarbij men zich niet tegoed doet aan de aardse geneugten van drank, sex, en drugs, … Verder zoeken straight edgers het vaak in hogere sferen met behulp van ondermeer Hare Krishna.
De tweede volwaardige cd Mantra van Shelter getuigt hiervan. Het album staat bol waarschuwingen over sex voor het huwelijk (‘Here We Go’), oorlogsverklaringen aan de vleesindustrie en moderne media (‘Civilised Man’ en ‘Surrender To Your T.V.’) en de liefde voor Krishna (‘Mantra’). Shelter gebruikt hiervoor niet de opdringerige wijze zoals grote groepen bootsvoets in overvolle winkelstraten doen, maar verpakt de boodschap in puntige en lekker in het gehoor liggende hardcore.
Dat deze muziekstijl en levenswijze aanslaat blijkt uit het feit dat het zwarte kruis op de rug van de hand inmiddels meer een mode-ideaal is geworden dan een leefwijze. Ian MacKaye spreekt openlijk zijn afschuw uit, maar Ray Cappo gaat noest door met het preken van de leer van de Bhagavat en neemt voor even zelfs de naam Raganutha Das aan. Of dat dat hem eind jaren negentig redt van een ernstig ongeluk met de tourbus is niet duidelijk, maar zijn carriere komt in ieder geval in een neerwaartse spiraal. Het laatste wapenfeit van de band is het album The Purpose. The Passion dat in 2001 uitkomt op Shelter zijn eigen label.
Door Tijs Heesterbeek
DEFTONES | ADRENALINE Maverick
Wie herinnert zich nog in Wet ’n Wild de lange dreads van Deftones-frontman Chino Moreno uit de clip ‘Bored’? Voor wie het niet wist of de band pas later ontdekte, dat nummer staat op Adrenaline: het debuut van de band voor Maverick. Net als ‘Bored’ en het legendarische ‘7 Words’ werd het gehele album een undergroundklassieker. Kenmerkend waren de getergde vocalen van Moreno en de laaggestemde gitaren. In het begin van hun carrière, ten tijde van dit debuut, werden ze dan ook vaak in één adem genoemd met Korn. Met elke release die dit gezelschap uitbracht, werd de kloof tussen die twee bands steeds groter en kwam steeds vaker de naam Tool als referentie opduiken. Ontwikkeling en vernieuwing was hetgeen de twee bands kenmerkte gedurende hun hele carrière en dat kon van Korn lang niet altijd gezegd worden. Deftones bleef zich op elk album ontwikkelen en wist daarmee continu de hoge verwachtingen in te lossen. Adrenaline klinkt nog steeds nauwelijks gedateerd en is na al die jaren een blijvend meesterwerkje dat elke rechtgeaarde Deftones-liefhebber in zijn of haar collectie moet hebben staan.
Door Bart Nijssen
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=8192
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: