Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
KIJK NAAR DE BEATS uit de jaren ’50 die zich verloren in de jazz en dronken tot het ochtendgloren? Het verhaal dat Jack Kerouac (1922-1967) in zijn meesterwerk On The Road (The Viking Press, 1957) vertelt gaat niet alleen over de zucht naar avontuur en de drang om je als jonge volwassene te onderscheiden van de grijze massa in een conservatief Amerika. Het gaat bovenal over de innerlijke vrijheid die de destijds opkomende jazz en beatmuziek met zich meebracht en het gevecht tussen de drang naar wilde sensatie en de stille hoop op het vinden van een goede levenspartner om zodoende te kunnen settelen en de bekrompen maatschappij tevreden te stellen. Kortom; volwassen worden in de grote, boze wereld in de jaren ‘50. Het boek beschrijft de roerige avonturen van twee met hun volwassen worden worstelende lifters die tweemaal het land doorkruisen op jacht naar de Amerikaanse Droom en op zoek naar de zin van het leven.
De wilde, drugs gebruikende Dean Moriarty en zijn trouwe metgezel, de schichtige verteller Sal Paradise, razen op vreemde achterbanken en met gestolen auto’s door de nacht op zoek naar goedkope whiskey, gewillige meisjes, mieterse jazz en natuurlijk zichzelf. Hun spannende en vaak door drugs en drank doordrenkte avonturen komen het best tot hun recht met op de achtergrond een plaat van Charlie Parker of Sam Coltrane, wiens escapades perfect passen bij de wilde orgiën en de lange, middernachtelijke discussies die in het boek feilloos en via vele zijwegen beschreven worden en destijds een hele nieuwe generatie jongeren van een eigen gezicht voorzag. Als ware het de Easy Rider van de literatuur. De tijdloze jazz van Parker en Coltrane doet de romantische en bij vlagen desperate sfeer van het boek tot leven komen en injecteren de overpeinzingen van Sal Paradise met een extra dosis mysterie en menselijkheid omdat de muziek de lezer werkelijk doet terugwerpen in de tijd.
EEN ANDERE AANRADER is The Electric Cool Aid Acid Test van Tom Wolfe (Bantam Books, 1971). Wolfe maakte deel uit van de Haight-Ashbury generatie; de hippies van San Francisco. Zijn bestseller gaat over Ken Kesey, de in November 2001 gestorven Acid goeroe, en zijn volgelingen The Merry Pranksters. Het boek beschrijft hun psychedelische trip van La Honda, California naar New York in een in psychedelische kleuren geschilderde schoolbus die de naam “Further” meekrijgt. Beter dan in dit boek zijn de zestiger jaren eigenlijk nooit beschreven. Wolfe werd beschouwd als een Grote Stem in de New Journalism beweging begin jaren zeventig en Kesey groeide uit tot de stem van een hele generatie. Hij schreef overigens zelf One Last Flew Over the Cuckoo’s Nest in de stille nachten dat hij in een mortuarium werkte. Overdag hield hij er een baantje als Federaal Drugsgebruiker op na; hij nam experimentele drugs in ziekenhuizen als proefpersoon voor doktoren, die hun experiment door de overheid gesubsidieerd zagen.
De Merry Pranksters namen collectief LSD en belandden van de ene psychedelische situatie in de andere. Wolfe schreef het boek deels zelf onder invloed en dat is te merken ==== ‘merken’ (MERKEN!) aan de psychedelische schrijfstijl die hij doorgaans hanteert. The Electric Cool Aid Acid Test gedijt het beste onder het genot van een jointje of een portie paddestoelen met op de achtergrond de hallucinerende geluiden van the Jefferson Airplane of The Grateful Dead. Luister vooral naar Surrealistic Pillow van de Airplane en Anthem Of the Sun van The Dead. Bij het horen van de hemeltergende vocalen van Grace Slick en de psychedelische teksten van Jerry Garcia komt Wolfe’s New Journalism pas écht tot leven en waan je je in de psychedelic sixties. Dit boek is overigens ook erg goed te behappen met platen als Sgt. Pepper van the Beatles en CSN, het tweede album van Crosby, Stills & Nash, die net als Wolfe zelf de tijdsgeest als geen ander vangen.
NAKED LUNCH van de in 1994 overleden meesterschrijver en vooraanstaand drugsgebruiker William S. Burroughs is ook een fenomeen. Deze literaire bijbel uit 1959 (Grove Press) vertelt het verhaal van een ervaren insektenverdelger die verslaafd raakt aan zijn eigen goedje, daardoor in een schemerwereld vol leugens en corruptie beland en in zijn hallucinaties door een vleesgeworden typemachine-insect wordt geïndoctrineerd om uiteindelijk onderdak te vinden bij de dubieuze firma Interzone, alwaar hij in contact komt met extreem verslavende drugs en homofilie. De meest passende soundtrack voor bij het lezen van dit boek zijn dan ook de bizarre en merendeels inktzwarte soundscapes van componist Angelo Badalamenti. Deze Italiaanse componist verzorgde grotendeels de soundtrack voor de bizarre film Lost Highway van Twin Peaks regiseur David Lynch, zelf een groot fan van Burroughs.
Ik ben geen autoriteit als het gaat om soft drugs, maar met K2 in de hash-pijp is het goed trippen op de bizarre beleving en de bedwelmende visie van Burroughs en de beklemmende, donkere geluiden van Badalamenti. De zinnenprikkelende visioenen van de getormenteerde schrijver die zelf kampte met ernstige verslavingen en de bizarre werkelijkheid in dit boek maken het lezen van en het luisteren naar tot een perfecte trip die nauwelijks te vergeten valt. De momenten in het boek van verslaving, de onmacht om de werkelijkheid te relativeren, de zinnenprikkelende zoektocht naar de waarheid, de affaire en de moord, het ongeloof en het benauwde web rond Interzone, het is na bovenstaande ervaring allemaal hoorbaar in de muziek van Angelo Badalamenti en op de eerste soloplaten van ex-Television bassist Barry Adamson, die zich wat het Burroughs-sfeer betreft ook niet onbetuigd laat.
Xander van Aart is scribent van KindaMuzik en Roadburn.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-002-mieterse-jazz-psychedelische-drugs-en-homofilie/2236/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: