Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het begon zo mooi, met de audities. Waarin de jury, met name Henkjan Smits en Jerney Kaagman er een satanisch genoegen in schepten om de sterrendomdromen van puberkindjes zes voet onder de grond te stampen. "Geen stem, geen performance, geen uitstraling. Ik zie heel veel niks", sprak Smits, waarbij de walging van zijn gezicht droop. "Heb jij thuis een cassettererecorder met een microfoontje?", vroeg Kaagman vilein. "Nee? Dat dacht ik al. Je zou jezelf eens moeten horen zingen. Want dan was je hier nooit gekomen."
Geen auditie-uitzending heb ik overgeslagen: eindelijk werd de 'Het gaat ontzettend goed met je, he?'-cultuur, de Ivo Niehe-benadering van artiesten (en sporters, maar dat is weer een andere column) bij het grofvuil gezet. Hier werd méér dan de waarheid gesproken, hier werden blommen in de knop gebroken, zonder dat iemand zich druk maakte over de consequenties. Een uitvergrote poster van Smits hing wekenlang boven een soort van altaartje, waar ik zwarte kaarsen brandde in de hoop dat het onbegrensde afzeiken wortel zou schieten. Nooit meer beleefd zijn, nooit meer bang zijn op lange tenen te trappen, nooit meer bang zijn vriendjes, of vriendjes van vriendjes, te schofferen. In de geest van Pim zeggen wat je denkt, ook al is dat hard. Met jarenlang de zachte heelmeester uithangen hebben we een halfzachte artiestenfamilie gekweekt die nooit meer weggaat. De Xanders, Gordons-en-Replays, Van Dik Houten, Acda-en-de-Munniks, thuisknutselfröbelaars zoals op de LVR-compilaties, trance-dj's, electroclashers...voor eeuwig verankerd.
In mijn werk, als entertainmentverslaggever bij Nieuwe Revu, ben ik het vaak genoeg tegengekomen. Verontwaardiging over een negatief getint stuk, of afslachtrecensie. 'Dat doe je toch niet', was de teneur van de reacties, want in Nederland zijn we vooral heel vriendelijk tegen elkaar. De afzeikerige toon die veel stukken in Revu zou kenmerken, stuitte velen tegen de borst. Op zich verbaasde me dat niet, kijk naar de luistercijfers van een veilig, kritiekloos station als Sky Radio, naar de oplagecijfers van veilige felicitatiebladen als Margriet en Libelle en naar kijkcijfers van een veilig, kritiekloos felicitatieprogramma als de TV Show. Nederland houdt álle tenen graag heel.
Idols, of vooral de jury, kon daar een einde aan maken. De kijkcijfers waren hoopgevend; een omslag leek nabij. Mede ingezet door RTL Boulevard trouwens, waar Albert Verlinde en Beau van Erven Dorens al ver voor Idols liever naar de sloophamer dan de schouderklop grepen.
Maar nee. Henkjan werd al snel een hakbij genoemd, Kaagman kreeg een wagonlading, op de vrouw gespeelde stront over zich heen, en fucking Gordon wierp zich op als beschermheer van de tere kinderziel die in Idols zou worden beschadigd. De jury bond tijdens de finalerondes ernstig in - voor de vorm werd er nog wel eens iets onaardigs gezegd, maar dat gebeurde alleen om de spanning in het stukgekookte programma artificieel op te hogen.
De inhaak-reclame van Achmea, afgelopen zaterdag te zien, was de doodklap. Vincent, een boertje van buut'n, zong al klompendansend zijn Normaal-liedje. Wie niet oplette, dacht dat dit nog steeds de Idols-uitzending was, want daar zat de jury, die bij monde van Henkjan Smits en Eric van Tijn meldde dat Vincents stem goed was, timing goed en performance goed. Alles goed, dus. De pay-off van deze reclame luidde dat 'deze beelden niet op de werkelijkheid berusten'.
Helaas wel.
Guuz Hoogaerts geeft al het geld dat hij als verslaggever bij weekblad
Nieuwe Revu verdient, uit aan cd's en platen, waarvan hij de meest
warmbloedige als DJ Aguuzto in diverse gelegenheden ten gehore brengt.
Verder maakt hij deel uit van het Schaduwkabinet der Subjectivisten.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-009-heel-veel-niks/2653/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: