Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
“Na mij de zondvloed”, moet hij hebben gedacht en speelde in ijltempo alles binnenstebuiten en ondersteboven. Aan zijn expressieve spel kon je nauwelijks horen dat hij ooit op het conservatorium les had gehad. Coltrane was een persoonlijkheid, een verteller en geen notenbrijer. Via de notenopeenstapeling laat de gemiddelde hedendaagse jazzmuzikant ons weten dat hij er de nodige jaren conservatorium op heeft zitten. De opgedane notenkennis, de compositie- en speeltechniek gaan echter hand in hand met een gebrek aan persoonlijkheid en eigenzinnigheid.
Eind jaren zeventig deed John Zorn een gooi naar het jazz-pioniersschap, maar de eigenwijze Zorn verlegde zijn interesse opeens doodleuk naar andere genres en projecten. David Murray dan. Ook hij had een voortrekkersrol op zich kunnen nemen. Al na een paar platen bleek Murray weinig toe te voegen aan wat we al kenden. Natuurlijk zijn ze er nog wel, de dappere ontdekkingsreizigers soms tegen beter weten in: David S. Ware en Charles Gayle doen al jaren hun stinkende best.
Twee jaar geleden bezocht ik een concert van pianist Michiel Borstlap. Gezien de lofzangen in de media en het winnen van prestigieuze prijzen waren de verwachtingen over Borstlap’s verrichtingen hoog gespannen. O schone schijn! Niet eenmaal was er een moment van bevlogenheid, niet één notenriedel boeide of klonk doorwrocht. Waar een goede muzikant op sleeptouw neemt, maakte Borstlap pas op de plaats. Evenals zijn onanerende tijdgenoten speelde Borstlap jazz zoals men dénkt dat jazz gespeeld moet worden. Nee, dan Thelonious Monk. Monk spéélde geen jazz, hij voerde de jazz niet uit, nee hij wás jazz. Ik weet het. Het is best lullig de nieuwe generatie jazzmuzikanten die zich deels nog moet waarmaken te vergelijken met de kampioenen van weleer. Binnen de jazz waart het verleden als een spook door het heden. Hoe zou dat komen? Volgens mij doordat men geen echte risico’s durft te nemen en technisch gezien de muziek volledig uitgekristalliseerd lijkt. Op conservatoria wordt de nadruk gelegd op vaststaande idiomen zonder te letten op ontwikkeling van karakter en een eigen stijl.
Na een aarzelend begin als begeleidend muzikant John Coltrane voor de weg van de meeste weerstand. Coltrane bschouwde zijn werkgevers als leermeesters. Destijds (midden jaren vijftig) waren er veel leermeesters en geduldige leerlingen. Jazz in de jaren vijftig en zestig ontwikkelde zich volgens het spreekwoordelijke sneeuwbaleffect, waarvan de katalyserende artistieke groei abrupt eindigde met het overlijden van Coltrane. Sindsdien is er niet veel bijzonders meer gebeurd in de jazz behoudens enkele meesterwerken van Coltrane’s protégés Pharoah Sanders, Albert Ayler en Archie Shepp. Miles Davis experimenteerde succesvol met psychedelische, elektronische jazz, maar was het niet diezelfde Coltrane die hiervoor min of meer de blauwdruk legde met het onderschatte Olé uit 1962. Luister maar eens goed naar het lange titelnummer. Miles Davis’ leerling Herbie Hancock bleek evenmin vies van enige vernieuwingsdrang en maakte in 1973 het extravagante, pre-Aphex Twin-album Sextant.
Intussen is uit de jazz elk greintje leven opgelost. Jazz is muziek op sterkwater, alle goede bedoelingen ten spijt. Jazz is verworden tot een museumstuk, gekoesterd door muziekpuristen, de Joop van Zijls van deze wereld, die techneutenkunstjes en epigonisme verwarren met eigenzinnigheid en originaliteit.
Mijn favoriete jazzplaten aller tijden (in willekeurige volgorde, tussen haakjes het jaar van release):
Max Roach – We Insist! Freedom Now Suite (1961)
John Coltrane – Coltrane (1962)
Ornette Coleman – Town Hall 1962 (1965)
Charles Mingus – Tijuana Moods (1962)
Charles Mingus – Blues And Roots (1960)
Gato Barbieri – In Search Of Mystery (1967)
Miles Davis – Bitches Brew (1970)
Alan Silva & the Celestial Communication Orchestra – Seasons (1971)
Archie Shepp – Blasé (1969)
Archie Shepp – The Magic Of Juju (1967)
Don Cherry – Live In Ankara (1978)
John Zorn – Spy Vs. Spy (1989)
Harry Prenger is scribent van KindaMuzik en Heaven, is columnist bij het Platenblad, maakt radio voor de Concertzender en is verslaafd aan vinyl.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-017-op-sterkwater/3385/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: