Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Ik was verrast dat er zo veel mensen waren gisteravond," glimlacht Paul Beller, zoals Mono's echte naam luidt, boven zijn plastic bekertje dampende espresso. "Ik ben helemaal niet gewend om te draaien eigenlijk, en al helemaal niet voor een volle club." Een verrassende opmerking uit de mond van iemand die leeft en werkt in München, thuishaven van Compost Records, nu-jazz-rots in de branding van de four-to-the-floor-oceaan die de dance nog altijd kan zijn. "Welnee," zegt hij enigszins bitter, "München is niet anders dan de rest van Duitsland: de mensen willen platte top40-trance, goede muziek is nauwelijks te horen en als je het kunt vinden kom je tot de ontdekking dat je zo ongeveer de enige bent. Into Something [het wekelijkse radioprogramma van Florian Keller waar ook Compost-baas Michael Reinboth aan meewerkt, tevens een wekelijkse clubavond - DR] is er zelfs mee opgehouden! [lachend] De enige bezoekers waren Compost recording artists. Het is treurig maar waar. In het buitenland gaat het goed met onze muziek, maar in Duitsland is het huilen geblazen. Ik wil me daarom ook gaan richten op het deejayen, dan kan ik daar tenminste nog wat geld mee verdienen. Want dat komt er ook nog bij: ik krijg veel goede reacties op mijn plaat, maar dat zie ik eerlijk gezegd niet echt terug in de verkoopcijfers. Iedereen downloadt, niks aan te doen."
Intussen heeft de verkoper van de platenwinkel een flinke stapel vinylplakken in de handen van Beller gedrukt. Achterin de zaak is plaats om ze te beluisteren en tegelijkertijd het gesprek voort te zetten. "Ik ben niet bitter hoor, over het downloaden," zegt Paul. "Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het Internet één van de beste uitvindingen ooit. Ik download zelf ook een hoop, alleen als ik iets goeds hoor dan koop ik het. Ik hoop dat de meeste mensen er net zo over denken, maar ik vrees eigenlijk van niet. Platenmaatschappijen zullen iets anders moeten bedenken om het geïnvesteerde geld terug te krijgen." Hij neemt plaats achter de draaitafels en legt de eerste plaat op, een productie van Recloose. Hij luistert naar de eerste tonen, kijkt bedenkelijk en legt de naald wat verder. "Ik hou van zijn geluid," zegt hij, "maar dit is wat te techno-achtig voor mij, denk ik. Het is wel mooi diep. Hmmm." Hij lijkt even in gedachten te verzinken, kijkt dan weer op. "Kijk, de tijden zijn nu zo dat je met het maken van platen alleen je brood niet meer kunt verdienen, tenminste, niet als je muziek maakt zoals de mijne, waar de markt sowieso al klein voor is. Want dat moet je natuurlijk ook wel in perspektief zien he, wij zijn er dagelijks mee bezig dus het kan soms lijken alsof het heel groot is allemaal, maar als je naar de clubs gaat dan vallen de bezoekersaantallen wel wat tegen. Ik bedoel, de tenten komen wel vol, maar de capaciteit is meestal niet groter dan 2-300 man. Het is geen trance natuurlijk. Maar goed, als je draait kun je in ieder geval je boterham beleggen en doorgaan met muziekmaken."
Zijn muziek met een band op het podium brengen is geen optie voor Ben Mono. "Vroeger heb ik in bands gespeeld, maar het verveelde me op het laatst. Ik ben misschien een controlfreak, of gewoon eigenwijs, maar ik wil dat de muziek die ik maak klinkt zoals ze in mijn hoofd klinkt. Met de bands waar ik in speelde was dat dus nooit zo. Op een gegeven moment hoorde ik een plaat van London Funk Allstars, op Ninja Tune, en mijn oren gingen open. Muziek die zo organisch klonk en toch elektronisch was! Dat wilde ik ook. Dus ik kocht een Roland sampler en een Atari en ik begon voor mezelf. In het begin was het moeilijk natuurlijk, want ik moest eerst die machines leren kennen, maar op een gegeven moment wist ik dat ik de juiste keuze had gemaakt. Het was een verademing om zelf muziek te maken die helemaal klonk zoals ik wilde. Ik ben nu dus gewend om alleen te werken. Bovendien, de twee zangeressen die op de plaat meedoen, daar zou ik geen tour mee willen doen. Of willen wel, maar kunnen... Ze zijn nogal, eh, anarchistisch. [lacht] Geen land mee te bezeilen, liever gezegd. Als je een tijd met ze afspreekt dan komen ze negen van de tien keer niet opdagen, of veel te laat. Het zijn fantastische meiden, maar ze hebben niet de discipline om in een vaste band te spelen. Bovendien, mijn muziek is toch op de computer gemaakt, waarom zou ik die opnieuw arrangeren voor een band?"
En dan is daar nog de songkwaliteit. Hoe goed de plaat ook is, als de nummers akoestisch gespeeld zouden worden zou er weinig van overblijven, denkt Beller zelf. "Voor mij is de melodie minder belangrijk dan de sfeer. Ik probeer een vibe neer te zetten. Dat komt denk ik doordat ik een cinefiel gen heb geërfd van mijn vader, die filmdocent en -regisseur is. Als ik muziek maak voel ik dat een beetje als het maken van een minifilm, of een schilderij." Hij zet nog een plaat op die klinkt als een Neptunes-productie, zoals hij er in De Kaaiman ook een flink aantal draaide. "Kijk, dit vind ik toch ook wel fantastisch hoor, ook al werk ik zelf niet zo. Die Neptunes, ik bewonder ze enorm. Ze verstaan de kunst om met heel simpele middelen een dijk van een song neer te zetten. Ik draaide gisteren een remix van een Kelis-track van ze. Klinkt vet en vol, maar als je goed luistert is het alleen een beat en een baslijntje. En de zang dan. Wat ik ook bewonder is hun crossoverkwaliteit; hun dingen klinken goed voor zowel de underground als de top40. Heel knap. Dat is ook wel iets waar ik naar streef, iets moois maken met iets simpels. Meer met minder."
Het feit dat Ben Mono's muziek meer sfeer- dan songgericht is wil niet zeggen dat hij strikt instrumentale muziek maakt. De eerdergenoemde zangeressen Bajka en Marzenka vervullen een prominente rol op zijn debuutalbum Dual, dat eerder dit jaar verscheen. "Een stem is soms nodig om het geheel organischer te laten klinken. Ik zie een stem ook als een instrument. Maar tegelijkertijd wil ik niet dat er zo maar wat stereotiepe teksten worden gezongen. In de clubs horen we al genoeg 'piece, love & unity', 'something for your mind, body & soul' en meer van dat soort vermoeiende onzin. Dus ik heb graag dat 'mijn' vocalisten iets constructiefs bijdragen. Ik bemoei me verder niet met de inhoud hoor, dat laat ik aan henzelf over, maar goed, je begrijpt wat ik bedoel toch? Trouwens, om even terug te komen op het spelen met een band: ik sluit niet uit dat ik ooit weer een groep formeer hoor. Ik sta overal voor open. Momenteel werk ik veel met Jochen Helfert [van labelmaatjes Les Gammas - DR] en dat bevalt me prima. We gaan volgend jaar een paar singles uitbrengen op Compost en ook op Spectrum Works [het label van de Duitse producers Lars Vegas, alias Karma, en Kabuki - DR]. Hoe fijn ik het ook vind om alleen te opereren, ik zie nu dat het werken met twee ook veel voordelen kent. Het is bijvoorbeeld makkelijker om even weg te lopen van de machines om rustig naar een nummer te luisteren dat je net gemaakt hebt, terwijl de ander erbij blijft zeg maar om eventueel aanpassingen te maken. Als je continu aan het scherm gekluisterd zit verlies je op een gegeven moment de concentratie. Soms ben ik met een track bezig, dan ga ik luisteren en terwijl ik luister ga ik dan dingen zitten veranderen, gewoon, omdat ik aan de knoppen zit. Op die manier kan ik soms echt een song om zeep helpen. [lachend] Als je alleen werkt stop je je kop steeds verder in je eigen kont en er komt dan een moment dat niemand je er meer uit kan halen."
Dual is uitgebracht door Compost en wordt gedistribueerd door Lowlands
» Lees de recensie
» Download hier een exclusieve non-albumtrack
http://www.kindamuzik.net/interview/ben-mono/ben-mono-ik-wil-graag-iets-moois-maken-met-simpele-middelen/4626/
Meer Ben Mono op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ben-mono
Deel dit artikel: