Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
“We zijn absoluut Brusselaars, hoewel we er niet geboren zijn”, zegt de bandleider annex zanger/accordeonist Piet Maris. Samen met de van oorsprong Franse drummer Theophane Raballand en de contrabassist Mathieu Verkaeren staat de kaalhoofdige Belg de muziekpers te woord op een zomerse lentedag in Amsterdam. Aanleiding is de Nederlandse release van twee Jaune Toujours-albums: Barricade, dat in eigen land al in 2004 verscheen en de live-cd/dvd Club, die de band in het voorjaar van 2006 opnam in de Brusselse Ancienne Belgique.
De voertaal is Engels, tenslotte de lingua franca die wereldburgers met elkaar verbindt, hoewel in Brussel Frans nog altijd de meest gesproken taal is. “Er zitten geen politieke motieven achter”, zegt Maris over het feit dat het merendeel van de teksten van Jaune Toujours Franstalig is. “Op straat kom je nu eenmaal veel met Frans in aanraking.”
Loopbaan als muzikant
Zijn jeugd bracht hij door in het Oost-Vlaamse Meerbeke. Daarna studeerde hij Germaanse filologie en antropologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Daar raakte hij betrokken bij het organiseren van allerhande activiteiten op het gebied van muziek en beeldende kunst, onder meer voor het kunstencentrum Stuk.
Maar net als zijn broer Bart, inmiddels een vooraanstaand trompettist in de Belgische jazz- en improscene, koos Piet voor een loopbaan als muzikant. Zo legde hij het fundament voor Jaune Toujours, dat zijn naam ontleent aan een acute aanval van geelzucht. Vanaf eind jaren negentig werd de – overwegend Franstalige – Brusselse deelgemeente Sint-Gillis de uitvalsbasis.
Brussels geluid
Die nieuwe woonomgeving bleek wegens haar gevarieerde, vooral mediterraan gekruide bevolkingssamenstelling een ware culturele smeltkroes. Dat had ook een weerslag op zowel de muziek van de groep als haar bezetting van accordeon, bas, drums en blazers.
“Ons geluid is typisch Brussels”, zegt Maris over de muziek van Jaune Toujours. De fanfaretraditie en die van de accordeon, die nauw verweven is met de Belgische muziekcultuur, vormen de rode draad. “Maar we staan wel open voor nieuwe dingen.”
Smeltkroesklanken
Aanvankelijk, vertelt hij, hadden de media moeite om de smeltkroesklanken van Jaune Toujours een plaats te geven. Kon de ‘alternatieve’ radiozender Studio Brussel er al weinig tot niets mee, anderen namen niet eens de moeite te luisteren of plakten er de vaak als oubollig ervaren etiketten ‘folk’ en ‘wereldmuziek’ op. “Daarom ook ben ik de muziek ‘rock du monde’ en de groep een ‘kick ass roots band’ gaan noemen. De term ‘wereldmuziek’ leidt maar tot misverstanden. Bij optredens zie je zowel oud als jong. We willen wat we doen niet te veel in een hokje stoppen.”
Voorbeelden heeft hij daarbij ook. Met name bands uit Frankrijk, zoals Les Négresses Vertes en Mano Negra. “Die waren ook bezig met het slechten van barrières.”
Met zijn tot ‘patchanka’ gedoopte cocktail van stijlen als ska, reggae, latin en rock, kan de band van Manu Chao als dé grondlegger van veel hedendaagse Europese smeltkroesmuziek worden beschouwd. Met name van die stijl die onder de naam ‘musica mestiza’ de stad Barcelona en een groep als Ojos de Brujo de afgelopen jaren op de kaart heeft gezet.
Politieke boodschappen
Ook dichter bij huis zijn er muzikanten die wat dat betreft volgens Maris ‘oren hebben geopend’. Hij doelt op Think of One, met hun zelfbenoemde ‘soepmuziek’, die ook sterk aan de Belgische fanfaretraditie hangt. Zijn broer Bart, nu lid van Jaune Toujours, speelde een tijdje bij die band. “Beide bands vinden het belangrijk om muzikale regels te laten voor wat ze zijn.” Toch zijn er verschillen, zegt de Jaune Toujours-voorman. “Wij stoppen meer politieke boodschappen in onze muziek.” Op de vraag of er sprake is van rivaliteit, antwoordt hij lachend: “Zij komen uit Antwerpen, hè. Maar om nu te zeggen dat het zo’n Blur-Oasis-toestand is tussen ons ...”
Meerdere activiteiten
Net zoals in de Antwerpse scene gebruikelijk is, houdt Piet Maris er meerdere activiteiten op na. Samen met zijn vrouw Sarah runt hij de vzw Choux de Bruxelles. Die functioneert als label en bood onderdak aan onder meer Radio Transit, een project dat vluchtelingenmuzikanten de kans gaf voor het voetlicht te treden.
En dan zijn er nog Mec Yek, waarin Jaune Toujours met een tweetal Roma-zangeressen traditionele zigeunerliederen uitvoert, en het op traditionele Arabo-Andalusische muziek gerichte Arabanda, met de zangeres Laïla Amezian.
Cultureel ambassadeur
Het feit dat Maris zich als Vlaming in Brussel met zijn muzikale uitingen grotendeels van de Franse taal bedient, maakt het moeilijk om subsidies voor zijn projecten te krijgen, vertelt hij. “We zijn niet 100% van de Walen, maar ook niet 100% van de Vlamingen.”
Maar Maris met zijn engagement een voorbeeldig ambassadeur van België noemen, lijkt niet ongepast. Zijn passie voor Brussel, treffend verwoord in het inmiddels klassieke ‘Ici BXL', en zijn liefde voor de accordeon, ook tot uiting komend in de door hem geleide accordeonfanfare La Nouvelle Harmonie Bruxelloise d’Accordéons, spreken wat dat betreft boekdelen.
Jaune Toujours: Barricade (Choux de Bruxelles/PIAS)
Jaune Toujours: Club (Choux de Bruxelles/PIAS)
http://www.kindamuzik.net/interview/jaune-toujours/jaune-toujours-brussels-bont/15563/
Meer Jaune Toujours op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/jaune-toujours
Deel dit artikel: